Daniel 6:11 Toen Daniel te weten kwam dat dat bevelschrift
ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek
open vensters naar Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën,
bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, precies zoals hij
voordien had gedaan.
Een voorbeeld voor ons allemaal, Daniel. We kennen allemaal
de verhalen over hem en zijn vrienden. Daniel kon dromen uitleggen en heeft
koningen voor zich gewonnen. Hij ervoer de kracht van God en mocht door die
kracht bijzondere taken verrichten. Daniel was afhankelijk van God, maar leefde
zo’n mooi leven dat hij best voor zichzelf had kunnen leven. Hij was immers ook
slim en wijs, hij kreeg van alle koningen aanzien. Toch stelde Daniel zich
afhankelijk van God op en dat werd door God gezegend. Niet altijd zoals Daniel
had gedacht misschien, maar wel wat God met Daniel als plan had.
God was voor Daniel het belangrijkste in zijn leven, hij had
zelfs zijn leven over voor God. Toen het bevel kwam dat niemand meer tot een
andere god mocht bidden dan tot de koning, stopte Daniel niet met bidden. Nee,
hij bleef God zoeken en zo zijn God aanbidden en kracht zoeken bij God. De
enige en ware God. Dat deed hij niet uit gewoonte, maar omdat hij God nodig
had. Het gebed was de communicatie tussen Daniel en God, en zo mocht Daniel
voor God leven.
Dat is gelijk een les voor ons allemaal, de communicatie met
God is heel belangrijk en het is goed om dat op vaste momenten te doen. Het is
geen wet van Meden en Perzen, maar het is van levensbelang. Daniel ging drie keer
per dag in zijn huis om God te zoeken en zo is ook bij de meeste christen de
gewoonte om een aantal keren per dag te bidden. Daniel geeft ons hier het goede
voorbeeld en zo mogen wij ook een aantal keren per dag tot God komen.
Maar het moet niet alleen uit gewoonte gaan, zul je zeggen.
Nee, dat is ook zo. Maar toch mogen we er een gewoonte van maken. Het hoeven
niet steeds mooie woorden te zijn, er mogen ook vaste gebeden tussen zitten.
Bijvoorbeeld bij het eten kun je een vast gebed doen, al ligt het gevaar snel
op de loer dat je er niet meer bij nadenkt. Toch zal Daniel ook vaste zaken in
zijn gebed hebben gehad. Hij bidt tot God en dankte in zijn gebeden. Dat mogen
wij ook doen, God bidden om hulp en voor anderen, maar ook danken voor alles
wat we ontvangen. Tot aan het kleinste detail aan toe.
De Heere Jezus is het grote Voorbeeld in het Nieuwe
Testament. Als het moment daar komt dat Zijn sterven nadert, bidt Hij tot God.
Hij legt alles voor God neer, maar belijdt ook dat Gods wil moet geschieden. Zo
mogen wij ook in ons gebed tot God komen. Alles voor Hem neerleggen en het ook
aan Hem overlaten. Hij weet wat het beste is, al begrijpen wij dat allemaal
niet.
Daniel stopte niet met bidden toen het gevaarlijk werd,
laten wij ook niet stoppen met bidden als we daar de ruimte voor krijgen. Stop
je met bidden, dan raak je je geloof kwijt. Houd vast door het gebed en leg al
je moeiten voor de Koning neer. Zoals het kinderliedje gaat: ik bid wel, ik bid
wel, zei Daniel. Hij hield vol, want hij kon niet zonder God. Houd vol!