vrijdag 27 februari 2015

Ik bid wel?

Daniel 6:11 Toen Daniel te weten kwam dat dat bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters naar Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, precies zoals hij voordien had gedaan.

Een voorbeeld voor ons allemaal, Daniel. We kennen allemaal de verhalen over hem en zijn vrienden. Daniel kon dromen uitleggen en heeft koningen voor zich gewonnen. Hij ervoer de kracht van God en mocht door die kracht bijzondere taken verrichten. Daniel was afhankelijk van God, maar leefde zo’n mooi leven dat hij best voor zichzelf had kunnen leven. Hij was immers ook slim en wijs, hij kreeg van alle koningen aanzien. Toch stelde Daniel zich afhankelijk van God op en dat werd door God gezegend. Niet altijd zoals Daniel had gedacht misschien, maar wel wat God met Daniel als plan had.

God was voor Daniel het belangrijkste in zijn leven, hij had zelfs zijn leven over voor God. Toen het bevel kwam dat niemand meer tot een andere god mocht bidden dan tot de koning, stopte Daniel niet met bidden. Nee, hij bleef God zoeken en zo zijn God aanbidden en kracht zoeken bij God. De enige en ware God. Dat deed hij niet uit gewoonte, maar omdat hij God nodig had. Het gebed was de communicatie tussen Daniel en God, en zo mocht Daniel voor God leven.

Dat is gelijk een les voor ons allemaal, de communicatie met God is heel belangrijk en het is goed om dat op vaste momenten te doen. Het is geen wet van Meden en Perzen, maar het is van levensbelang. Daniel ging drie keer per dag in zijn huis om God te zoeken en zo is ook bij de meeste christen de gewoonte om een aantal keren per dag te bidden. Daniel geeft ons hier het goede voorbeeld en zo mogen wij ook een aantal keren per dag tot God komen.

Maar het moet niet alleen uit gewoonte gaan, zul je zeggen. Nee, dat is ook zo. Maar toch mogen we er een gewoonte van maken. Het hoeven niet steeds mooie woorden te zijn, er mogen ook vaste gebeden tussen zitten. Bijvoorbeeld bij het eten kun je een vast gebed doen, al ligt het gevaar snel op de loer dat je er niet meer bij nadenkt. Toch zal Daniel ook vaste zaken in zijn gebed hebben gehad. Hij bidt tot God en dankte in zijn gebeden. Dat mogen wij ook doen, God bidden om hulp en voor anderen, maar ook danken voor alles wat we ontvangen. Tot aan het kleinste detail aan toe.

De Heere Jezus is het grote Voorbeeld in het Nieuwe Testament. Als het moment daar komt dat Zijn sterven nadert, bidt Hij tot God. Hij legt alles voor God neer, maar belijdt ook dat Gods wil moet geschieden. Zo mogen wij ook in ons gebed tot God komen. Alles voor Hem neerleggen en het ook aan Hem overlaten. Hij weet wat het beste is, al begrijpen wij dat allemaal niet.


Daniel stopte niet met bidden toen het gevaarlijk werd, laten wij ook niet stoppen met bidden als we daar de ruimte voor krijgen. Stop je met bidden, dan raak je je geloof kwijt. Houd vast door het gebed en leg al je moeiten voor de Koning neer. Zoals het kinderliedje gaat: ik bid wel, ik bid wel, zei Daniel. Hij hield vol, want hij kon niet zonder God. Houd vol! 

donderdag 26 februari 2015

De toren van Babel 2.0

Genesis 11:6 En de Heere zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij
zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.
Kijk eens om je heen in de wereld, wat is er tegenwoordig nog onmogelijk? Ik kan de telefoon pakken en bellen met Australië, mensen kunnen ziektes de kop indrukken, op technologisch gebied is er heel veel mogelijk en met embryo’s kunnen bijna baby’s worden gemaakt. De mens is tot heel veel in staat en de grenzen van de mens worden elke keer verlegd. Waar zal dit eindigen?
Toch is er niets nieuws onder de zon. De mens sprak in het begin één taal en ze waren één volk. Dat maakte dat samenwerken heel goed ging en de mensen begrepen elkaar. Er waren geen verschillen in cultuur of in taal, er was veel mogelijk. Ze komen op het idee om een toren te bouwen, zodat ze in de hemel kunnen komen. Ze willen naar God, maar niet om de juiste reden. Ze willen zelf God zijn en zelf bepalen wat ze doen en laten. De mens gaat steeds verder en de hoogmoed spat ervan af.
Dan daalt God neer naar de aarde en ziet waar de mens mee bezig is. Het bevalt Hem niet, want de mens is op zichzelf gericht en vergeet God. Dat is natuurlijk begonnen bij de zondeval, maar dat is nog niet zo heel lang geleden. En nu ziet God dat de mens weer voor zichzelf kiest, en dat ze elkaar daarin versterken. God grijpt in, Hij geeft de mensen allemaal een andere taal. Daardoor kunnen ze elkaar niet meer verstaan en gaan ze uit elkaar. Ze zoeken allemaal andere delen van de wereld op om te wonen en daar een eigen volk te stichten. Probleem aardig opgelost, zou je zeggen.
Totdat je nu om je heenkijkt en wat zie je gebeuren? Precies hetzelfde als in de tijd van de toren van Babel. Mensen spreken allemaal dezelfde taal, bijna iedereen spreekt Engels, maar ook andere talen kun je leren. Nog een stapje verder is computertaal, die taal is universeel en daarop wordt veel verder geborduurd. Door de technologie vervagen veel grenzen en dat is gevaarlijk voor de mensen. De grenzen van taal en volk worden met één klik overwonnen, de grenzen van goed en kwaad zijn op internet ver te zoeken. Alles is voor het grijpen en de mens voelt zich er goed bij. Of jij niet?
Toch moeten we er eens bij stil staan en ons afvragen in hoeverre we in alles mee moeten gaan. Willen wij als christenen deel uitmaken van een wereld die lijkt op een wereld die God totaal niet aanstaat, waar God van zegt: straks is er niets meer onmogelijk voor de mens. Net als God willen zijn, we zien het overal in terug. Hoe staan wij daarin? Gaan we er (onbewust) in mee, of leven we bij het Woord van God en laten we bepaalde zaken links liggen. Alles is geoorloofd, maar niet alles is tot opbouw van ons geloof en onze relatie met Christus.
De tijd gaat snel en het einde nadert, God zal straks weer ingrijpen en dan zal Jezus terugkomen op aarde. Hij zal de mens berechten, maar degenen die in Hem zijn zullen worden vrijgesproken. Dat geeft Zijn kinderen verantwoordelijkheid hier op aarde. Wat is ons doel en hoe laten we zijn dat God de grote Koning is? Durven we nog apart te staan en niet overal in mee te gaan? Ik zeg niet dat we niets mogen, maar leven we bewust? Laat het centrale in ons leven Christus zijn en wat komen gaat ons bezig houden, want met dat vooruitzicht kunnen we alles aan. Hij staat ons bij en wij mogen ons aan Hem vastklampen.

In je eigen omgeving

Lukas 4:30 Maar Hij liep midden tussen hen door en ging weg.
Wat een verdriet zal het bij Jezus hebben gegeven, Hij werd in Zijn eigen woonplaats veracht. Het begon nog zo mooi, Hij mocht voorgaan in de synagoge en de mensen verbaasden zich over de woorden van Jezus. Hij sprak woorden van zaligheid en over het Woord dat op dat moment voor hen vervuld werd. Ja, de Messias stond voor hun neus, maar wilden ze Hem ook erkennen?
Toen Jezus sprak over de weduwe in de tijd van Elia en van Naäman, de buitenlander die genezen werd terwijl er veel mensen in Israël ook melaats waren, werden ze boos. Jezus legde de vinger op de zere plek, Hij sprak openlijk over het ongeloof van de mensen. Ze wilden een teken zien van wat ze hadden gehoord, de mensen geloofden Jezus niet. Hij was immers opgegroeid in hun eigen dorp? En toen Jezus uitsprak dat er geen profeet in zijn eigen stad welgevallig is, werden ze boos. Ze konden zich niet meer bedwingen en ze wilden Jezus doden.
Ze duwen Jezus in de richting van een ravijn, ze wilden Hem op die manier de berg afduwen. Maar voor het zover was, liep Jezus vooruit weg, dwars door hun midden heen. Wat een ontzag moeten de mensen hebben gehad en wat een kracht zal er van Jezus zijn uitgegaan! Ze hoefden Hem alleen nog maar een duwtje te geven en ze konden het voor zichzelf best rechtvaardigen, maar het lukte niet! De grote Koning loopt als Heerser uit hun midden weg en niemand die er iets tegen doen kan.
Ongeloof, het kan een mens verschrikkelijke dingen laten doen. Hier zien we weer waar een mens toe in staat is. Maar God bepaalt! Deze mensen hadden de Christus ook kunnen doden, maar dat was Gods plan niet. Jezus moest in leven blijven om aan het kruis te gaan voor Zijn kinderen. Ook in die situatie had Jezus anders kunnen reageren. Toen de soldaten vroegen naar Jezus en Hij ik ben het zei, vielen ze op de grond. Toch liet Hij Zich meenemen. Hij wilde de straf voor ons ondergaan.
Geloof staat tegenover ongeloof. De kracht die Jezus ontvangt, wil God ook aan Zijn kinderen geven. Het geloof is een krachtig wapen in onze tijd met veel verleiding en moeiten. De kracht die Jezus van God ontvangt om tussen de mensen weg te lopen, ontvangen wij om van de zonden weg te lopen. Wij ontvangen kracht om te leven voor de Allerhoogste. Want Hij is dat toch waard!
Jezus werd veracht in Zijn eigen dorp. Maken jij het ook wel eens mee dat je juist in je eigen omgeving de meeste tegenstand ervaart? Dat je keuzes maakt in het geloof, die je familie of vrienden niet begrijpen? Dat je bepaalde dingen niet meer doet, omdat die niet bij een christelijke levenswandel horen en dat je eigenlijk wordt bespot? Als dat gebeurt, ga je dan alsjeblieft niet aanpassen. Ga door met je veranderingen en leef in Christus. Hij geeft je de kracht om door te gaan, de grote God die bij Zijn Zoon was, wil ook bij jou en mij zijn. Dan is het niet altijd makkelijk, maar je weet wel waar je het voor doet. Voor Hem alleen!

dinsdag 24 februari 2015

Een opdracht voor het leven

Jozua 1:7 Alleen, wees sterk en zeer moedig, door nauwlettend te handelen overeenkomstig heel de wet die Mozes, Mijn dienaar, u geboden heeft. Wijk daar niet van af, naar rechts of naar links, opdat u verstandig zult handelen overal waar u gaat.

Mozes is gestorven en God geeft Jozua de opdracht om het volk te leiden. Ze moeten de Jordaan nog oversteken om het land Kanaän te veroveren. God heeft hun al de overwinning beloofd, Hij heeft gezegd dat ze het land zullen innemen. God geeft Jozua een opdracht mee, niet omdat God daar afhankelijk van is, maar om dicht bij God te blijven. God zal zijn belofte niet verbreken, maar Jozua en het volk moeten wel naar Zijn wil leven. Dat is de belangrijkste opdracht die Jozua mee krijgt en met Jozua krijgen wij die ook van God.

Jozua moet in de wetten van Mozes blijven, de dienaar van God. Uiteindelijk zijn de wetten van God zelf natuurlijk, maar het wordt Jozua op het hart gedrukt. Dat vraagt om sterk te zijn en het vraagt om moed. Dat geldt niet alleen voor Jozua en het volk toen, maar ook voor ons nu. Het leven naar de wil van God gaat niet van een leien dakje, maar daar moet je sterk voor zijn en moed hebben om naar Zijn wil te leven. God laat Zijn wil duidelijk zien in de Bijbel en wie zijn wij om daar tegenin te gaan? Heb je de moed om naar Gods wil te leven? Sta jij sterk zodat je Zijn wil kunt doen?

Jozua mag niet afwijken van de wetten van Mozes, niet links en niet rechts. Dat maakt extra duidelijk dat die wegen niet de wegen van God zijn. Ga je rechts, dan dwaal je af, maar ook als je links gaat. Volg het pad van Mijn wil en je zult op de juiste plek uitkomen. Ook is het verstandig om dat te doen, want als je afdwaalt, verlies je God. God keert Zich niet van mensen af, maar mensen keren zich van God af. Daarom is het belangrijk om dicht bij Hem te leven en ook naar Zijn wil te leven. Het is dus ook een leugen als je mensen hoort dat het allemaal niet uitmaakt wat ze doen, omdat ze toch in Christus zijn. Nee, we moeten leven naar de wil van God en dat is Zijn geboden houden. Dat zal niet lukken, en daar is Christus voor gestorven, maar het moet wel ons verlangen zijn.

We hoeven deze opdracht niet alleen uit te voeren, want met Zijn hemelvaart heeft Christus ons een belofte gedaan. Ik laat jullie niet achter als wezen, maar de Heilige Geest zal komen en die zal jullie bijstaan. De Geest van God staat ons bij, dat is toch bijzonder. God geeft ons een opdracht, maar ook nog eens een hulp om die opdracht te houden. De Geest wil in ons werken en ons vernieuwen, elke dag weer. Er moet steeds een stukje van onszelf worden afgebroken, zodat er steeds een stukje Christus bij kan komen.

Wij mogen zo in Christus op de weg naar de eeuwigheid wandelen. We moeten niet rechts of links van die weg gaan lopen, want dan lopen we verkeerd. Vraag God om je te leiden en je ontvangt Zijn Geest. Christus is niet zomaar voor jou en mij aan het kruis gegaan, zodat wij er maar rustig op los kunnen leven. Nee, Zijn werk is wel voor ons, maar wij mogen groeien in Zijn liefde. Dat is onze weg en dat is onze opdracht. God steeds beter leren kennen en onze relatie met Hem versterken en zo leven dat het Hem behaagt. Een opdracht voor het leven: ook voor jou?

maandag 23 februari 2015

De menigte aanbidt God

Openbaring 19:1 En hierna hoorde ik een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze God.

Wat zal het hart van Johannes een sprong hebben gemaakt toen hij dit hoorde. Hij hoorde een luide stem van een grote menigte in de hemel die bezig waren God te aanbidden. Toen ik dit las, maakte mijn hart ook een sprong. Een grote menigte, het zijn er niet tientallen of honderden en duizenden, maar een grote menigte. God roept veel mensen tot Zijn kinderen en die mogen straks allemaal bij Hem zijn en Hem aanbidden. Wat een heerlijkheid zal het zijn om daar straks deel van uit te maken.

Dat is al een Bijbelse overdenking op zich, de woorden van Johannes op je in laten werken. Je mag je dan verwonderen in God en Zijn Naam ook hier op aarde aanbidden. Hij is zo goed en zo barmhartig, dat Hij vele mensen roept tot kinderen en dat al die kinderen straks voor eeuwig bij Hem mogen zijn. Dat geeft ons allereerst troost voor de mensen die we kennen en die in Christus zijn ontslapen. Ze zijn niet voor altijd dood, maar ze zingen voor de troon van God en aanbidden Hem! Ze hebben de mooiste plaats gekregen die een mens maar kan bedenken.

Het is voor ons op aarde ook een blij vooruitzicht. Natuurlijk mogen we God hier ook aanbidden en Hem steeds beter leren kennen, dat geeft ook veel vreugde. Maar als we straks in de eeuwigheid zijn en Hem daar mogen aanbidden, dat zal toch een ervaring zijn. We kunnen het ons niet voorstellen hoe het zal zijn, maar het zal geweldig zijn. Halleluja krijgt dan een heel andere dimensie. Nu geven we nog zoveel dingen aandacht en zoveel zaken roven tijd van ons met God weg, maar straks is dat niet meer. Halleluja is volmaakt en puur!

Toch brengt het misschien mensen in verlegenheid, want zij zullen er straks niet bij zijn. Daar hoeven we niet voorzichtig om te doen of geheimzinnig, want dat is de waarheid. Er zijn mensen die Hem niet willen kennen en voor eigen rekening willen leven. Ze willen God niet aanbidden, want ze vinden zichzelf zo belangrijk. Voor die mensen zal de toekomt er heel anders uitzien, die zullen niet juichen voor Zijn troon, maar huilen omdat ze zo koppig zijn geweest. Toch is het ook voor hen nog tijd om zich te bekeren en Christus aan te nemen als Verlosser.
Misschien ben jij er wel één van, dan is het nu de tijd om je over te geven!

Christus heeft die zaligheid voor ons bewerkt en Hij dient en prijst daarmee God de Vader. Zo deed Hij de wil van de Vader en die wil doet Hij nog steeds. Hij juicht mee met Zijn gemeente en aanbid Zijn Vader. Wij hoeven het niet allemaal zelf te doen, Christus is met Zijn Geest aanwezig om het ons te leren. Dat is de kracht van God, de liefde die Hij voor ons heeft. We mogen Hem aanbidden en Hem zoeken en steeds een stukje van onszelf verliezen om meer van Hem te kennen.

Wij mogen God aanbidden en Zijn Naam verhogen. Doe je mee?

zondag 22 februari 2015

de verzoeking

Mattheus 4:11 Toen liet de duivel Hem gaan; en zie, engelen kwamen en dienden Hem.
De verzoeking in de woestijn, een moeilijke periode voor de Heere Jezus. Eerst had Hij 40 dagen en nachten niet gegeten en er staat dat Hij honger kreeg. De grote Koning van het heelal, de Zoon van de Allerhoogste God kreeg honger. Dat kun je toch niet bedenken! En toch gebeurde het, Jezus was echt mens, en de duivel trok aan Hem. Een zwak moment zocht hij op en toen probeerde hij Jezus te verleiden naar hem te luisteren. Maar Jezus slaat de duivel om de oren met het Woord van God!
Vervolgens neemt de duivel Jezus mee naar de rand van het dak van de tempel. Spring er maar af en je zult zeker opgevangen worden. Jezus was nog niet van de duivel af en nu spreekt zelf de duivel woorden uit de Schrift. Hij probeert Jezus te verleiden met mooie woorden uit Zijn Woord, maar totaal uit het verband gerukt. Op deze manier mag je de Bijbel niet gebruiken en kan een ander op een dwaalspoor brengen. Maar weer antwoordt Jezus met een citaat uit de Bijbel: je mag God niet verzoeken.
Nog steeds is Jezus niet van de duivel af. Het is een ware terriër, hij bijt zich vast en laat zich niet zomaar aan de kant zetten. Jezus wordt meegenomen naar een berg en Hij ziet daar alle koninkrijken van de wereld en het wordt Hem aangeboden. Een uiterste reddingspoging van de duivel, Jezus zou niet hoeven te lijden als Hij maar knielde voor satan. Maar dan komt het Woord van Jezus: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen. Dan druipt satan eindelijk af, hij weet dat hij dit niet gaat winnen, want de Geest van God is sterker.
Hoe vaak wordt er niet aan ons getrokken. Sommige mensen heel persoonlijk, in een strijd met de duivel. Andere mensen door zondige zaken, waar ze geen afscheid van kunnen nemen. En ook voor ons is de duivel een terriër, hij laat ons niet zomaar los. Maar we mogen ons hierin vasthouden aan ons grote Voorbeeld, Jezus. We kunnen de satan weerstaan door Gods Woord, daar heeft hij niets van terug. Vertrouwen op God is het best wat een mens kan doen en dan mag je ook sterk staan.
De engelen kwamen bij Jezus, en ze dienden Hem. Dat gaf Jezus weer kracht en Hij mocht ook de hulp van de engelen ervaren. Dat zegt iets over de kracht van de engelen, ze hebben macht en kracht van God gekregen. Niet alleen om Jezus te dienen, maar ook om ons te dienen. God heeft ze ons tot beschikking gesteld en daar mogen we ook kracht uit putten. Ze zijn altijd bij ons en staan voor en achter en om ons heen. Ze strijden een strijd in dienst van God, voor ons.
Jezus geeft de duivel het nakijken, terwijl wij daar soms wel eens gefrustreerd van raken. Maar toch mogen we ons vasthouden en de uiteindelijke overwinning van Christus. Dat is immers de grond van ons geloof, dat is waar we op bouwen en vertrouwen. Op dat moment is de satan volledig te gronde gericht, zijn wapens zijn nog wel sterk, maar voor een kind van God niet meer dodelijk.
Jezus is er voor je, in goede tijden en in moeilijke tijden. Welke problemen, aanvechting of zondige zaken er ook in je leven zijn, Hij is er voor je. Hij kan je helpen die te overwinnen en je kunt het ook alleen in Hem vinden. Laat Hem niet los en blijf met Hem praten. Lees trouw in Gods Woord en maak het je eigen. Jezus heeft op die manier de duivel kunnen weerstaan en dat is een voorbeeld voor ons. Dichtbij God leven en Hem dienen, dan worden de mogelijkheden van satan kleiner en loopt hij steeds tegen die muur van geloof aan. Christus helpt ons daarmee door Zijn Geest.
Be strong in Christ!

vrijdag 20 februari 2015

In Christus

Hebreeën 8:1 De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken, is dit: Zo’n Hogepriester hebben wij, Eén Die Zich heeft gezet aan de rechterhand van de troon van de Majesteit in de hemelen.
Wat is het nu om christen te zijn? Zou je dat kunnen uitleggen aan de mensen om je heen of als mensen van buiten de kerk je dat vragen? Wat zou je antwoord zijn? Paulus geeft ons hierop het antwoord: wij zijn in Christus, dat is de hoofdzaak van het Evangelie. Dat is het belangrijkste wat een mens trekt naar God en dat is het fundament waarop wij leven. Maar hoe kunnen wij in Christus zijn?
Christus is een Hogepriester, niet een beeld ervan, maar daadwerkelijk dé Hogepriester. Een hogepriester offerde voor het volk in de tijd van het Oude Testament. Het was de belangrijkste persoon in de tempel en offerde voor de zonden en de verzoening van het volk met God. Het was een tussenpersoon, die zich ten dienst stelde aan God, maar ook voor de mensen. Zo is Christus ook een tussenpersoon voor ons, Hij wil onze Hogepriester zijn. Niet door dagelijks een offer te brengen, maar door eenmaal Zijn leven te hebben gegeven voor de zonden van de mensen, van Zijn kinderen.
Een christen is dus in Christus, je hebt een Hogepriester die voor jou heeft geofferd en dat maakt je vrij van de veroordeling. Het leven heeft één zekerheid voor je en dat is dat je veilig bent in Christus, door het werk dat Hij voor ons heeft gedaan. Je hoeft daar ook niet aan te twijfelen, want Hij heeft het gedaan. En vervolgens heeft Hij je ook geroepen om Zijn kind te zijn en deel uit te maken van Zijn gemeente waar Hij voor heeft geofferd. Dat is de kracht van Christus en daarin mogen we rusten.
Soms kun je misschien in twijfel worden gebracht of je wel echt een kind van Hem bent, of je wel echt in Christus bent. Je kijkt dan naar jezelf en ziet eigenlijk alleen maar egoïsme en verkeerde dingen. Door die zonden begin je te twijfelen, dat is aan de ene kant nog te begrijpen ook, want wij zijn op onszelf gericht. Maar dat is niet wat het betekent om in Christus te zijn, dat heeft helemaal niets met ons en onze daden te maken. We zijn in Christus niet door onszelf, maar alleen door Hem!
Daarom hoeven wij niet te twijfelen of bang te worden, want Christus heeft het voor ons gedaan. Niet misschien, maar zeker te weten. En Hij leeft nog steeds, Hij zit zelfs aan de rechterhand van de troon van de Majesteit. Hij zit bij God en onze zonden worden door Christus steeds weer op Zich genomen. Niet door steeds opnieuw te offeren, want het ene offer is genoeg. Deze Hogepriester smeekt en bidt bij God voor ons, en dan mogen we zeker weten dat onze zonden worden vergeven.
De hoofdzaak van het Evangelie ligt, God zij dank, niet bij ons. Het ligt bij Christus, onze Hogepriester. Aan Hem mogen wij ons vastklampen en door Hem mogen wij in het leven staan. Je mag groeien in je geloof en in je relatie met Hem. Daardoor voel je je misschien steeds schuldiger worden, want des te meer je Christus leert kennen, leer je ook steeds beter jezelf kennen. Maar dat neemt niet weg dat we in Hem zijn, en daaruit mogen wij hier op aarde in vrede leven. Vrede, doordat we mogen weten geborgen te zijn in Hem. Dat mogen we zeker weten.
Dank U Heere Jezus, dat U aan de rechterhand van God zit en voor ons pleit. Dat geeft ons de zekerheid van onze redding, want U hebt het gedaan en U houdt ons vast. Dank U Heere God, voor de zonden die U wilt vergeven, maar ook voor het aannemen van ons tot kinderen van U, door Uw Zoon. Wat een machtig Evangelie en wat een liefde van Uw kant.

donderdag 19 februari 2015

Een bruiloftsmaal

Mattheus 26:26-28

26 En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam.27 Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, 28 want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.

De laatste periode van de Here Jezus met Zijn discipelen is ingegaan. Hij weet wat er allemaal komen gaat en Hij weet dat Hij verraden zal worden. Maar wat doet de Here Jezus? Hij gaat uitgebreid eten met Zijn discipelen. Hij doet niet even een snelle hap, want er is niet veel tijd meer over, maar Hij neemt de tijd om afscheid te nemen. De laatste uren voor Zijn sterven wil Hij met Zijn dierbaren doorbrengen. Dat vindt Hij belangrijk en tegelijk stelt Hij tijdens deze maaltijd het Avondmaal in. Wat bedoeld Jezus met het Avondmaal en waarom wil Hij dat dit wordt gevierd?

Jezus gaat sterven. Hij weet dat het komt, het is onvermijdelijk. Hij neemt het brood dat op tafel staat en zegt daarbij: neem en eet, want dit is Mijn lichaam. Het is natuurlijk niet echt Zijn lichaam, maar Hij wil dat de discipelen eraan denken dat Zijn lichaam sterft. Hij geeft Zijn lichaam op om te lijden en te sterven aan het kruis. De discipelen hebben op dat moment nog geen besef van wat er komen gaat. Toch laat de Here Jezus hen eten om te gedenken aan Zijn lichaam. Ze mogen er allemaal van eten en erbij stilstaan dat het Zijn lichaam is.

Vervolgens gaat de Here Jezus verder met de drinkbeker. In deze drinkbeker zit natuurlijk wijn, maar Jezus geeft ook daar een opdracht bij. Drink hier allemaal uit, want dit is Mijn bloed. Het was natuurlijk niet echt Zijn bloed, maar het staat symbool voor Zijn bloed. Dat bloed heeft een betekenis, want het is het bloed dat vergoten wordt. Voorheen moest er bloed vloeien van dieren en die moesten geofferd worden. Dit bloed is het nieuwe verbond. Het verbond dat wij tot de Vader mogen komen, zonder dat er nog bloed hoeft te vloeien. Dat bloed heeft immers al gevloeid en dat is genoeg voor alle mensen en alle zonden die gedaan zijn en nog worden gedaan.

Je komt niet aan de tafel om maar even wat te eten. Nee, het is een viering! Christus wil ook niet dat we zomaar bij Hem aan tafel komen zonder dat we bij Hem horen. Hij wil niet dat we er even een fastfood maaltijd van maken. Niet zoals in de Mac, maar een uitgebreide maaltijd die doorwerkt in heel je leven.

Het is bloed tot vergeving van zonden. Ja, eerst moest er geofferd worden om vergeving te vragen en ontvangen van God, maar nu is het grote Lam geofferd. Christus is gestorven voor de vergeving van de zonden. Dat is het evangelie en dat is de boodschap van het Avondmaal. Je hoeft niet meer in de zonde te leven, maar je mag eeuwig leven door Zijn bloed. Hij heeft betaald als straf op de zonde. Dat mogen we gedenken aan de tafel des Heren.


Kom jij bij Hem aan tafel? Wil jij proeven hoe dat brood en die wijn smaken. Het smaakt heerlijk en doet je verlangen naar meer van Christus. Het brood en de wijn smaken hetzelfde, het verschil is het Brood en de Wijn, die voor jou gebroken en vergoten zijn. Hij heeft zich helemaal voor jou gegeven en je laat Hem dan toch niet in de steek. Je wilt dan toch bij Hem aan tafel aanschuiven en dan belijden: Dank U Heer, voor wat U voor mij hebt gedaan. Uw liefde, Uw genade die kan ik niet weerstaan. Doorstroom mij met U Heilige Geest, zodat ik U mag voelen en mag weten dat Uw genade ook voor mij is.

woensdag 18 februari 2015

In zak en as

Jona 3: 8 Mens en dier moeten in rouwgewaden gehuld zijn en met kracht tot God roepen. Zij moeten zich bekeren, ieder van zijn slechte weg en van het geweld dat aan zijn handen kleeft.
We kennen allemaal het verhaal van Jona. Hij moest van God naar Nineve, maar hij wilde niet. Hij ging een andere weg. Vervolgens werd hij overboord gegooid en opgeslokt door een grote vis, die hem vervolgens aan land spuugde. Jona trok toch op naar Nineve. Een prachtig verhaal om op school voor de klas te vertellen. De kinderen zitten ademloos aan je lippen. Iedereen vindt het bijzonder. Mijn kleine dochter wil ook elke dag dat verhaal lezen. Jona, zegt ze dan en de grote vis.
Maar zoals ik het verhaal hiervoor heb geschetst, ben ik het meest bijzondere van dit verhaal vergeten. Misschien was het je wel of niet opgevallen, maar er staat niets over Nineve. Het bijzondere aan dit verhaal is eigenlijk wat er gebeurt met Nineve. Want het ging als volgt: Jona ging naar de stad en hij vertelde de mensen dat ze op het verkeerde spoor zaten. Ze moesten tot God keren en hun zonden belijden, want anders zou God de stad omkeren. Hij zal de stad verwoesten om de zonden van de mensen.
En nu komt het bijzonderste van dit verhaal: En de mensen geloofden God. De mensen bekeerden zich tot God en ze trokken rouwgewaden aan als teken dat ze in rouw waren. Ze hadden berouw over hun zonden. Iedereen deed mee en zo kwam ook de koning tot de ontdekking. Hij riep een bevel uit dat iedereen, of je nu een volwassene was of kind, rund of schaap, iedereen moest zich in rouwgewaden kleden. Dat was niet alles, want dan had het geen effect, nee ze moesten met kracht tot God roepen. Ze moesten aan God belijden dat ze zondig waren en dat ze daar berouw van hadden.

Vandaag is het Aswoensdag. Deze dag is de eerste van een vasten in de veertig dagen vooraf aan Pasen. Veel mensen lezen dit stuk nu niet omdat ze vasten van Social Media. Dat is een mooi initiatief, maar het gaat erom dat er tot God wordt geroepen. Daar roept deze tekst ons toe op. Roep tot God, alle mensen, misschien ben je wel Zijn kind of misschien niet. Ik wil je toch vragen roep Hem aan!
Deze tijd maakt ons bewust van onze zonden en vervolgens ook op het werk van Christus. Onze zonden doen God zoveel pijn en zoveel verdriet, dat kunnen we eigenlijk niet beseffen. Gebruik deze tijd tot aan Pasen dan ook om je zonden te belijden voor God. Laat zien dat je er berouw van hebt en dat je Zijn wil doen wilt. Daar is de vastentijd ook voor, je laat zien aan God en aan je medemensen, dat je berouw hebt.
Maar je mag je ook verheugen, want dat is voor ons een andere situatie dan die van de inwoners van Nineve. Zij hoopten op verlossing, terwijl wij mogen weten dat Christus ons heeft verlost. Dat is toch een heerlijke boodschap die we uit deze tekst mogen halen. Je mag bij God komen met al je tekortkomingen en je mag ze aan Hem voorleggen. Hij wil ze vergeven en je helpen om ze niet meer te doen en te gaan leven tot Zijn eer. Dan leef je naar Pasen toe, in de wetenschap dat Hij voor jou is gestorven, daar jij anders voor eeuwig zou moeten sterven.
O God, wat een heerlijk evangelie. Laat ons de komende tijd gericht zijn op U. Dat we alles aan U voorleggen en vergeving mogen vragen. We mogen weten dat U zult luisteren en ons zult vergeven. Wij prijzen Uw grote naam!

dinsdag 17 februari 2015

Geen slaaf meer

Romeinen 8:15 Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van de aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader.

Wanneer ben je een slaaf? Als je moet werken omdat het je opgedragen wordt. Je hebt zelf niets te zeggen en er is helemaal geen eigen inbreng aanwezig. Je hebt maar te gehoorzamen en te luisteren naar je baas. De slavernij heeft sporen achtergelaten met diepe impact. Het heeft bij veel mensen diepe wonden nagelaten, maar in de tijd van de Bijbel moest men met slaven voorzichtig omgaan. Dat neemt niet weg dat ze zelf niets te zeggen hadden. Er was geen vrije keus.

Als Paulus hier schrijft over slaven, moeten we ook vooral die vrije keus bekijken. Het gaat er niet om dat we allemaal regels volgen, want dan zijn we slaaf van de wet. Dat is een verkeerde levensstijl, je bent slaaf van regeltjes en wetjes. Dat is niet Gods bedoeling en dat wil Paulus ons meegeven. Je hoeft niet krampachtig allemaal regeltjes te volgen, je bent vrij! Maar het feit dat je geen slaaf meer bent, betekent ook dat je geen slaaf meer bent van de zonde. Dat je niet leeft in de zonde omdat je daar niet buiten kunt. Je bent niet gebonden aan verkeerde dingen, want je bent vrij! Vrijgekocht door Christus met Zijn dierbaar bloed.

Toch geeft God ons regels om te leven, maar dat zijn geen regels als wetjes. Het zijn leefregels die een vader aan zijn kind geeft. Waarom geeft een vader regels aan zijn kind? Om ze te beschermen en ze in de juiste wegen te laten wandelen. Je wilt niet dat ze verkeerde dingen doen, zaken doen die tegen jou ingaan. Je wilt niet dat je kinderen normen en waarden loslaten, want dat komt hen niet ten goede. Het maakt ze uiteindelijk alleen maar kapot.

Leven naar Gods wil is leven naar de wil van de Vader. Hij leert ons hoe we mogen leven. Hij weet wat goed voor ons is en heeft ons daar leefregels voor gegeven. Hij heeft in Zijn Woord verschillende zaken beschreven die ons helpen om in het leven te staan, maar ook om te leven tot Zijn eer. Dat is toch het doel van iedere christen? Dat zijn absoluut geen wettische regels, maar liefdevolle regels die ons handvatten bieden. Wij zijn nog altijd in ons vlees en kunnen hier op aarde God niet ten volle aanbidden. Daarom hebben we Zijn Woord zo hard nodig.

We hoeven die regels niet alleen te volgen, we ontvangen de Geest van God. Die Geest die ons geeft dat we tot kinderen van God worden aangenomen, die Geest wil ons ook leiden in ons leven. Hij geeft ons inzicht in Gods wil, Hij leert ons wat het beste voor ons is. Diezelfde Geest leert ons de Bijbel begrijpen en ernaar te leven. Dat is het geheim van een leven met God, de Geest leert je steeds meer over Hem!

Leven naar Gods wil hoeven we niet uit angst te doen, maar mogen we uit wederliefde doen. We mogen in ons leven Hem aanbidden en Hem groot maken. Dat doen we door Zijn wil te doen. Dat brengt ons niet de zaligheid, maar geeft ons na ontvangen genade wel een leven tot Zijn eer. Dat is waar we voor geschapen zijn, dat is het doel van ons leven. God te aanbidden in alles en ons leven aan Hem wijden!

maandag 16 februari 2015

De weg van je leven

Handelingen 9:6 En hij zei, bevend en verbaasd: Heere, wat wilt U dat ik doen zal? En de Heere zei tegen hem: sta op en ga de stad in en daar zal u gezegd worden wat u moet doen.
Soms gebeuren er dingen in je leven die je totaal niet verwacht. Er komt iets op je pad, dat eigenlijk niet in je eigen plaatje past. Je hebt zelf iets anders voor ogen, maar op een of andere manier loopt het anders. Dat kan op verschillende manieren, misschien kun je zelf wel iets aanwijzen wat bij jou zo gelopen is. Het heeft ook verschillende redenen, redenen die wij niet altijd zien of begrijpen. Toch zijn wij het zelf niet die uiteindelijk onze eigen weg bepalen, maar is het God die onze weg bepaalt.
Paulus is op weg naar Damascus en wordt overvallen door Jezus, Degene die hij zo haat. Jezus spreekt tot Paulus en zet hem stil. Tot hier en niet verder, Paulus. Jij wilt Mijn kinderen vervolgen, maar dat is niet wat jij moet doen. Ik heb een andere weg met jou, je moet kinderen van mij roepen. Je moet ze laten weten dat Ik echt ben en dat Ik ze lief heb. Paulus reageert met de vraag: Wat wilt U dat ik doen zal. Hij bepaalt niet zelf niet meer wat hij doet, maar Christus bepaalt wat hij doet. Dat is een onverwachte wending, maar wel een levensbepalende wending. Een geschiedenis die zo past in een prachtige roman.
Kijk eens naar Paulus, die op dat moment trouwens nog Saulus heet, en let eens op het antwoord dat hij geeft. Hij protesteert niet, maar laat Christus spreken. En als Christus is uitgesproken is het enige dat Paulus doet een vraag stellen. Heere, wat wilt U dat ik doen zal. Zo legt Paulus zijn leven in de handen van Jezus. Hij weet niet wat het Hem gaat brengen, hij heeft Jezus nog maar net ontmoet. En toch legt hij zijn leven neer bij Christus. Hij weet: ik ben zelf niet meer de baas van mijn leven, maar mijn leven is van Christus. Daar is het goed en Christus weet wat ik moet doen.
Hoe is dat bij jou en mij? Misschien is het al heel wat jaren terug dat je Christus hebt leren kennen, maar misschien ook nog wel heel kort geleden. Maar toen Christus Zich aan jou heeft bekendgemaakt, wat was jou antwoord? Is dat antwoord hetzelfde als de vraag van Paulus: Heere, wat wilt U dat ik doen zal. Dat is moeilijk, want je raakt de regie over je eigen leven kwijt. Je kunt zelf niet meer alles bepalen, het wordt bepaald door Hem. Hij wil je leiden in je keuzes en in de beslissingen die je maakt. Maar je moet het wel overgeven. Ben je daartoe bereid?
Dan kan het zijn dat er zaken anders lopen dan je zelf hebt voorzien. Je leven kan een andere wending krijgen, want je krijgt andere prioriteiten. De weg die je moet gaan kan misschien wel een moeilijke zijn, maar het is nooit te moeilijk want Christus is bij je. Hij zegt niet alleen: keer om! Maar Hij wil je daar ook in bijstaan. Misschien moet je wel bepaalde dingen laten, omdat het je relatie met Hem in de weg staat, durf je het aan?
Christus zal ons altijd leiden. In moeilijke tijden, maar ook als het ons voor de wind gaat. Hij is altijd bij je en onze weg mag in Zijn handen liggen. Die weg is de weg naar de zaligheid, dat is de hoofdweg. Er zijn verschillende rijbanen en iedereen heeft zijn of haar eigen rijbaan. Maar het is wel de weg naar de hemel. Het is goed om daar bij stil te staan en misschien moet je van rijbaan wisselen. Vraag Jezus om je te laten zien wat er moet gebeuren en laat hem je levensweg bepalen. Dan is het niet altijd een comfortabele weg, maar wel een weg met een geweldig eindpunt.

zondag 15 februari 2015

Als de berg Sion

Psalm 125:1 Een pelgrimslied, Wie op de Heere vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar voor altijd blijft.
Er zijn mensen op wie je kunt vertrouwen, maar of je altijd zeker weet dat het altijd goed komt is niet het geval. Je kunt veel vertrouwen in iemand hebben, maar toch kan het vertrouwen beschaamd worden. Dat kan in verschillende situaties naar voren komen en je kunt zelf wel invullen welke situaties dat bij jou zo is. Je voelde je misschien teleurgesteld, want je vertrouwde diegene nog zo. Een mens kan ons vertrouwen beschamen, maar God niet!
Psalm 125 is een pelgrimslied, een lied voor mensen die onderweg zijn naar een heilige plaats, voor mensen die onderweg zijn naar een eeuwig leven met God. Het is dus niet voor Jan en allemaal geschreven, maar voor kinderen van God. Er wordt ze een hart onder de riem gestoken, ze worden bemoedigd en er wordt ze moed in gepraat. Je hoeft niet bij de pakken neer te zitten als christen, maar je mag sterk staan. God is bij je!
God is Degene die wij kunnen vertrouwen, Hij zal ons nooit laten vallen. Wel kunnen er situaties zijn die niet gaan zoals wij zouden willen of dachten dat het zou gaan. De dagen dat je je zwak voelt, dat je bedrijf niet lekker draait, dat je thuis problemen hebt, dat je het geloof moeilijk vindt, dat je ruzie hebt, dat je je bedrogen voelt. De dagen dat het lijkt of niets lukt, we hebben ze allemaal wel eens. Maar op wie vertrouwde je die dagen?
Wie vertrouwen op de Heer, zijn als de berg Sion. Als je op God vertrouwt, in moeilijk maar ook in de goede tijden, dan ben je al de berg Sion. Je bent onverzettelijk, ondanks dat er van alles kan gebeuren. Je staat stevig in je schoenen, want je weet dat je op God kunt vertrouwen. Hij staat naast je. Je bent dan als de berg Sion, de berg van de Heere. Dat is niet zomaar een berg, maar een heilige berg. De berg van God, je bent een berg in God als je op Hem vertrouwt.
God heeft Christus gegeven om voor ons te sterven en vanuit Christus krijgen we kracht en moed. Door het werk van Christus mogen we sterk staan, we hoeven niet meer te wankelen of te twijfelen. Het is niet de vraag of Hij wel bij je is. Nee, je mag het zeker weten en bij Hem is ook kracht en leven te vinden. Elke dag nieuwe kracht en inspiratie. In Hem sta je sterk en weet je ondanks dat er van alles kan gebeuren dat Hij er voor je is. Christus is Sion en wij mogen op Hem bouwen en daardoor net zo sterk staan. Niet door onszelf, maar door Hem alleen!
Als je dan kijkt naar de machtige bergen in Oostenrijk of Zwitserland en je ziet hoe stevig die staan, dan mogen wij met goede moed in het leven staan. We hoeven niet te wankelen, dat doen die bergen immers ook niet. De top is dun, maar het voetstuk is breed en sterk. Christus is het fundament van elke berg in Hem, van elk mens in Hem.
Dank U Heere Jezus, dat wij sterk mogen staan in U. we vertrouwen op U en daardoor zijn we zo sterk als een berg. U zegt het zelf in Uw Woord en geef toch dat we het ook volledig van U verwachten. Dat we ons leven mogen bouwen in U, met U als Fundament. U bent machtig, dank U daarvoor!

vrijdag 13 februari 2015

In het geloof leven en sterven

Hebreeën 11:13 Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op aarde waren.

Wanneer je sterft, zou deze tekst dan op je rouwkaart kunnen staan? Zouden de mensen die je nalaat ook deze tekst op je begrafenis durven uit te spreken? Dat is misschien een heftige vraag, maar als je de tekst leest een zeer waardevolle vraag. Hier draait het allemaal om in het leven en bij het sterven. Zullen we eens kijken wat de tekst voor boodschap voor ons heeft?

Deze allen zijn in het geloof gestorven. Het gaat dan over Noach, Abraham, Izaäk, Jakob en Sarah. De zogenaamde geloofshelden zijn gestorven in het geloof. Ze geloofden in God en vertrouwden op Hem en toen hun levenseinde hier op aarde kwam zijn ze net als ieder mens gestorven. Maar ze zijn niet net zoals ieder mens gestorven, ze zijn in geloof gestorven. Ze hebben altijd in God geloofd en hebben ook niet op hun sterfbed God verlaten. 

Ze hebben de vervulling van de beloften niet verkregen. In hun tijd is Christus niet gekomen, dat was de grote belofte van God. Daar wachtte men op vanaf het moment dat de mens heeft gezondigd en God naar hen toekwam. Natuurlijk hebben ze wel de andere beloften gekregen zoals het ontvangen van nageslacht, maar dat was niet het belangrijkste in hun geloof. Christus zou komen en daar was hun geloof in vastgezet! God belooft het en dat geloven ze. En jij?

Ze hebben het wel vanuit de verte gezien en geloofd en begroet. Ze hebben de komst van Christus verwacht. Niet alleen met de mond, maar ook met hun hart. Ze geloofden God op Zijn Woord en hebben ook Zijn redding begroet. Ze nemen het aan en maken dat het centrum van hun leven. Daar draait het voor hen allemaal om! Waar draait het voor ons allemaal om?

Ze hebben beleden dat ze vreemdelingen en bijwoners op aarde waren. Dit is toch wel een van de moeilijkste opdrachten. Wij voelen ons vaak zo thuis in deze wereld en willen het liefst dat deze wereld om ons draait. Natuurlijk is de wereld door God geschapen en mogen we ervan genieten, maar waar genieten we van? Waar bevinden we ons en wat zijn de doelen in ons leven. Zijn we anders dan de mensen die niet in God geloven? Of vind je misschien dat dat helemaal niet hoeft? Dan lezen we hier toch iets anders: ze beleden dat ze vreemdelingen waren en bijwoners. Ze hoorden er niet helemaal bij, want ze geloofden in God! In die grote God waar veel mensen niets van willen weten. Toen niet en nu nog niet. Waar hoor je bij?

Als ik dit zo lees, dan is nog veel werk aan de winkel voor de Heilige Geest. Ik bid dat Hij mij en jou mag laten beseffen dat we ons niet zo thuis moeten voelen en overal in mee moeten doen. Dat we afstand nemen van het wereldse en bezig gaan met de dingen van God. Bezig zijn met geloven en dichter bij Hem te komen. Daar moet ik zelf discipline in tonen en in afhankelijkheid van God heel hard aan werken. Ik hoop en bid dat straks de mensen deze tekst op mijn begrafenis kunnen oplezen en dat God daarin wordt verheerlijkt. Want Hij is het doel van mijn leven! Ook in dat van jou?

donderdag 12 februari 2015

Je beste Vriend

1 Samuel 20:16 Zo sloot Jonathan een verbond met het huis van David en zei: Laat de HEERE rekenschap eisen van de vijanden van David!

Vriendschap, iedereen heeft wel vrienden. Misschien hele goede vrienden maar misschien ook wel een aantal minder goede vrienden. Tegenwoordig hebben jongeren een BFF. Dat is een Best Friend Forever. Ik vroeg eens aan een leerling: met wie sta je op de foto die je als achtergrond op je telefoon hebt? Het antwoord: o, dat is mn BFF. Oke, en hoe lang al? Gister precies 2 weken was het antwoord. Zo gaat het dus tegenwoordig. Maar wie zijn jouw vrienden en wat voor vriend ben jij?

Bij echte vriendschap staat eigenlijk 1 woord centraal: trouw. Echte vrienden zijn trouw aan elkaar. Er kan veel gebeuren, maar uiteindelijk komt het weer goed tussen elkaar. Echte vrienden daar komt ook niemand tussen. Het is raar om te zeggen maar zelfs je vrouw, als je getrouwd bent, moet vechten om voorrang. In de Bijbel staat er een mooi voorbeeld van vriendschap. Die zullen we eens goed bekijken en ervan leren voor onze eigen vriendschap(pen).

David is weggevlucht uit het paleis van Saul, want die heeft geprobeerd hem te doden met zijn speer. Saul is nu naar hem opzoek en wil hem doden. Nu is de zoon van Saul, Jonathan, de beste vriend van David. Ze hebben geen geheimen voor elkaar en staan voor elkaar klaar. Jonathan neemt het voor David op, zelfs als dat betekent dat hij David dan voor zijn eigen vader laat. Jonathan kan koning worden als opvolger van Saul, maar David is zijn rivaal. Toch heeft Jonathan geen moeite met het feit dat David koning zal worden. Waarom niet? Omdat Jonathan weet dat David door God tot koning is gezalfd.

God is de basis van deze vriendschap. Beide mannen zijn verschillend, zowel van achtergrond als ook positie in de maatschappij. David is een knecht, maar Jonathan is de prins. Toch hebben ze elkaar gevonden daar in het paleis. Ze kregen samen misschien wel gesprekken en merkten dat ze elkaar mochten. Maar vooral ook dat ze allebei in dezelfde God geloofden. En dat heeft in hun situatie een positieve werking. Jonathan kan het nu accepteren dat David koning wordt en dus kunnen ze vriendschap hebben. Ze sluiten een  verbond waar God als getuige bij is. God is de bindende factor.

Heb jij ook zo’n vriend? Een vriend waarmee je God deelt? Een vriend waarmee je God dient? Dat jullie samen kunnen spreken over God en van elkaar kunnen leren? Is de basis van jullie vriendschap ook God? Als die basis inderdaad God is dan kun je elkaar dichter bij Hem brengen. Dan kun je elkaar helpen in moeilijke tijden, omdat je weet dat God bij jullie is.

Misschien heb je wel vrienden die niet in God geloven of die er eigenlijk helemaal niets mee doen. Hoe is jullie vriendschap dan? Kun je dan als beste vrienden alles bespreken? Kun je dan ook het belangrijkste in je leven bij je vriend kwijt? Misschien trekt die vriend je eigenlijk wel mee naar beneden en moet je concluderen dat hij of zij een negatieve invloed heeft op je geloof. Denk daar eens over na, kan het dan je beste vriend zijn?


Vriendschap is een speciaal iets. Je bent niet met iedereen vrienden en dat hoef je ook niet te zijn. Het belangrijkste is dat je met vrienden alles kunt delen, dat je elkaar kunt vertrouwen. Dat je voor elkaar klaar staat als alle andere mensen afhaken. Je laat elkaar niet zitten! Je beste vriend, heb je daarmee dezelfde basis als David en Jonathan? Kunnen jullie samen met de Here een verbond sluiten? Dat is een rijkdom waar niets tegenop kan. Je kunt elkaar dan versterken en dichter bij Hem brengen. Dan ben je zeker een echte BFF. Best Friend Forever, ja zelfs tot in eeuwigheid! 

woensdag 11 februari 2015

Wie is Deze?

Lukas 9: 9 En Herodes zei: Johannes heb ik onthoofd. Wie is Deze dan over Wie ik zulke dingen hoor? En hij probeerde Hem te zien te krijgen.
Soms ben je nieuwsgierig naar iets wat je hebt gehoord. Als iemand spreekt over een leuk programma op televisie wil je dat misschien kijken, of een interessant artikel in de krant en je wilt dat lezen. Zo kun je in iets geïnteresseerd zijn in verschillende zaken, maar meestal is het een oppervlakkige interesse. Herodes had ook interesse in Jezus, maar wat voor interesse is dat?
Het was nog niet lang geleden dat Herodes Johannes had laten onthoofden. Misschien ken je het verhaal van zijn dochter die voor hem danst en dan op aandringen van haar moeder het hoofd van Johannes vraagt. Diezelfde Herodes is bang voor gevaar binnen Israël, bang voor oproer, en nu komt Jezus naar voren. De mensen spreken over Hem en het gerucht gaat dat Hij nog meer is dan Johannes. Hij doet wonderen, maar spreekt in ongeveer dezelfde bewoording tot de mensen en ze volgen Hem ook nog. Herodes wordt nieuwsgierig, Wie is Deze?
Nieuwsgierig zijn naar Jezus is altijd goed, het kan je op een bepaalde manier trekken. Sommige mensen komen van buiten de kerk tot geloof en zijn getrokken door het bijzondere in Jezus. Soms nog niet eens omdat Hij de Zoon van God is, maar omdat de Persoon Jezus hun interesseert. Het kan een begin zijn, maar het moet natuurlijk niet bij die interesse blijven. Jezus moet je Redder en Verlosser worden, je moet tot het besef komen dat je Hem nodig hebt in je leven en ook om zalig te worden.
Wie is Deze? Een vraag die nu nog niet beantwoord wordt voor Herodes, maar later krijgt hij toch de kans. Als Jezus door Pilatus naar hem wordt gestuurd, vraagt hij Jezus de hemd van het lijf. Maar toch allemaal verkeerde vragen. Geen vragen naar vergeving of naar de liefde van Jezus. Herodes snapt het niet, zijn Redder staat voor Hem. Hij hoeft alleen te knielen en vergeving te vragen en Jezus zal ook hem vergeven. Maar Herodes begint Jezus juist te bespotten en laat zijn soldaten Hem bespotten. Een interesse die uitloopt in desinteresse.
Wie is Deze? Als Herodes opnieuw de keuze zou mogen maken en weer vragen aan Jezus mocht stellen, ben ik er voor 100 procent zeker van dat hij op zijn knieën zou vallen. Deze is namelijk Jezus, de Zoon van God! Heb jij Jezus zo leren kennen? Is Hij jouw Verlosser? Hij wil je aannemen als Zijn kind en als je tot Hem komt laat Hij je nooit staan. Je hoeft geen moeilijke vragen te stellen of gemaakte interesse te tonen, dat heeft geen enkel nut. Je hoeft alleen vergeving te vragen en Hij zal het je geven.
Jezus wil je ook leiden in je leven. Als Hij in je leven is gekomen dat is Hij je Leidsman. Hij geeft je kracht en moed, maar ook zegen. Hij wil naast je staan in elke situatie, want Hij houdt van je! Dat maakt steeds meer interesse los in Hem, want je kunt nooit genoeg van Jezus krijgen. Er zijn zoveel geheimen te ontdekken! En dan mag je ook veel vragen stellen en je komt erachter: bent U dit ook? En dat ook? Ja, Jezus is alles!

dinsdag 10 februari 2015

Smaakmakers

Mattheus 5:13 U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen te worden en door de mensen vertrapt te worden.

Als je altijd gewend bent om zout te eten op bijvoorbeeld je aardappels, dan vind je het niet lekker als je ineens aardappels zonder zout eet. De smaak is weg die er voor jou hoort te zijn. Zout is een smaakmaker, maar ook een conserveermiddel. Je kunt er etenswaren langer mee bewaren zonder dat het bederft. Maar wat als zout deze beide functies verliest? Dan is het nergens meer goed voor.

Diepe woorden van de Heere Jezus, maar ook harde woorden. Hij heeft het over ons bestaan hier op aarde en de manier waarop wij in de wereld leven. Onze levenswijze en wat we wel en niet doen vanuit ons geloof. Wat laten we zien aan de wereld om ons heen en zijn we ons daarvan bewust?

Wij zijn het zout van de aarde, wij geven de aarde haar smaak. Kinderen van God zijn de smaakmakers van de schepping. God heeft ons geschapen om Hem te dienen en later heeft Hij Zijn Zoon gegeven om ons te redden. Als wij vanuit de liefde van Christus leven, dan zijn wij het zout der aarde. We kunnen het niet ontkennen, want Jezus heeft het zelf gezegd: u bent het zout van de aarde.

Hoe kunnen wij dan zout zijn? Wanneer heeft de aarde smaak voor God? Als Hij gediend wordt, dan is het voor God goed. Hij heeft de mensen geschapen en wil dat ze Hem dienen. Als wij vanuit het geloof leven en daaruit handelen, door genade van de Heere Jezus, dan mag je het zout zijn. Je mag leven tot Zijn eer. Dat geeft ook dat er een oproep in de tekst zit: zorg dat je het zout bent! Dat de mensen aan je kunnen zien dat je bij Mij hoort en voor Mij leeft.

Hoe laat je dat zien? Hoe laat je zien dat God en Jezus belangrijk voor je zijn? Hoe laat JIJ dat zien en hoe laat IK dat zien? Nee, het is niet strikt de regels houden omdat het moet en keurig in pas lopen met wat andere mensen vinden. Het is wel leven vanuit Christus. Dan is het voornaamste doel van je leven Hem groot maken. Mensen laten zien dat je anders bent, niet dat je beter bent, maar anders met de dingen omgaat. Je vraagt je niet af wat wil ik, maar wat wil God!

Er zit ook een waarschuwing in de tekst, want als het zout zijn smaak verliest, dat wil dus zeggen zijn geloof en wat erbij hoort, die is nergens meer goed voor. Als je dus niet (meer) gelooft dan komt het niet goed. Het enige wat overblijft is dat je weggeworpen wordt en vertrapt. Blijf dus in Christus en leef vanuit Hem! Ga niet de weg op van de wereld en alles wat daarbij hoort. Want dan is je smaak weg, je leeft voor jezelf. Wij vinden onszelf allemaal wel belangrijk, maar de vraag is: Wie staat op de eerste plek en hoe is dat terug te zien in je leven?


Heere God, help mij om het zout van deze aarde te zijn en dat alles wat ik doe tot reukwerk mag zijn tot Uw eer. Het is vaak zo moeilijk om te leven tot Uw eer, er wordt zoveel aan mij getrokken, maar Heere ik weet dat U mij wilt helpen. Ik leg mijn leven in Uw hand en wilt U het leiden.

maandag 9 februari 2015

Kom zoals je bent, maar blijf niet zo

Romeinen 6:19 Ik spreek op menselijke wijze vanwege de zwakheid van uw vlees. Want zoals u uw leden beschikbaar gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de ene wetteloosheid tot de andere wetteloosheid, stel zo nu uw leden beschikbaar ten dienste van de gerechtigheid, tot heiliging.

Iedereen mag komen bij Christus, er is niemand uitgezonderd. Er is plaats voor velen, ja er is plaats voor iedereen! Dat is echt geweldig nieuws en iedereen mag en moet het horen. Dat is het Evangelie dat elk mens nodig heeft tot zaligheid. Jezus is gekomen voor de grootste van de zondaren, er is niemand uitgezonderd. Het maakt helemaal niet uit wat je hebt misdaan, je zonde kan nooit zo groot zijn dat er geen vergeving voor te ontvangen is. Belijd je zonden aan Hem, leg ze voor het kruis en ze zullen vergeven worden! Je mag dan kind zijn van Hem!

Maar er is nog meer goed nieuws! Je hoeft niet in je oude leven te blijven, je mag een nieuw leven ontvangen. Voordat je een kind van God bent, ben je slaaf van de zonde. De zonde, oftewel de duivel, heeft de macht over je. Hij is de baas in je hart en hij laat je niet gauw los. De zonde heeft een sterke greep en daar kunnen wij vanuit onszelf niet uitkomen. Dat leven is een leven zonder inhoud, denk maar eens terug aan de tijd dat je Christus nog niet kende; waar leefde je toen voor? Misschien is Christus nu nog jouw Verlosser niet, bedenk ook dan waar je voor leeft! Wat is het doel van je leven? Je mag komen bij Hem, zodat je tot Zijn eer mag leven! Dan heb je pas een doel in het leven, het eeuwige leven.

Als je bij Hem mag horen, dan hoef je geen slaaf meer te zijn van de zonde. Nee, je mag leven tot Zijn eer. Je mag leven uit gehoorzaamheid aan God en Zijn geboden. Hij vertelt ons van Zijn liefde en die liefde brengt ons steeds dichter bij Hem! Maar daar kunnen zonden tussenin staan. Misschien ook wel bij jou! Vraag God om inzicht hierin en vraag Hem om je ogen te openen zodat je mag zien wat er tussen jou en God instaat. Je bent immers Zijn kind! Dan wil je toch niet dat er iets tussen jullie in staat?

We mogen leven ten dienste van de gerechtigheid zegt Paulus. Dat betekent een afhankelijk leven, een leven die ten dienste staat aan Christus. Hij wil ons heiligen, steeds meer apart zetten tot Zijn eer. Dat kan niet als we in de zonde leven, maar door Zijn hand kunnen we daaruit worden geleid. Je denkt misschien wat een zware woorden allemaal, maar Paulus schrijft het ook hard: je bent slaaf! Of je was slaaf! Leef nu voor de Koning!


Jezus Christus is de Koning waar je voor mag leven. Hij heeft Zijn leven gegeven tot eer van Zijn Vader en om ons te redden. Dat was niet alleen een klein beetje, of alleen het deel dat Hij genoeg vond. Nee, het was heel Zijn leven. Hij is gestorven! Maar ook weer op gestaan, in een nieuw Godzalig leven. Jij mag ook opstaan in een nieuw Godzalig leven, door Hem! Dat gaat met vallen en opstaan, het kost strijd, moeite en verdriet! Maar de beloning is een eeuwig zalig leven bij Hem! Halleluja, wat een heerlijke God hebben wij! Hij is de GROTE KONING, Hij wil gediend worden en wij hebben het voorrecht Hem te dienen en te eren en te prijzen! Wat doe jij?

zondag 8 februari 2015

Jezus houdt van je

Lukas 15:20 En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.

De kern van het evangelie: de Vader is met innerlijke ontferming bewogen! Christus is met innerlijke ontferming bewogen over de mensen die zich tot Hem keren. Daar stelt Hij geen eisen aan, ze moeten niet eerst zichzelf maar eens bewijzen of beter gaan leven. Nee, Hij weet van welke weg ze komen, Hij weet hoe leeg die weg is en Hij is zo blij dat ze bij Hem terugkomen.

We lezen van Jezus een aantal keren in de Bijbel dat Hij met ontferming was bewogen over de mensen die bij Hem kwamen. Of het nu een hoer was, of een tollenaar of wie dan ook: Hij houdt van ze! Jezus houdt van ons allemaal! Hij is met innerlijke ontferming bewogen en Zijn liefde gaat zo diep!

Toch worden er vaak bepaalde eisen gesteld aan die liefde. Je moet eerst maar een niet meer zoveel zondigen, of heb je wel genoeg verdriet van je zonden? Toch is dat juist niet wat Jezus van ons vraagt, want dan maken we er eigen gerechtigheid van, we moeten, en kunnen dus, zelf iets toevoegen. Dat is nu net niet zo, we kunnen zelf niets toevoegen, het is alleen maar genade. Vergeving krijg je om niet, door Christus. Daar staat helemaal niet tegenover van onze kant, we mogen alleen onze handen openhouden en ontvangen. Wat een rijk evangelie van onze Zaligmaker.

Toch is alleen je handen openhouden iets wat niet in een mens zit. Wij willen niet afhankelijk zijn van iemand anders of van Iemand anders. Wij willen zelf zo graag de regie hebben en bepalen wat we doen. Of is dat bij jou anders? Als je dan toch zo graag iets wilt doen: leef dan in dankbaarheid. Leef naar de wil van God en hoe Hij ons heeft geleerd om te leven. Leef niet in de wereld, maar in Christus. Niet in het vlees, maar uit de Geest. Dat is dankbaarheid naar Christus, maar geeft je ook het beste leven dat we ons kunnen wensen. Niet vanuit het moeten, maar vanuit het mogen.

Reken maar dat de vader uit de gelijkenis die zoon niet eenmalig heeft gekust, hij zal steeds weer blij zijn geweest met de terugkeer van zijn zoon. Als ik dat dan voor me zie, dan  zie ik die vader stralend over zijn erf lopen en als hij zijn zoon ziet een kus geeft. Zo is het ook met Christus, Hij is niet eenmalig blij als we tot Hem komen om vergeving, maar elke dag is Christus blij en wil Hij ons kussen. Dat doet Hij door Zijn Woord, door Zijn zorg voor ons, door de kerk. Daar mogen we ons door Hem laten omarmen en kussen. Wat een liefde van onze Christus! Jezus houdt ook van jou!

vrijdag 6 februari 2015

God geeft richting

1 Samuel 17:49 Vervolgens stak David zijn hand in de tas, nam daar een steen uit, slingerde die weg, en raakte de Filistijn daarmee tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong en hij met zijn gezicht ter aarde viel.

Wat een gevecht, de grote Goliath tegen de kleine David. Een ervaren kampvechter die menig gevecht heeft gevoerd en gewonnen tegen een herdersjongen die als boodschappenjongen naar het leger kwam. Oneerlijk, niets wijst in het voordeel van David. Als er in die tijd bookmakers waren en je had op David gewet, was je stinkend rijk geworden. Zo was de situatie waarin David zich bevond, maar hij was niet bang. Hij had God aan zijn zijde.

Heb je al eens nagedacht over dat steentje? Ik las vanavond met mijn kinderen voor de verandering maar eens David en Goliath, ze houden van dat verhaal. David heeft alles geprobeerd om aan te trekken, maar hij doet het allemaal af. Hij gaat naar de reus met zijn slinger, maar bovenal met vertrouwen. Vertrouwen in Zijn God! En als je het verschil tussen die twee strijders ziet, dan moet dat vertrouwen levensgroot zijn geweest. David twijfelt niet aan Gods macht en aan Gods leiding in zijn leven.

Dat steentje, kun je daarmee zo nauwkeurig mikken dat het precies in het voorhoofd van Goliath schiet? Ja, geoefende slingeraars kunnen de steentjes met precisie en hoge snelheid slingeren. Toch stond David onder hoge druk en is het de eerste keer voor hem dat hij zo precies moest gooien en dan ook nog precies tussen de ogen! Sommige mensen spreken over een gelukstreffer, maar dat was het absoluut niet. God bestuurde de steen die David slingerde en dat hij juist op deze manier Goliath raakte en versloeg.

God geeft richting aan de steen van David, omdat David in vertrouwen op Hem de vijand tegemoet ging. Een droomscenario, maar toch geldt dit ook voor ons. God wil ook richting geven in ons leven en ons leiden aan Zijn hand. Niet alleen in moeilijke tijden, maar ook in betere tijden. Toen David bij de schapen was, leefde hij ook met God. God was zijn alles! Is dat ook zo bij ons? David gaat dus niet alleen naar God wanneer hij Hem nodig heeft, maar God is er wel als David Hem nodig heeft. Dat is het mooie van het leven met God. In goede tijden mogen we dicht bij Hem leven, Hem zoeken en een relatie opbouwen, zodat God in moeilijke tijden ons bij kan staan.

God geeft richting aan je daden, wanneer je op Hem vertrouwt. Zoals het steentje van David werd geleid door God hand, zo wil God onze daden ook zegenen. In je werk, in je gezin, in je hobby’s en bij alles wat je doet. Niet alleen op weg gaan, niet denken dat we alles zelf wel kunnen, maar in verwachting en vertrouwen op God in het leven staan en zo onze daden verrichten. Dan wil God ook je werk, je gezin en al het andere zegenen. God wil richting geven aan je leven, aan alles wat je doet, maar we moeten Hem wel aan het werk laten en niet zelf al proberen alles te regelen.

Heere God, wilt U richting geven aan mijn leven, want met U sta ik sterk. Laat mij in afhankelijkheid van U mijn werk doen, mijn gezin leiden, mijn studie doen, mijn hobby’s uitvoeren en mijn werk in de kerk doen. Wilt U het dan ook zegenen, Heere! Geeft U mij richting, ik vertrouw op U.

donderdag 5 februari 2015

Bewaar het in je hart

Lukas 11:28 Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren.

Iets bewaren kun je op verschillende manieren doen. Je kunt het in een doos stoppen en het op zolder ergens wegzetten, zodat je het niet meer ziet. Je kunt iets heel goed bewaren in een kluis en op slot doen zodat niemand erbij kan en later wel eens kijken of je er iets mee kunt en je kunt iets bewaren om er aandacht aan te geven. Je geeft het een belangrijke plek en als je tijd hebt doe je er iets mee.

De Heere Jezus reageert op een vrouw die vanuit de menigte iets naar Hem roept. Ze roept dat de vrouw zalig is die Jezus heeft gebaard en borstvoeding heeft gegeven. Ze was helemaal onder de indruk van de preken die de Heere Jezus hield en ze wilde Hem dat laten weten. De reactie van Jezus is onze tekst. Jezus zegt: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. Maria is niet zalig omdat ze de moeder van de Heere Jezus is, nee ze kan ook alleen maar zalig worden door het geloof in Jezus en Zijn Woord te bewaren.

Het Woord van God kun je op verschillende manieren horen. Misschien ga je wel elke zondag naar de kerk en lees je ook af en toe in je Bijbel. Op zich is dat natuurlijk prachtig, maar wat doe je met de woorden die je leest? Gaat het je ene oor in en het andere weer uit? Je ontvangt iets, het Woord van God, maar je doet er verder niets mee. Je zet het eigenlijk op zolder zodat je er niet meer naar om hoeft te kijken? Dat is niet de juiste manier om het Woord van God te bewaren, we moeten er iets mee doen.

Jezus wil ons zeggen dat we Zijn Woord tot ons moeten nemen en het bewaren, we moeten erover nadenken en proberen toe te passen in ons leven. Het is niet zoals een roman die je leest en vervolgens dichtslaat en denkt: dat was weer een mooi boek, op naar de volgende. Nee, we mogen over het Woord van God nadenken en het bewaren. Dat bewaren kun je helemaal zelf doen, de stilte zoeken en het stukje op je in laten werken, maar je kunt ook een dagboekje erbij gebruiken, zodat het stukje uit de Bijbel uitgelegd wordt en dat het meer voor je begint te leven. Zeg nou zelf, hoe vaak lees je niet over een tekst heen en dat je er later achter komt dat het een bijzondere tekst is?

Gods Woord bewaren vanuit Christus die voor je is gestorven. Dat is de rijke boodschap die Hij ons mee wil geven. Jezus zelf en niemand anders geeft ons deze woorden en die mogen we in ons leven toe passen. Alleen geloof brengt je tot zaligheid, maar de woorden van God laten je groeien in je geloof. Ze laten je zien hoe mooi Christus is, maar ook dat het niet altijd van een leien dakje gaat. Er worden in de Bijbel veel voorbeelden geven van gelovigen die fouten hebben gemaakt waar wij van mogen leren en ze zo niet hoeven te doen. Maar er wordt ons ook geleerd dat er altijd vergeving is bij Hem! Hij laat je nooit staan!

Maar niet alleen de Bijbel lezen, de tekst geeft ons ook gelijk de reden om naar de kerk te gaan. Wij mogen leren van onze dominees en voorganger, zij zijn door God aangesteld en hebben zich verdiept in de Bijbel om ons te onderwijzen. Natuurlijk spreekt niet elke preek je aan, maar Jezus zegt: wie Mijn Woord hoort en dat bewaart, die mag zalig genoemd worden. Dat geeft dominees de opdracht om Christus te prediken en dat geeft ons de opdracht op Christus te luisteren. Niet alleen luisteren, maar ook bewaren.


Bewaar de woorden in je hart, daar kan niemand ze van je afnemen. Daar zijn ze veilig en daar mag je de woorden ook overdenken. Christus wil die plaats zodat Hij je kan helpen te begrijpen ze de woorden zegenen. 

woensdag 4 februari 2015

Voeding uit Gods Woord

Psalm 1:3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt; al wat hij doet, zal goed gelukken.

Een prachtig voorbeeld wordt in deze psalm gebruikt voor een kind van God. Het gaat over een boom die aan de waterkant staat en die volop in bloei staat. Prachtige kleuren met sterke bladeren, het staat stevig. Het is natuurlijk de mooiste plek die een boom zich kan wensen, dicht bij het water. Er is dan nooit tekort aan vocht in de grond en die boom kan blijven groeien en bloeien. Die boom staat er prachtig bij en kan wel tegen een stootje.

Met die boom wordt een mens bedoeld die dicht bij God leeft. God is de waterbeken en wij zijn de boom. Maar wanneer ben je dan zo’n boom? In de tekst voorafgaande aan vers 3 staat: die zijn vreugde vindt in de wet van de Heere en Zijn wet dag en nacht overdenkt. Zo, zul je nu misschien denken, zolang denken over de wet, dat is nogal wat. Maar met de wet wordt hier alles bedoeld wat God ons vertelt en dat is een Bijbel vol. Luisteren naar God en leven naar Zijn wil, dan ben je net als die boom aan de waterbeken.

Als je luistert naar God, dan geeft dat vrucht, je zult veranderen en niet alleen van buiten, maar juist ook van binnen. Je hart dat eigenlijk gericht is op de zonde, wordt gericht op God! Dat gaat natuurlijk niet in één keer, maar stapje voor stapje. Elke keer als je water krijgt uit de beek, dan groeit er iets binnenin je. En wat binnen in je zit, dat komt eruit. Vroeger zei een dominee bij ons: Wat erin zit komt naar buiten en is niet te stuiten. Zo is het ook met God, als Hij in je werkt komt dat naar buiten en het is niet te stuiten. Prachtig hè?

Je staat ook steeds steviger, je blad valt ook niet af want je krijgt steeds voeding van Hem. Je mag mooie dingen doen met je leven en goed zijn voor anderen. Je mag leven uit Christus en dat doorgeven aan de mensen om je heen en verder weg. Je hebt als christen prachtige kleuren en die mag iedereen zien! Maak je anderen daarmee jaloers, zodat zij ook die God willen dienen? Niet om eigen eer en roem, maar om Zijn Naam te verhogen?

Maar er zijn ook goddelozen, die worden in het volgende vers behandeld. Met hen loopt het niet goed af, zij zijn als kaf dat zo wordt weggeblazen. Kaf is wat overblijft van koren en het waait met elk zuchtje wind weg. De zondaars, de mensen die niet naar God luisteren dus, staan niet stevig en zullen vergaan in het gericht. Een harde boodschap, maar de dichter van de psalm draait er niet omheen. Hij wil de mensen waarschuwen, ga niet zo door.


Er is een weg terug voor goddelozen, een weg die door elk kind van God is bewandeld. Gaan door de enge poort, jezelf klein maken en overgeven aan Christus. Hij wil je zonden afwassen en je tot Zijn schare rekenen. Je hoeft daar zelf niets voor te doen, Hij heeft al het werk gedaan. Hij, de heerlijke Zoon van God heeft de strijd voor ons gestreden, een strijd die wij zelf niet kunnen winnen heeft Hij gewonnen. En als je dat gelooft, dat Hij voor jouw zonden heeft betaald, dan mag je ook zijn als die boom aan waterbeken. Het is heerlijk om zo dicht bij dat water te staan en je te laten voeden door Hem. Nee, de wind probeert je nog steeds omver te krijgen, maar in Hem sta je sterk!

dinsdag 3 februari 2015

Christus leeft in mij

Galaten 2:20 Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.
Kijk eens naar je handen, zie je daar gaten in zitten? Kijk eens naar je voeten, hebben daar spijkers in gezeten? Je zult niets zien en zo zal het bij Paulus ook zijn geweest. Hij heeft geen gaten in zijn handen gehad en ook niet in zijn voeten, maar toch zegt hij dat hij met Christus is gekruisigd. Hoe kan hij dat nu zeggen? Hij heeft makkelijk praten, want hij heeft zelf niet aan dat kruis gehangen. En ik ook niet en jij ook niet. Toch mogen we Paulus nazeggen: ik ben met Christus gekruisigd. Kun je dat? Is dat ook jouw belijdenis?
Dat je gekruisigd bent met Christus betekent niet dat je ook daadwerkelijk aan een kruis hebt gehangen. Nee, dat is ook niet het belangrijkste van het kruis. Christus is gestorven aan het kruis en heeft Zijn leven afgelegd. Paulus heeft Zijn leven ook afgelegd, hij is gestorven. Zijn eigen ik is gestorven en nu leeft Christus in Hem! Is jouw eigen ik ook gestorven, of probeer die nog krampachtig vast te houden. Je houdt het maar in leven, want je kunt niet zonder. Je kunt je niet overgeven aan Christus, terwijl je heel goed weet dat je Hem nodig hebt. Dan wil Christus je daar de kracht voor geven, wij hebben die kracht elke dag weer nodig en Hij wil het geven.
Het is toch prachtig dat Paulus zegt: Christus leeft in mij. Soms zijn er momenten dat ik dat ook kan zeggen, maar er zijn ook momenten dat het totaal niet in mij leeft. Christus lijkt helemaal niet in mij te leven, ik doe alleen wat ikzelf belangrijk vind en wat ik zelf wil. Dat is dat vervelende vlees waar wij nog in leven. Dat vlees houdt ons tegen om volledig te leven naar de wil van God. Maar toch mogen we zeggen: Christus leeft in mij. Ik doe nog zonden, maar door Zijn genade worden die vergeven. Dat is geen vrijbrief om zonden te doen, want als je het zo ziet dan leeft Christus niet in je. Het kost strijd, waarin je wordt bijgestaan door de Allerhoogste.
Ja, ik leef door het geloof in de Zoon van God. Zonder dat geloof zou mijn leven helemaal geen inhoud hebben. Het is niet voor de buitenkant of iets van tijdelijke aard. Nee, het is voor eeuwig. Ik mag nu leven, door het geloof in de Zoon van God! Voor eeuwig mag ik leven in de wetenschap dat ik bij Hem hoor. Dat maakt me blij van binnen. Jou ook? Maakt het je blij dat Christus voor jouw zonden is gestorven en dat Hij je zo heeft liefgehad dat Hij Zichzelf voor jou heeft overgegeven? Dan ben je een gezegend mens en mag je leven door de Geest.
Christus leeft in ons! Wat een geweldig voorrecht om dat te mogen weten en dat te mogen ervaren. Hij zegt niet: Ik ben voor je aan het kruis gegaan en nu zoek je het zelf maar uit. Hij zegt: Ik leef in je! Dat geeft ons steun en kracht en blijdschap in Hem. Dat geeft ons ook verantwoordelijkheid voor wat we doen, want Christus leeft in ons. Dat is bepalend bij de keuzes die we maken.. Doe ik dit wel en dat niet, met welke zaken houd ik me bezig. Dat bepaald welke muziek je maakt of luistert, welke films je kijkt, hoeveel je geeft aan arme mensen, hoeveel aandacht je gezin krijgt en zo kunnen we een hele lange lijst maken. Maar het begin van al onze keuzes is Christus! Hij leeft voor eeuwig! Ook in jou?
Lieve Heere Jezus, als ik eraan denk. Dat U voor mij stierf wat een kostbaar geschenk. Bij U wil ik horen, heel dicht bij U zijn. Ondanks al mijn zonden, angst en al mijn pijn. Leef toch in mij, Heere!

maandag 2 februari 2015

Eten van de Boom des Levens

Openbaring 2:7 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.

Pittige woorden hebben we deze keer. Het gaat om de brief die Johannes moet sturen aan de gemeente van Efeze. In het eerste gedeelte wordt de gemeente geroemd om haar werken en krijgt ze complimenten. Het gaat erom dat ze leugenaars en slechte mensen niet kunnen verdragen. Daar krijgen ze complimenten voor en Christus vindt dat dus ook. Hij wil geen slechte mensen in Zijn gemeente, dat betekent dat als je bij Hem hoort dat er dan ook verandering is te zien. Je leeft niet meer zoals je deed en het doel van je leven is veranderd. Je probeert naar Zijn wil te leven, niet om zalig te worden, want dat word je niet door werken, maar om Hem te eren.

Maar na de complimenten komt er een klacht aan het adres van de gemeente. Jullie hebben je eerste liefde verlaten. Dat kun je eigenlijk net zo zien als wanneer je bent getrouwd dat je er later met een andere vrouw of man vandoor gaat. Je hebt je aan hem of haar gegeven en zegt later: sorry, toch maar niet. Zo kan het ook in het geloof gaan. Je kunt aan het begin Christus willen volgen en ook dingen veranderen in je leven, maar vervolgens leef je weer op de oude manier, of misschien wel op een nieuwe manier die ook niet het leven van een christen is. Wij moeten uitstralen dat we bij Hem horen en dat kan alleen door een levensstijl net als Hem. We moeten voor anderen zorgen en we moeten het goede voorbeeld geven. We gaan ook niet met alles mee wat de wereld doet. Veel mensen leven een leven dat in contrast staat met het leven van Christus. Ze zijn met hun mond misschien wel Christus, maar als je ze vervolgens iets beter kent dan staat eigenlijk hun hobby, sport of werk op de eerste plek.

Als je zo leeft wordt de kandelaar weggehaald. Dat betekent dat de hoop en de liefde vanuit Christus straks niet meer aanwezig is. De Heilige Geest is eigenlijk niet welkom en als Hij niet welkom is dan verlaat Hij je. Dat is een verantwoordelijkheid die we allemaal hebben. Mocht jij zo zijn geworden dan roept Christus je op om je eerste liefde weer op te zoeken. Leef met Christus en je zult die liefde weer voelen.

Wie naar Zijn wil leeft die zal straks eten van de Boom de levens, die in het midden van het Paradijs staat. Je mag daarvan eten en dan zul je vervuld worden. Je mag voor eeuwig bij Hem leven. Dat is de toekomst die er voor de kinderen van God ligt. Je mag bij Hem zijn en Hij zal je te eten geven. Hij zal je vullen met Zijn Geest. Hoe heerlijk zal dat zijn. Dat duurt voor eeuwig.

Soms zijn er momenten dat je wordt stilgezet omdat er iets ergs is gebeurd. Dan komt de vraag op je af: ben ik gereed om te sterven. Er hoeft maar iets kleins te gebeuren,  dan is het zover. Dan mag je troost hebben als je mag eten van de Boom des levens, straks in het Paradijs. Je weet hoe je daar kunt komen, namelijk door te geloven dat Christus je Zaligaker is en door vervolgens met Hem hier op aarde al te leven.


Leven met Christus is het leven zoals het straks ook zal zijn. Hier nog met fouten, maar straks volmaakt. Kijk dan eens naar jezelf en lees het hele Bijbelgedeelte dat bij deze tekst hoort. Wat staat hier over het volgen van Christus en welk risico neem ik wanneer ik andere dingen boven Hem zet? Leef je geloof en prijs Christus met je leven.