zondag 25 december 2016

Het Kindje Jezus in je armen

Lukas 2:28 nam hij Het in zijn armen, loofde God en zei:

Simeon was een gelovige man die dicht bij God leefde. De Bijbel schrijft over hem: een man die rechtvaardig was en godvrezend en zelfs dat de Heilige Geest op hem was. Die Simeon had een openbaring van God gekregen, namelijk dat hij niet zo sterven voordat hij de Gezalfde van de Heere had gezien. Daar wachtte hij nu op, het zien van Jezus. Hij had natuurlijk geen idee hoe die eruit zo zien, maar toen de Geest van de Heere hem naar de tempel leidde wist hij het meteen: dit Kindje is de Gezalfde, de Zaligmaker en de langverwachte Messias.

En Simeon bedacht zich geen moment en nam het Kindje in zijn armen. Dat kleine Kindje van acht dagen oud, dat in de tempel kwam met Zijn ouders om besneden te worden, werd door Simeon opgetild en toen stroomde Simeon over van vreugde. Zijn hart raakte vervuld van de Geest van God en hij loofde God. Dit Kindje Jezus is een licht om de heidenen te verlichten en om het volk Israël te verheerlijken. Wat een bijzonder moment voor Simeon, dat hij dit mocht meemaken en wat sprak hij heerlijke dingen over dit Kind. Zijn ziel raakte vervuld van dit Kind en hij stroomde over van de liefde van God.

Vandaag hebben wij dit Kindje ook in onze armen mogen nemen. Toen we in de kerk waren, thuis het kerstevangelie hebben gelezen, al die mooie liederen hebben gezongen en zelfs wanneer we alleen maar stil waren en aan het Kindje van Kerst dachten. We mochten het Kindje in onze armen nemen, net als wanneer iemand een kindje krijgt en de mensen die op bezoek komen het even mogen vasthouden. Maar de grote vraag is: wat heb je gedaan toen het Kindje in je armen lag?

Simeon loofde God! Hij heeft een loflied gezongen over het Licht. Daar mogen wij van leren, daar mogen wij mee instemmen en God loven en danken om dit Kindje Jezus. We mogen het Kindje toezingen, neerknielen voor Hem en eerbiedig stil zijn. En wanneer wij stil zijn en ons verwonderen over het Kind, dan zal de Heilige Geest in ons werken en ons vervullen met Gods liefde. We zullen dan ook vervuld en God groot maken.

Maar je kunt het Kindje ook in je armen hebben gehad vandaag en eigenlijk wilde je er niets van weten. Je hield het vast uit fatsoen, uit nieuwsgierigheid of uit gewoonte. Wanneer dat voor jou geldt vandaag, dan mag je nog eens naar dat Kind gaan en het nog eens op je armen nemen. Kijk eens goed Wie dit is. Dit is Jezus, de Zoon van God, die voor jouw zonden is gestorven. Dit is Jezus, die neerdaalde uit de hemel vanaf Zijn troon om jou te dienen en te verlossen van de zonde. Hij gaf Zijn heerlijkheid op uit liefde voor ons. Neem nu het Kind nog eens in je armen en spreek je hart uit. Geef Hem de eer die Hij verdient, aanbid Hem omdat Hij het waard is.

Wanneer wij Jezus in onze armen nemen tijdens Kerst en daarna, en zien Wie Hij voor ons is, dan zullen we een heerlijk kerstfeest vieren. Dan mogen we knielen en Hem aanbidden. Neem jij Hem in je armen en verheerlijk je Zijn Naam?


O heerlijk Kind hier in mijn armen, het Licht dat schijnt in mijn duistere hart. Laat mij toch Uw Naam loven en prijzen, laat mij toch U liefhebben met heel mijn hart en leven zoals U het verlangt. Ik dank U Kindje, dat U voor mij bent gekomen naar deze aarde en voor mijn zonden wilde sterven. U zij geprezen, U heb ik lief, van nu aan tot in eeuwigheid. Amen. 

zaterdag 24 december 2016

Grote blijdschap: Jezus Christus is geboren

Lukas 2:10 En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal,

Wat een schrik bij de herders, want ineens staat daar die engel voor hun neus. Zo midden in de nacht komt de engel uit de hemel en vertelt de herders zijn boodschap van God. Wat een heerlijk gezicht zal dat zijn geweest, want de heerlijkheid van de Heere omscheen hen. Het overkomt je natuurlijk niet elke dag dat er een engel bij je komt en dan niet zomaar, maar ook nog een die je laat omschijnen door de heerlijkheid van de Heere. Toen Mozes dat had gezien staalde zijn gezicht toen hij terug kwam bij het volk. En zo is het met de herders niet zo.

Maar dat is niet het belangrijkste, want de engel heeft een boodschap! Hij heeft ze iets te verkondigen, iets heel moois te vertellen! Hij verkondigt ze grote blijdschap! Het is niet een normale boodschap uit de hemel, maar de boodschap is blijdschap. Jullie moeten niet bang zijn, want mijn boodschap is blijdschap, zegt de engel. Ik ga jullie iets vertellen waar je blij van wordt, maar de boodschap in zichzelf is ook blijdschap. Geen haken en ogen, geen gemaar, maar alleen maar blijdschap.

En wat is die blijdschap dan? Jezus Christus is geboren, de Zaligmaker. Hij die lang geleden belooft is door God is nu naar de aarde gekomen om het volk zalig te maken. De ellende is voorbij, de tijd van wachten is voorbij, de breuk met God zal weer worden geheeld en het kwade zal overwonnen worden. God komt naar de aarde als Mens en je zult Hem vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe. De Messias is zo dichtbij voor jullie, jullie kunnen Hem bezoeken en Hem Zijn eer brengen. Wees niet bang, maar wees blij!

Wij zijn vaak geneigd om hier weer het negatieve in te zien. Jezus ligt in een kribbe en is in doeken gewikkeld. Hij ligt dus in een stal en niet in een paleis. We kunnen er een hele musical van maken hoe triest dat allemaal is en hoe zielig. Maar de engel spreekt alleen maar over grote blijdschap. Hij spreekt nergens over het negatieve, maar hij spreekt over de Zaligmaker. Wees blij jullie, want ik verkondig jullie blijdschap. Jezus is blijdschap, dat is de boodschap.

En dan mogen ook wij met de herders blij worden en ons zelf klein maken. Want de grote Verlosser is naar de aarde gekomen en nu mogen wij deze blijde boodschap horen: Jezus is geboren. En ja, voor ons is Hij geboren in een kribbe en voor ons is Hij in doeken gewikkeld, maar het is pure blijdschap dat Hij uit liefde voor ons is gekomen.

Het is alleen blijdschap wanneer wij het ook geloven, wanneer wij ons hart bij de kribbe neerleggen en Jezus erover laten regeren. Het is zaligmakende blijdschap wanneer wij zien hoe groot Jezus is en hoe Hij de Koning is over heel de aarde. Het is alleen blijdschap wanneer wij Hem samen met de herders gaan zoeken en ons laten vervullen met die boodschap. Dan is het een gezegend kerstfeest. Dan mogen we ondanks alle ellende in ons leven toch die blijdschap kennen die bij Kerst hoort. Want het is nu eenmaal zo: zie, ik verkondig u grote blijdschap want u is geboren Jezus, de Zaligmaker!


Ik wens jullie allen een gezegend kerstfeest rondom de kribbe. En wees maar vervuld van blijdschap, want Hij is blijdschap!

woensdag 21 december 2016

(geen) plaats voor Jezus

Lukas 2:7 en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er geen plaats voor hen was in de herberg.

Wat wordt er vaak gesproken en geschreven over die idyllische nacht in Bethlehem. Jozef en Maria moeten na een lange reis uiteindelijk overnachten op een plek waar normaal de dieren overnachten. Een plek waar een kribbe staat, waar de dieren dus uit eten. Dat wordt dan gelijk als dieptepunt van de komst van Jezus naar de aarde beschreven. Hij is geboren in een stal, tussen de dieren en niet in een paleis. Maar het belangrijkste staat eigenlijk aan het eind van deze tekst: omdat er geen plaats voor hen was in de herberg.

Geen plaats voor Jozef en Maria en geen plaats voor Jezus in de herberg. Andere mensen hadden de plaats voor hen ingenomen en ze moesten nu naar de stal en daar zou het Kind geboren worden. Het is inderdaad een droevig verhaal en de mensen hebben het allemaal niet geweten dat Maria zwanger was van Jezus, de Zoon van God. Toch is het typerend dat juist bij Zijn geboorte de tekst staat: er is geen plek voor hen in de herberg. En toch past het in Gods plan. Het tekent hoe de wereld tegenover het Kindje staat en hoe moeilijk het is voor Jezus om als God tussen de mensen te komen. Er is geen plaats.

Is er plaats bij jou voor het Kindje? Het is bijna Kerst en dan mogen we dit onszelf afvragen. Hoe gaan wij om met de tijd van Kerst en geven wij alle ruimte aan het Kind om in onze harten te werken tijdens Kerst? Voelt Hij Zich welkom als wij het feest voor Hem vieren? Staat Hij centraal bij alles wat we doen deze dagen? Of zijn we druk met familie, vrienden, spellen, voetbal, drinken, gezelligheid en wat er ook maar te doen is tijdens Kerst? Of openen we een aantal keren per dag Zijn Woord, lezen we alle delen van het kerstevangelie, gaan we naar de kerk, zingen we heerlijke kerstliederen en staat dat centraal? Maken we plaats voor Hem?

Want je hebt gelijk wanneer je zegt dat dat immers elke dag moet. Maar elke dag is al zo druk en hebben we zoveel te doen. Laten we dan Kerst nemen om aan Hem te denken, Hem in ons te laten werken en Hem te aanbidden. Want ons hart heeft vaak geen plaats voor Jezus en alles is zo belangrijk. We kunnen overal uren mee bezig zijn en al onze tijd in het nutteloze steken, maar Christus vraagt om een plek in je hart en dat zal zich uitbetalen in tijd voor Hem en Zijn Woord.

Misschien heb jij helemaal geen plaats voor Jezus en is dat er nog nooit geweest. Kijk dan nu eens naar dat Kind, de Zoon van God. Hij kwam als Mens naar de aarde om ook voor jouw zonden te sterven en Hij vernederde Zich voor jou. Niet omdat Hij dat zo leuk vond, maar omdat de straf gedragen moest worden. Ja, ook jij bent zondig en ja, ook jij hebt vergeving nodig. Ga naar Jezus en kniel aan Zijn kribbe en Hij zal in je hart komen. Geef Hem de ruimte en je zult vervuld worden met de Heilige Geest, zodat je nog meer zult zien hoe mooi en hoe groot Jezus voor jou is.

Plaats voor Jezus, God heeft die plek voor Hem in de hemel gemaakt. Jezus zit daar nu aan Zijn rechterhand en pleit voor Zijn kinderen. Daarnaast maakt Jezus plaats voor ons gereed en dat is geen kribbe of een stal. Jezus maakt plaats in de hemel, tronen en prachtige zetels worden klaargezet. Dat belooft Hij ons, wanneer wij plaats hebben voor Hem. Heb jij plaats voor Jezus?


Aan Uw kribbe Heer, is de hoogste plaats. Daarom kniel ik neer bij U. Ja, ik wil bij U zijn en wilt U alle plek in mijn hart innemen. U bent Jezus, de Zaligmaker, U aanbid ik.  

zondag 18 december 2016

Gods reddingsplan

Mattheus 1: 21 en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Het feest van Kerst, de komst van Jezus naar deze aarde, komt er weer aan. Maar wanneer je om je heen kijkt, vervaagt het totale beeld van Kerst. Het is net alsof er een grote epidemie heerst in een land en niemand weet wat het medicijn ervoor is. Sterker nog, veel mensen weten niet eens dat ze ziek zijn of ze willen het niet weten. Dat is exact hoe het ervoor staat in deze wereld, de epidemie van de zonde woekert voort en de mensen weten het niet, willen het niet weten en kennen ook het medicijn niet.

Gods reddingsplan is zo mooi, zo vol van liefde en genade, dat wij dat nooit hadden kunnen bedenken. Zijn Zoon, Jezus Christus is immers naar de aarde gekomen en gestorven voor de zonden van de wereld. En ieder die in Hem gelooft zal zalig worden! Dat is al vanaf de zondeval Gods plan en toen God door een engel in een droom aan Jozef verscheen, maakte Hij Zijn plan bekend. Maria zal een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

En als we dan om ons heen kijken, daar barst je hart van verdriet. Want mensen buiten de kerk kennen meestal het medicijn niet meer. Kerst is voor hen een feest van lichtjes en lekker eten. Zelfs de naam Kerst wordt uit reclames geweerd en zo wordt het allemaal weggemoffeld. Gods plan wordt weggemoffeld en verstopt achter gezelligheid. En dat doet verdriet, allereerst bij God maar ook bij Zijn kinderen. Want we gunnen immers ieder mens het medicijn tegen de zonde. Ieder mens moet weten dat ze zondig zijn en dat er redding is in Jezus Christus. Anders gaan ze verloren en daarom is onze taak om het Licht van de wereld aan iedereen bekend te maken, net als de herders.

Maar ook zelfs binnen de kerken zien we de problemen. In sommige kerken horen mensen niet eens meer dat ze ziek zijn, dat ze verloren zijn. Er wordt alleen gesproken over Jezus, over het medicijn, maar men wil niet weten dat met ziek is. Wij moeten weten dat de ziekte in ons zit en dan pas kunnen we de ware liefde van God en Zijn reddingsplan ontdekken. Jezus Christus, die zalig maakt van de zonde. Maar in andere kerken wordt het medicijn niet verkondigd, en als dat wel gebeurd dan wordt het als iets onhaalbaar geacht. Als een worst voor onze neus gehangen, terwijl we er toch niet bij kunnen.

Maar we mogen juist feestvieren omdat de Verlosser op aarde is gekomen en dat Hij voor de zonden is gestorven! Dan hebben we werkelijk Kerstfeest, als we mogen geloven dat Jezus ook voor onze eigen zonden is gestorven en heeft betaald. Dan mogen we Zijn Naam lofzingen in deze tijd van het jaar, dan mogen genieten van de gezelligheid en lichtjes. Want dan is Gods plan met ons tot vervulling gekomen, namelijk dat wij gered zouden worden. En dat mogen we aan iedereen vertellen, zowel de ziekte als het medicijn, ja de grote Zaligmaker.


U zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van de zonden. Heeft Hij jou al zalig gemaakt? Niet? Dan mag je naar Hem toe met je zonden en aan Hem geven, want Hij maakt je dan zalig. Hij laat je niet buiten de stal staan, maar je mag komen bij de kribbe en knielen voor de Zoon van God. Dan wordt je leven gevuld en wordt Kerst een feest van hoop en mogen we een lichtje zijn ,al zijn we nog maar klein. Een vlammetje dat brandt in de wind. Zo’n vrolijk helder licht, dat is een mooi gezicht. Kom er maar bij, het is voor iedereen.

vrijdag 16 december 2016

De ster van de nieuwe Koning

Mattheus 2:2 en zeiden: Waar is de pasgeboren Koning van de Joden? Want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.

Als je bij helder weer in de nacht omhoog kijkt, zie je een heleboel sterren. Sommige sterren zijn heel helder en andere sterren geven minder licht. Het licht van de ster komt van binnenuit en hoe hard een ster brand, zoveel licht geeft die af en is die ook helderder te zien. En er zijn nogal wat een sterren, wat heeft God dat toch prachtig geschapen. En de wijze mannen hebben in het oosten een bijzondere ster gezien, een ster die aangeeft dat de Koning van de Joden is geboren. Wat zal die ster hebben geschitterd! Die brandde natuurlijk op volle kracht en liet aan de wijzen weten dat Christus is geboren.

De wijzen zijn op weg gegaan om het Kind te aanbidden. De Ster uit Jakob die zou sterven voor de wereld. De Zoon van God die zo gewoon naar de aarde kwam als klein mensje. Daar zijn de wijzen naartoe gegaan en hebben Hem aanbeden. Waarom zouden ze dat toch hebben gedaan? Ze hadden allerlei cadeaus bij zich en zijn met lege handen weggegaan. Ze kwamen om het Kind te aanbidden, om Hem alle eer te bewijzen. Dat is een diepe les voor ons. Ons geloof draait niet om onszelf, maar om Jezus Christus. Het Kind in de kribbe is die lange reis van de wijzen waard en niet omdat ze er zelf beter van worden, maar puur en alleen uit eerbied en respect om op hun knieen te vallen voor het Kind.

Herodes daarentegen wilde het Kind ook ‘aanbidden’. Hij heeft het Kind gezocht, maar niet gevonden. Ook daar zit een les voor ons in, namelijk dat als we het Kind zoeken uit eigenbelang en niet om Het te aanbidden, dan zullen we het niet vinden. We blijven dan leeg met een zondig hart achter en missen de zaligheid die het Kind ons wil brengen. Laten we dan niet zoals Herodes zijn en Christus gebruiken voor eigen gewin, maar kijkend naar de Ster het Kind alle eer geven.

Sterren, ze zijn er zoveel en vooral in deze tijd van het jaar krijgen ze aandacht. Ze hangen voor de ramen, ze staan op de top van een kerstboom of zelfs op daken van huizen. Maar elke ster is een boodschapper van die ene Ster, die uit Jakob is opgekomen. Elke ster wijst naar de grootheid en heerlijkheid van Christus en dan mogen we gaan om Hem te aanbidden. Waar die weg ook leidt en hoe de uitkomst ook zal zijn, we zullen Christus zeker vinden en wanneer we Hem aanbidden zullen we voor eeuwig bij Hem mogen zijn.

Een ster van hoop, de hoop op de Koning, want de nieuwe Koning is geboren. Die ster staat altijd in het zicht, het werk van de Koning wordt er belicht en Jezus Christus wil ook deze Kerst en deze Adventstijd jouw Koning zijn. Laat deze Koning zijn Ster doen stralen in je hart, stel je hart ervoor open en laat je vullen door de woorden van de Heilige Geest.

Want dan lezen we wat de wijzen doen als ze Jezus vinden in vers 11: En toen zij in het huis kwamen, vonden zij het Kind met Maria, Zijn moeder, en zij vielen neer en aanbaden Het. Zij openden hun schatkisten en brachten Hem geschenken: goud, wierook en mirre.


Laten wij het Kind ook aanbidden en Hem alles geven wat belangrijk is: ons hart.

donderdag 15 december 2016

In de schaduw van de Allerhoogste

Psalm 91:1 Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.

Soms kan het ineens donker zijn in je leven. Er gebeurt iets ernstigs en je stort in een donkere periode. Van dag wordt het ineens nacht voor je en je weet niet waar je het zoeken moet. Je hebt verdriet, groot verdriet om wat er is gebeurd en je kunt er geen kant mee op. Mensen kunnen je proberen te bemoedigen, maar het helpt niet. Dan is er nog maar één plek waar je naartoe kunt en dat is de schuilplaats bij God. Want hoe donker de nacht ook is, bij Hem mag je overnachten en Hij bedekt je met Zijn schaduw.

Wanneer God je bedekt met Zijn schaduw ben je niet direct van je verdriet en ellende af. Maar God zal je wel omringen en je Zijn liefde geven, hoe moeilijk dat op die momenten ook kan zijn. Want je kunt vragen hebben aan God, je kunt verwijten hebben naar God en Hem niet begrijpen. Dat zijn menselijke reacties en dat mag ook in die periode. Maar wanneer je het doet in Zijn schaduw, dan mag je ze tegen Hem uitspreken. Je mag alles tegen God zeggen en je hart voor Hem uitstorten en Hij zal je met Zijn Geest bedekken. Hij zal je uiteindelijk rust geven want bij Hem alleen is de rust voor je ziel te vinden.

God weet zelf als geen ander wat het is om door moeilijke momenten heen te gaan. Toen de mens zich van Hem afkeerde heeft God pijn gevoeld. Toen Jezus aan het kruis ging, toen Hij werd veracht en zelfs neer moest dalen in de hel, zal God de pijn hebben gevoeld. De schuld van de zonde is zwaar, dat merken wijzelf ook in ons leven. De bepakking van de zonde is een last, dat zien we in alles wat er op aarde gebeurt. En God kent het, Hij weet wat wij meemaken en daarom strekt Hij Zijn schaduw over ons uit en mogen wij bij Hem schuilen.

Want ondanks de pijn, is daar het werk van de Zoon. Hij heeft ervoor gezorgd dat de ellende niet voor altijd zo zal blijven. Toen Hij afdaalde naar de hel en de dood overwon, is Hij in onze plaats gaan staan. Maar ook Jezus kent de last van de zonde, Hij heeft alles op Zijn schouders gedragen. Maar Hij deed dat uit liefde voor ons. En met Zijn liefdevolle armen wil Hij ons omringen, vooral in tijden van verlies en zwaar verdriet. Hij is het die wonden heelt en ons hart zalft met Zijn zaligende handen. Diepe wonden legt Hij Zijn vingers op en zware tranen droogt Hij.


Daarom mogen wij tot Hem gaan met onze pijn, met ons verdriet en met alles wat ons bezighoudt. De pijn zal blijven, maar Hij zal het verzachten. En als we het soms niet meer weten waar we het zoeken moeten, dan is daar die Schuilplaats. De Schuilplaats waar we mogen huilen, waar we ons niet groot hoeven te houden en waar we het kunnen uitroepen tot God.  Sterker nog, Hij zal uiteindelijk alles ten beste keren. Uiteindelijk zal alles nieuw worden, zonder pijn en zonder verdriet. Dan mogen we door de tranen heen zingen: ik mag schuilen in de schuilplaats van de Allerhoogste en overnachten in de schaduw van de Almachtige. 

maandag 12 december 2016

God leert je vliegen

Psalm 103:5 Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als die van een arend.

Psalm 103 is een lofzang op God. Het begint met: Loof de Heere, mijn ziel. David, de dichter van deze psalm maakt God groot en verwoord dit in verschillende beelden. God doet zoveel voor een mens, daar gaan de eerste verzen over. Dan komt de mens aan bod en die kan eigenlijk niets. De mens is stof na een tijdje van bloei vergaat de mens weer. Het leven zit er dan weer op. Maar gelukkig eindigt de psalm daar niet mee, want God is er nog steeds. Hij heeft Zijn Koninkrijk gevestigd en Hij is het die Zijn verbond in stand houdt. God is er voor de mens en dat lezen we zo mooi in vers 5.

Voedsel, dat is wat een mens nodig heeft. Goed voedsel wel te verstaan. Een mens kan ook dingen eten die niet goed voor hem zijn en dan sterft de mens. Als iets giftig is bijvoorbeeld, dan zullen we het eten daarvan niet overleven. Maar dat is niet wat God aan Zijn kinderen geeft, Hij geeft het goede. Ja, Hij verzadigt de mond met het goede. Als we daarvan eten, van God goedheid, dan hebben we voor altijd genoeg. Zijn genade is zo krachtig, dat we verzadigd zijn en niets anders meer willen dan God.

En dan komt het prachtige beeld van de arend: Hij die uw jeugd vernieuwt als die van een arend. Hier zijn verschillende uitleggen voor beschikbaar, maar het beeld dat bovenkomt is die van een jonge arend die leert vliegen. Het leven van een gelovige is als van een arend die van uit het nest gaat en de wijde wereld in moet. Zo is het ook met een gelovige, wanneer je van Christus bent moet je de wereld in en dan is het net alsof je in een vrije val terecht komt, net als die jonge arend.

Maar daar is juist een mooie vergelijking te trekken. Want wanneer een arend zijn vleugels uitspreid, zal de wind eronder komen en het beest laten zweven. Dan zal het niet te pletter op de grond vallen, maar door kunnen vliegen. En zo is het ook bij de kinderen van God. De Wind, Gods Geest wil Zijn kinderen dragen wanneer ze de wijde wereld in gaan. Je wordt niet aan je lot overgelaten, maar de Geest wil je ondersteunen en leert je vliegen. Zo is God goed voor jou en voor mij. Loof de Heere, mijn ziel!

Dan kan het soms moeilijk zijn en er zijn ook arenden die te pletter vallen, maar God zal ons nooit laten vallen. Hij zal als een Vader onder ons gaan vliegen en ons opvangen wanneer onze vleugels niet genoeg worden gedragen door de wind. Hij zal voor je zorgen wanneer je in moeilijkheden zit, wanneer je met twijfels zit en wanneer de zonde aan je trekt. God is voor je, achter je, onder je , boven je en om je heen. Hij is er voor Zijn kinderen, wanneer wij in Hem geloven.

Daarom is het belangrijk om ook dicht bij God te blijven en niet bij Hem vandaan te vliegen. Dat kan op veel manieren hoor! Het kan zelfs zonder dat je het door hebt. We kunnen wegzinken in de wereld van het geld, porno, sport, andere hobby’s, het kerkelijk leven (zonder de liefde van Christus), jaloezie, begeerte en ga zo maar door. Voor we het weten zijn we erin gezakt en hebben we God achter ons gelaten. Maar weet dan dat Hij altijd op je wacht! Je kunt altijd bij Hem terecht, ook al doe je Hem zoveel pijn met al die zaken die net benoemd zijn. Hij is er toch voor je!


Psalm 103: God vergeeft de zonde, God geneest de ziekte, God verlost van het verderf, God kroont met barmhartigheid en goedertierenheid, God doet recht, God zal je niet altijd ter verantwoording roepen, God doet ons niet naar onze zonden, God doet onze overtredingen van ons. Ja, God is een grote God. God leert ons vliegen! Loof de Heere, mijn ziel!

zondag 11 december 2016

Mijn ziel maakt de Heere groot

Lukas 1:46 En Maria zei: Mijn ziel maakt de Heere groot,

De lofzang van Maria begint met de zin: Mijn ziel maakt de Heere groot. In eerste instantie valt dit helemaal niet op en lijkt het niet diepliggend te zijn. Een heel gewone zin en daar hoeven we verder niet zoveel aandacht aan te besteden immers. Maar toch is de tekst dieper dan je zou denken. Deze eerste zin uit de lofzang van Maria geeft de kern van ons leven weer. Want om de ziel draait het allemaal in het leven. Maar wat betekenen deze woorden dan precies?

Het woordenboek geeft als betekenis van de ziel: het niet stoffelijke gedeelte vanwaaruit de mens leeft. Het is het onsterfelijke deel van de mens en ieder mens heeft een ziel, net als dat ieder mens overigens dus een lichaam heeft. Maar Maria zingt in eerste instantie niet over haar lichaam, maar over haar ziel. Ze maakt de Heere groot met haar hart en met haar verstand, vanuit haar binnenste komt ze tot aanbidding van die grote God, die de Zaligmaker stuurt. Aanbidding kan niet dieper gaan, dan wanneer het vanuit de ziel komt. Het is je diepste ik, die niemand anders kan zien maar die je wel voelt. En daar begint Maria’s aanbidding.

Vanuit Maria mogen we dit ook verplaatsen naar ons eigen leven. Kunnen wij dit met Maria zeggen? Kunnen wij met onze ziel de Heere groot maken? Is dat het diepste dat in je leeft? Dan is de Geest ook in jou aan het werk en vormt Hij je tot Zijn eer. Je verlangens zijn dan op God gericht en je liefde voor God is niet te stuiten. Je schaamt je niet voor het Evangelie en je leven is God. Je gaat dan met hart en ziel voor Hem, want Hij is voor jou aan het kruis gegaan. Daarom is onze ziel zo belangrijk en dat is ook dat zal worden behouden.

De ziel werkt van binnenuit en dat gaat doorwerken naar buiten. Soms lijkt het net of mensen heel veel goede dingen doen en leven zoals het volgens de Bijbel hoort, maar wanneer het niet vanuit de ziel komt is het allemaal dood. Lees maar eens de brief aan Sardis in Openbaring. De gemeente leeft voorbeeldig en er is niet op aan te merken, maar diep vanbinnen mist het geloof en de liefde voor Christus. Wij zien dat niet altijd, maar God ziet het wel. We kunnen Gods geboden proberen te houden, maar als het alleen uiterlijk zo is dan is het dood. We kunnen in de kerk de hele dienst met onze handen in de lucht staan en de mooiste liederen zingen, maar als het niet vanuit je ziel komt is het dood. Harde woorden, maar het is de werkelijkheid.

Maar wanneer deze dingen wel uit onze ziel komen, als wij ons overgeven aan Jezus Christus en Hij ons binnenste bepaalt, dan wordt God ermee geprezen en groot gemaakt. Dan mogen wij net als Maria zeggen: Mijn ziel maakt groot de Heeren en daarom zing ik mooie liederen in de kerk en val ik in aanbidding, daarom probeer ik te leven naar Gods geboden en Zijn wil te doen. Dan komen wij mensen tot ons doel: God eren in ons leven.

Advent ziet uit op Kerst en er is heel veel wat we kunnen doen in deze tijd. Maar laten we het met hart en ziel doen. Alle diensten die er zijn vanuit onze ziel beleven, al het goede werk voor de armen en de zieken vanuit onze ziel doen en al het andere dat in deze tijd van het jaar gedaan wordt: doe het vanuit je ziel en de liefde voor Jezus Christus.


Dan kunnen we werkelijk zingen: Mijn ziel maakt groot de Heere en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker! 

zaterdag 10 december 2016

God doet grote dingen aan ons

Lukas 1:49 want Hij die machtig is, heeft grote dingen aan mij gedaan en heilig is Zijn Naam.

Maria is zwanger van Jezus en gaat op bezoek bij Elizabeth, haar nicht. Er gebeuren op het moment dat ze elkaar groeten bijzondere dingen. Het kindje in Elizabeth haar buik springt op van vreugde. Johannes de Doper was op dat moment al vervuld door de Heilige Geest, want anders had hij Jezus niet herkend en was hij niet opgesprongen. Bijzonder toch, dat een kindje in de buik al zijn Zaligmaker herkent. Maar met Elizabeth gebeurt iets bijzonders, want zij raakt vervuld van de Heilige Geest en spreekt bijzondere woorden over Maria en de vrucht in haar schoot. Een speciale ontmoeting tussen vier mensen, waarvan er drie verheugd zijn om het kindje in Maria’s buik.
En dat maakt Maria zo vol van geloof en genade in God dat ze een lofzang maakt. En in die lofzang staan de woorden: want Hij die machtig is, heeft grote dingen aan mij gedaan en heilig is Zijn Naam. God, want Hij is machtig, heeft grote dingen aan Maria gedaan. Maar wat heeft Hij dan precies aan Maria gedaan?

Allereerst is Maria als maagd zwanger geworden. God heeft een eicel van Maria bevrucht en zo haar tot moeder gemaakt van Zijn Zoon. Een Kind groeit in haar, dat is het grootste wonder dat een mens kan overkomen. God heeft het Kind gemaakt in haar buik en dat zal ervoor zorgen dat de mensen Maria zalig zullen spreken. Niet zomaar wat mensen, maar alle geslachten.

Daarnaast is Maria niet zwanger van zomaar een kind, maar van de Zoon van God. Het Kind dat in haar groeit, is de uitverkoren Messias. Die Messias wordt al eeuwen verwacht en nu eindelijk is het zover en ook nog in de buik van Maria. Haar Kind zal de straf van God dragen en het volk redden van de ondergang. Zou ze dat op dit moment hebben geweten? Niet alles wat er zou gebeuren natuurlijk, maar het maakt haar blij dat God omziet naar haar en naar haar volk en zo Zijn belofte houdt.

Zo brengt Maria zichzelf naar de achtergrond en stelt ze God op de voorgrond bij haar blijdschap. God krijgt alle eer van Maria en Hij wordt door haar aanbeden. Zijn Naam is heilig, Hij is de Enige en de Machtige. God is het die Zijn belofte houdt die Hij al aan Abraham had gedaan en daarna steeds aan zijn kinderen. God neemt het op voor de zwakke mens en die het van zichzelf verwachten zal Hij weg doen. God wordt geprezen en Maria werpt zich nederig voor Hem neer.

Wat heeft God allemaal wel niet voor jou en mij gedaan? Kijk eens naar je leven en beantwoord dan deze vraag. God zorgt elke dag voor je, ieder moment van de dag zelfs. God heeft je zonden weg gedaan wanneer je ze aan Jezus hebt gegeven, Hijzelf heeft voor verlossing gezorgd. God maakt Zich en de wereld gereed om er straks een einde aan te maken. Alles zal straks weer nieuw worden en daar mogen wij deel van uitmaken. Wanneer jij dat nog niet doet, dan is het nu nog de tijd om je te bekeren! Jezus liefde doorbreekt alles, laat het ook jouw hart doorbreken.


Dan mogen wij met Maria zeggen: heilig is Zijn Naam! Wij mogen God aanbidden en Hem ons loflied geven. We mogen Zijn Naam groot maken in de wereld en Zijn liefde verkondigen aan alle mensen. Te beginnen bij de mensen die dichtbij ons staan. En we mogen ons leven richten op Hem en leven naar Zijn wil. Niet onze eigen ik voorop stellen, maar God wil boven alles laten zijn. Hij regeert, de Machtige wil ons Zijn kinderen noemen. Heilig is Zijn Naam!

donderdag 8 december 2016

Het teken van hoop: Immanuel

Jesaja 7:14 Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven.

Wat een donkere tijd voor het volk van God, voor Juda. De koning van Syrie staat op het punt om Juda aan te vallen en het land te verdelen. En de koning, Achaz, weet niet meer wat hij moet doen. De donkere wolken hangen boven het land, er is een invasie op komst en er is maar één ding dat ze kan redden: geloof in God.

Jesaja wordt naar de koning gestuurd en moet woorden van hoop spreken. De vijand zal jullie niet verslaan, maar je moet het wel geloven. Je moet niet bang zijn, want ze kunnen eigenlijk niets doen. God kan ze tegenhouden, Hij zal ervoor zorgen dat er niets gebeurd, maar dan moet je wel geloven dat God dat zal doen. Je krijgt zelfs een teken van God, zodat je zeker weet dat God Zijn Woord zal houden. Maar Achaz bedankt voor het teken, met mooie woorden zegt hij dat hij God niet op de proef wil stellen. En dat is nu juist niet wat God wil horen. Er moet vertrouwen zijn in God, maar niet mooie woorden. Daar prikt God doorheen en als wij niet open zijn naar God, dan houden we onszelf voor de gek. Want God kent ons door en door.

Maar dan komt Jesaja met de woorden van God: Ik zal een teken geven. De maagd zal zwanger worden en een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. En juist dat teken is de redding voor de mensheid. Niet alleen voor Juda, maar voor alle volken op aarde. Maar dan is Juda allang ingenomen door andere volken, wanneer dit teken uit zal komen. Het zal namelijk pas 700 jaar later komen en dit is niet alleen een teken voor de koning, maar voor heel de wereld.

God heeft ons 2000 jaar geleden dit teken gegeven. Jezus werd geboren uit de maagd Maria en Jezus is de Zoon van God en tegelijk ook God zelf. Immanuel, God met ons. En dat teken was niet alleen voor de mensen uit die tijd, maar is ook voor jou en mij een teken. De belofte uit Jesaja, zo’n 700 jaar voordat Christus werd geboren, is ook voor ons een belofte die al vervuld is. Want hierin kunnen wij zien hoe trouw God is, Hij doet wat Hij belooft en heeft zo een Redder gestuurd om ons van de grote vijand te verlossen. Dit teken mag ons zekerheid geven in tijden van twijfel en aan dit teken mogen we ons vastklampen. God met ons en Hij heeft de strijd voor ons gestreden.

De hoop die we hieruit mogen putten, kunnen we lezen in Openbaring 12 en de hoofdstukken daarna. De strijd is zwaar, de kosten zijn hoog, maar de overwinning is zeker. Het Kind heeft de dood verslagen, het Kind heeft de zonde overwonnen en de straf betaald en het Kind zal uiteindelijk de doodsteek geven aan de draak. Jezus regeert! En niets en niemand kan daar iets aan veranderen. Het kwaad vecht totdat het uiteindelijk helemaal weggevaagd zal worden, wanneer Jezus terugkomt. Maar het kwaad kan niet meer winnen. Wij staan sterk door de kracht van het bloed.


Zo mogen wij in het leven staan, zo mogen wij in Advent leven. Ja, zo mogen wij straks Kerst vieren, want het Kind heeft overwonnen en zal ons nooit uit Zijn hand laten pakken. De strijd is zwaar, de zonde trekt steeds zwaarder aan ons, de duivel wil ons in zijn bezit, maar Christus staat aan onze zijde. Hij vraagt geloof in Zijn woorden, in Zijn werken en Hij is met ons: Immanuel!

dinsdag 6 december 2016

Salomo en Jezus: tussen God en het volk

1 koningen 8:22 Toen ging Salomo voor het altaar van de Heere staan, tegenover heel de gemeente van Israël, en hij spreidde zijn handen uit naar de hemel.

Ook Salomo staat in de lijn van Jezus, uit het geslacht van David. En dat is opzienbarend, want deze Salomo is de zoon van Bathseba, de vrouw die David van Uria had afgepakt. Dit is weer zo’n onverwacht persoon in het rijtje dat het geslacht van Jezus is. We zouden bijna zeggen dat hij is geboren uit de zonde, maar als we zien hoe God heeft gewerkt in het leven van Salomo, dan is dat een teken van Zijn trouw. Want Salomo was wijs, leefde dicht bij God en stond zelfs tussen God en het volk in.

Want toen Salomo net koning was kwam God in de nacht bij hem en vroeg hem wat hij van God verlangde. Hij vroeg toen om wijsheid en dat heeft God hem gegeven. Niet alleen de wijsheid voor zichzelf, maar de wijsheid om zijn volk te leiden en zelfs een wijsheid waar wij vandaag de dag nog onderwijs uit ontvangen. Salomo had een bevoorrechte positie, hij mocht namelijk de tempel van God bouwen en zo het huis van God hier op aarde vormgeven. Zo gebruikte God Salomo om een prachtige plaats te creëren waar God aanwezig kon zijn bij Zijn volk.

Bij de inwijding van de tempel maakte Salomo zijn plek tussen God en het volk duidelijk. Hij ging voor het altaar van de Heere staan, tegenover het volk, en spreidde zijn handen uit naar de hemel. En Salomo bad voor zijn volk, hij aanbad God en vroeg God om vergeving. Hij bad voor de heidenen, dat ze ook God mochten leren kennen en zo werd deze koning, een soort priester die voorbede deed en de lijn werd tussen God en het volk.

Jezus was ook die lijn tussen God en het volk en Hij kwam naar de aarde om de breuk tussen God en Zijn volk te repareren. En niet alleen het volk Israël, maar voor al de volken op aarde. Jezus werd geboren uit een maagd, anders dan Salomo. Hij had niet de last van de zonde op zich, maar droeg wel de zonde van de mensheid. Jezus, die zo puur en rein naar de aarde kwam, zonder ook maar een vlekje zonde, deed het gebed van Salomo vervullen en kwam om zonden te vergeven.

Dat is de kracht van God, Hij werkt op manieren waarop wij het niet verwachten. Zijn hoogheid en majesteit en wijsheid gaan ons verstand en kennis te boven. Wie had ooit kunnen denken dat uit het huwelijk tussen David en Bathseba de troonopvolger geboren zou worden en later zelfs de grote Koning, Jezus. Wie is toch deze God? Dat Hij hopeloze mensen inschakelt voor Zijn werk en zelfs Zijn Zoon als nederig Mens naar de aarde stuurde om te sterven voor jou en mij. Dan kunnen wij toch alleen maar klein worden en ons verwonderen over Zijn goedheid.

Met Kerst mogen wij daarbij stilstaan, Gods grote daden voor ons mensen. En dat Hij werkt door het onverwachtse. Dan mogen we in deze Adventstijd ons hart en leven openstellen voor deze machtige God en samen een loflied aanheffen:

Komt laten wij aanbidden, die Koning!

maandag 5 december 2016

David en Jezus: gezalfd tot koning en Koning

1 Samuel 16:13 Toen nam Samuel de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broers. En de Geest van de HEERE werd vervaardigd over David vanaf die dag en voortaan. Daarna stond Samuel op en ging naar Rama.

De bekendste persoon in de lijn van Jezus is David. Want Hij wordt immers de Zoon van David genoemd of ook wel de ster uit David. Jezus de Messias, de Koning die de wereld zal verlossen is een nazaat van de koning David, die Israël verloste van haar vijanden. Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen beiden, maar er is ook een zeer belangrijke overeenkomst: beiden zijn gezalfd.

David was eigenlijk niet aan gedacht toen Samuel naar het huis van Isaï kwam om de nieuwe koning van Israël te zalven. Nee, er waren wel grotere en sterkere mannen in dat huis en David was nog maar een jongen. Hij was nog in het veld toen de oudere broers voor Samuel moesten verschijnen. En toch was God het die de onverwachte gebruikt voor Zijn plan. David, die jonge en rossige jongen, hij zou de nieuwe koning worden tegen ieders verwachting in. En vanaf het moment dat David werd gezalfd kwam de Geest van de Heere op hem en dat resulteerde in een bijzondere jongen en later man, want door Gods Geest deed David bijzondere dingen.

Zo schreef David prachtige psalmen over de goedheid van God en over zijn eigen zondige leven. De Geest van de Heere gaf hem die woorden en daar mogen wij nog van genieten en troost uit putten. Maar David werd ook een machtige krijgsheer. Zo versloeg hij de reus Goliath en behaalde als jongen daarmee de overwinning voor het volk Israël. Later voerde hij oorlogen en hij wist er vele, zo niet alles te winnen. En dat niet allemaal omdat David zo goed was of dat hij zo bijzonder was. Nee, want David had ook zijn tekortkomingen, hij kende ook liegen en zelfs vreemdgaan. Sterker nog, hij vermoorde zijn buurman omdat hij zijn vrouw wilde. Maar toch week de Geest van de Heere niet van David en mocht hij sterk staan in Gods kracht.

Net zo onverwacht als het koningschap van David, want het Koningschap van Jezus. Wie had er nu verwacht dat Gods eigen Zoon naar de aarde zou komen? Wie had er ooit bedacht dat de Koning ook nog tussen de dieren geboren zou worden en als eerste begroet zou worden door herders? Dat is toch helemaal niet koningswaardig? Zo kan een koning toch niet geboren worden en door het leven gaan? En dan ook nog eens sterven aan een kruis, zonder ook maar enige vorm van strijd tegen zijn tegenstanders. Maar ook deze Koning was gezalfd met de Geest van de Heere en deze Koning heeft op deze manier de grote strijd gestreden voor Zijn volk.

De Geest van de Heere wil ook in jou en in mij werken en ons laten zien hoe groot Hij is. Deze tijd van Advent laat ons zien dat Jezus nederig voor ons op aarde kwam om te dienen en toch de grote Koning is. Laten wij dan deze periode ook gebruiken om ons te laten vullen door de Geest van de Heere en om op te zien naar het Kind in de kribbe en later aan het kruis en God zal dan in ons gaan werken. En denk nu niet: het is niet voor mij. Want dat dachten ze bij David ook en bij Jezus ook, maar God werkt ondanks alles door Zijn Geest.


Wanneer wij gezalfd worden door de grote Koning, mogen wij leven tot Zijn eer. Niet alleen nu, niet alleen in de tijd van Advent en Kerst, maar voor eeuwig. Want dat staat ons te wachten, een tijd dat we als koningen mogen regeren, samen met Hem! Halleluja.

zondag 4 december 2016

Ruth en Jezus: de weg van God

Ruth 1:16 Maar Ruth zei: Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God.

Ruth is de volgende heiden in de bloedlijn van Jezus. Een bijzonder verhaal van een vrouw uit het land Moab, dat nota bene een vervloekt land was. En die Ruth is door God in het geslacht geplaatst van de Messias, Jezus Christus. God werkt op een bijzondere manier, op Zijn manier, en dat begrijpen wij niet altijd. Maar als we erachter staan dan zien we dat Gods plan uiteindelijk goed uitwerkt.

Want wat was er allemaal wel niet gebeurd met Ruth en Naomi. Beiden zijn hun mannen verloren en het leven in een hongersnood zal ze de nodige zorgen hebben gegeven. Naomi besluit terug te gaan naar haar land en Ruth gaat mee. Wat Naomi in eerste instantie ook probeert, Ruth is niet van haar gedachten af te krijgen. Ze volgt haar schoonmoeder naar het land van haar volk en haar God. Zo Ruth met haar mee en niet alleen dat, ze wil zelfs deel uitmaken van dat volk en die God. Ja, de levende God, de God van Israël, die wil Ruth ook als haar God.

En zo werkt God in het leven van heidenen. Hij roept en geeft iedereen de gelegenheid om zich tot Hem te keren. Want ook Orpa heeft die kans gehad, maar die keerde om en ging terug naar haar eigen land en eigen goden. Maar Ruth luistert naar de stem van God en wil Hem volgen. En dat Ruth dat met volle overtuiging doet lezen we in hoofdstuk 3, dat wanneer Ruth aan de voeten van Boaz blijft liggen ze hem niet verleidt, maar zich kuis gedraagt. Zo is de duidelijke wil van Ruth te zien, om naar de geboden van God te leven en naar Zijn stem te luisteren.

Die gehoorzaamheid zien we terug bij Gods eigen Zoon, Jezus. Hij zat in de hemel op Zijn troon en God gaf Hem de opdracht op de straf voor de mensen te dragen. Jezus moest naar de aarde en zou daar als een vreemdeling worden ontvangen. Hij zou zelfs haat en tegenstand krijgen, maar dat weerhield Jezus er niet van om Zijn opdracht te vervullen. Hij kwam als Koning, maar werd geboren in een stal en gelegd in een kribbe. Maar Jezus was gehoorzaam en volbracht Zijn taak. Zo laat ook Jezus zien dat Hij gehoorzaamd aan God en wat doen wij?

Want ook wij mogen net als Ruth geënt worden aan de stronk van Gods verbondsvolk. Jezus kwam naar de aarde om dat mogelijk te maken en Zijn Evangelie wil doorwerken in ieder van ons. Zo mogen wij ook de weg gaan die God voor ons heeft weggelegd. Dat is allereerst Zijn kind te worden en vervolgens te leven voor Hem. Daar mogen wij deze Adventstijd mee bezig zijn. Niet alleen met gezelligheid, met lichtjes en kaarsjes, maar juist met God! Advent leeft toe naar het feest van het Licht en laten we onze harten dan laten verlichten, zodat we mogen leven tot Zijn eer en glorie.


Dan staan we wel eens als buitenbeentjes bekend hier op aarde, want wie volgt nu die God en Zijn Zoon Jezus? Maar wij hebben een toekomst, een toekomst in het Licht van het kerstkind dat ons zal omstralen als we straks in de hemel zullen zijn. We mogen ons daarop voorbereiden en ons vasthouden aan de woorden van Ruth: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Laten we opstaan en in Gods wegen gaan, de wereld verlichten door de geboorte van het Licht! 

woensdag 30 november 2016

Rachab en Jezus: bewaard voor de dood, bewaard door Hem

Jozua 6:17 Maar de stad moet met de ban aan de Heere gewijd zijn, de stad zelf en alles wat erin is. Alleen Rachab, de hoer, zal in leven blijven, zij en allen die bij haar in huis zijn, omdat zij de boden die wij gestuurd hadden, verborgen heeft.

Heel de stad in puin, er is bijna niets meer over van de grote stad Jericho. En alles wat nog over is, moet verbrand worden. Alles, behalve Rachab en haar huis. Dat is in het kort de geschiedenis van Rachab, de hoer. Zij heeft de spionnen van de Israëlieten verstopt en laten ontsnappen en nu wordt zij zelf gered van de dood. Rachab geloofde de grote daden van de God van de Israëlieten en dat heeft haar ertoe aangezet om de spionnen te verstoppen. Wat een daad van geloof, door met gevaar voor eigen leven deze mannen te helpen ontsnappen.

En dan wordt  Rachab opgenomen in het volk van Israël, het volk van God. Maar dat is nog niet alles, ze staat zelfs in de lijn van Christus. Uit Rachab komt de Verlosser voort. Ze heeft op die manier een bijzondere plek gekregen van God, door haar niet alleen bij te voegen bij het volk, maar ook haar in te zetten in Zijn plan van redding van de wereld. Rachab, de hoer uit Jericho, gelooft in God en wordt zo behouden. Dat is toch een bijzonder verhaal!

Dit laat zien Wie God is en Wie Hij wil zijn voor ons. God heeft de mensen lief, te lief om te laten sterven. En Hij biedt Zijn redding aan ieder mens aan. Wie gelooft in Zijn Zoon, die zal behouden worden. Het maakt niet uit of je een hoer bent of een moordenaar, Gods liefde is voor ieder mens. Want of je nu een moordenaar bent of een leugenaar, iedereen heeft het verlossende bloed van Jezus Christus nodig. Hij heeft de weg gebaand en wil ook jou genade schenken. Neem je het aan? Net als Rachab?

God beschermt de mensen die in Hem geloven. Zoals Rachab haar huis werd bewaard en ze mocht blijven leven, zo wil God ook jou en mij bewaren. Hij wil ons zelfs toevoegen bij Zijn volk en dat is een voorrecht. Hoe ga je om met dat voorrecht? Blijf je leven zoals je eerst deed? Want God vraagt een leven voor Hem, na ontvangen genade. De genade wordt ons gegeven, maar vraagt wel een heilig leven. Leef je voor Hem?

God werkt door mensen heen, zo heeft Hij ook Rachab gebruikt voor Zijn meesterplan voor de wereld. God wil ook ons inschakelen in Zijn Koninkrijk. We kunnen verkondigers zijn van het goede nieuws en de mensen om ons heen vertellen van Zijn liefde. God kan ons gebruiken om iemand anders te redden, zoals Hij Rachab inschakelde om de mensheid te redden. Kan God dat niet zonder ons? Ja, natuurlijk maar Hij wil mensen inschakelen om Zijn Woord te verkondigen en Zijn liefde uit te stralen in de wereld.

In de tijd naar Kerst, in deze donkere tijd, mogen wij Hem dienen door naar de mensen om ons heen om te zien. Wie heeft jou nodig in deze wereld? Voor wie ben jij de Rachab, die ze de helpende hand biedt? Dan maken we God groot en aanbidden we Jezus met ons leven. Hij kwam als vreemdeling naar de aarde, zoals Rachab als vreemdeling bij Israël kwam, om ons te bewaren. Ook dat is een tegenstelling, want als vreemdeling kwam Hij naar de aarde die Hijzelf heeft geschapen. Maar uit liefde voor Zijn Vader en uit liefde voor ons, kwam Hij.


Laat het zo Advent zijn in ons hart en leven. Rachab wijst ons naar Christus en Hij laat ons zien dat we van Hem mogen zijn. 

zondag 27 november 2016

Izak en Jezus: het offer

Genesis 22:8 Abraham zei: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon. Zo gingen zij beiden samen.

Een immense opdracht voor Abraham. Zijn zoon Izak moest hij offeren van God. Samen zijn ze op weg gegaan en Abraham heeft er al die tijd over gezwegen tegen zijn zoon. Izak wist absoluut niet dat hij zou worden geofferd en dat zijn vader de opdracht had om Izak te slachten en als brandoffer te gebruiken. Zo komen ze vlak bij de berg Moria, ze laten de knechten achter en samen gaan ze verder. En dan komt de vraag van Izak: vader, wat gaan we dan offeren? En Abraham antwoord in geloof: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer.

Izak zal misschien al onraad hebben geroken, maar als we verder lezen dan zien we toch dat hij op het altaar ligt. Hoe is het mogelijk? Izak heeft zich door Abraham op het altaar laten leggen en we lezen nergens over een gevecht. Hij heeft zijn lot aanvaard en laat zijn vader zijn gang gaan. In gehoorzaamheid naar zijn vader, maar vooral naar God. Dat Abraham zijn zoon zou gaan offeren getuigt van gehoorzaamheid, maar dat Izak zich liet offer getuigt daar net zoveel van. Gehoorzaamheid aan God: hoe gehoorzaam zijn wij aan God? Stel je jezelf die vraag wel eens?

Maar God geeft uitkomst, want uiteindelijk houdt God Abraham tegen. De Engel van de Heere roept hem een halt toe. Je hoeft dit niet te doen Abraham, Izak hoeft niet geofferd te worden. Jouw zoon mag blijven leven, want Ik heb een plan met jouw nageslacht. Izak moet blijven leven, want er moet een ander offer worden gebracht en die zal uit jou nageslacht voortkomen en dat Nageslacht zal alle volken tot een zegen zijn. En zo ontvangen ze een ram en die werd aan God geofferd in de plaats van Izak. Gelukkig maar, want je eigen zoon offeren doe je immers niet?

Wat met Izak niet hoefde te gebeuren, moest wel met Jezus gebeuren. Het offer van Zijn leven moest wel gebracht worden. Abraham hoefde niet te offeren, maar God offerde wel Zijn Zoon op. En Jezus liet Zich offeren in gehoorzaamheid. Dat was absoluut niet makkelijk, dat zien we aan de geschiedenis als Hij spreekt met Zijn Vader in Gethsemane. Hij voelt de diepe angst voor het offer, zelfs zo erg dat Jezus bloed zweet. Maar Hij draagt de straf en brengt zo genade voort voor alle volken. De belofte uit Genesis 22:18 wordt hier vervuld.

Dat is waar we in Advent aan mogen denken. Jezus daalde af uit de hemel om dat offer te brengen. De Vader zond Zijn Zoon niet in een paleis, maar in een stal. Niet in een hemelbed, maar in een voerbak. En uiteindelijk moest Hij Zijn Zoon overgeven aan de handen van de dood. De drinkbeker moest volledig leeg, de straf moest tot in de hel gedragen. Dat is Gods liefde waar wij uit mogen putten.

Een dankbaar Advent, dat mogen de komende weken voor ons zijn. Een uitzien naar de viering van het Kerstfeest, dat het Licht in de wereld kwam. Maar daar overheen het vieren van het Licht dat van de duisternis wint en uiteindelijk het uitzien naar het leven met het Licht! Als wij zo de Adventstijd beleven en toeleven naar Kerst, dan zal de Geest ons vervullen en zullen we rijk worden gezegend.


Heere Jezus, dank U voor Uw offer! Dank U voor het volmaakte offer dat U hebt gebracht. Zonder Uw offer was het leven zinloos, maar nu door het offer hebben wij reden om te leven. Want U hebt het leven gegeven. Uw Naam zij geprezen voor eeuwig! 

zaterdag 26 november 2016

Adam en Christus: de eerste mens vs. de volmaakte Mens

Genesis 2:7 toen vormde de Heere God de mens uit het stof van de aardbodem en blies levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.

Adam is de eerste mens op aarde en dus ook de eerste in het geslacht van Jezus Christus. De tijd van Advent is weer aangebroken en de komende tijd wil ik personen onderzoeken die in het geslacht van Jezus een plaats hebben. Vandaag de eerste mens: Adam.

Er lag alleen een beetje stof op aarde, tussen die prachtige schepping van God. En dat was niet zomaar een laagje stof, maar het was stof waaruit God de mens zou scheppen. God vormde de mens uit het stof van de aardbodem en blies levensadem in zijn neusgaten. De mens ontvangt hier het leven van God. Adam is de eerste mens die door God is geschapen en gevormd en God blaast levensadem in hem. De mens is totaal afhankelijk van God!

Maar het toont ook Gods grootheid en majesteit dat Hij de mens vormde uit eigenlijk niets en het adem geeft. Waarom zou God dit hebben gedaan? Dat lees je in het verzen hiervoor: de aarde had nog geen veldgewas, omdat het nog niet geregend had. Maar nu had God de aardbodem bevochtigd en nu was het tijd voor de mens om in Gods plan aan het werk te gaan. De aardbodem moest bewerkt worden, dat was de primaire taak van de mens. God zorgde voor alles en de mens hoefde er alleen maar voor te zorgen. Hij komt terecht in een gespreid bedje kun je eigenlijk wel zeggen. Wat zal de mens dankbaar zijn naar God, toch?

Maar later gaat het mis. De satan heeft zich in de hemel tegen God gekeerd en probeert nu ook de kroon op de schepping voor zich te winnen. Maar de mens staat aan Gods zijde, zul je denken. God die hem het leven heeft gegeven, daar kan hij toch niet in opstand tegen komen? En toch gebeurt het onwerkelijke. De mens vindt zichzelf belangrijker dan God en wil gelijk aan Hem staan en keert zich tegen zijn Maker. Wat zal God bedroefd zijn, wat zal dit een pijn doen bij de Schepper. Zijn maaksel zal nu verloren gaan, ze zullen de dood moeten sterven. Dat is de straf die God heeft gezet op de zonde en nu maakt de mens die fatale fout. En wij zijn allemaal kinderen van Adam, allemaal besmet met hetzelfde virus: de zonde. Allemaal ten dode opgeschreven, of toch niet?

Want God ontbrandt niet in toorn wanneer de mens in zonde valt, maar Hij toont Zijn majesteit en Zijn volkomen liefde voor de mens. Hij belooft direct een Verlosser die de strijd van het kwaad zal winnen en de dood zelfs zal overwinnen. Er is hoop voor de mens na de zonde van Adam: de Zaligmaker!

En als we een sprong maken in de geschiedenis, dan staan we naast een leeg graf. Jezus Christus heeft de zonde en de dood overwonnen! Hij heeft de weg naar God weer vrijgemaakt. De tweede Adam, de eerste mens zonder zonde, heeft aan Gods gerechtigheid voldaan en heeft de straf gedragen. En dat is niet voor zichzelf, maar voor ieder mens die in Hem gelooft. Zoals ieder mens in de zonde is vanaf het moment dat Adam zondigde, zo kan nu elk mens die zijn leven geeft aan de tweede Adam weer met God verzoend worden. Dat is nog eens Evangelie.


En dan mogen we ook leven in de wetenschap dat we gered zijn. Jezus heeft je zonden afgewassen en betaald. We hebben nog steeds onze zonden, dat virus zal pas weg zijn wanneer we sterven. Maar het is geen dodelijk virus meer, want daar heeft Christus voor gezorgd. Dan kunnen we toch alleen maar dankbaar op onze knieën vallen en Hem, die grote Verlosser, aanbidden! De Vader schiep de eerste mens, maar gaf de volmaakte Mens als verzoening. 

vrijdag 25 november 2016

Gods vrede verandert de mens

1 Samuel 1:18 Zij zei: Laat uw dienares genade vinden in uw ogen. Vervolgens ging de vrouw haars weegs. Zij at weer en haar gezicht stond bij haar niet meer als voorheen.

Wat een geschiedenis van Hanna. Ze was de vrouw van Elkana, maar ze was dat niet alleen. Elkana had namelijk nog een vrouw, Peninna. Peninna had wel kinderen, maar Hanna had nog steeds geen kinderen bij Elkana gebaard. En dat bracht een ongemakkelijke situatie met zich mee. Het was namelijk zo dat kinderen krijgen zo belangrijk was als vrouw, dat als dat niet lukte de man een andere vrouw erbij kon nemen. En Peninna had wel kinderen en ze pestte Hanna ermee. Elke dag werd Hanna geconfronteerd met haar kinderloosheid.

En het deed Hanna steeds dieper wegzakken in moedeloosheid, in misschien wel depressiviteit. Ze wilde zo graag kinderen krijgen bij haar man en toch lukte het niet. God haar haar tot nu toe geen kinderen gegeven. Waarom God dat deed? Dat is voor ons niet uit te leggen. God trekt Zijn eigen plan met mensen en heeft een bepaalde taak voor iedereen. Zo heeft God een plan met Hanna en niet zomaar een plan, want het zou Hanna veranderen.

God komt namelijk naar Hanna toe. Wanneer Hanna in de tabernakel komt om te bidden en haar verdriet voor God neerlegt, komt eerst Eli naar haar toe. Hij denkt eerst dat ze dronken is, omdat alleen haar lippen bewegen. Maar het is het intense verdriet van Hanna dat ze hier voor de Heere neerlegt. En wanneer ze dit aan Eli uitlegt, begrijpt hij haar volkomen. En hij spreekt namens God tot Hanna: Ga in vrede, en de God van Israël zal u geven wat u van Hem gebeden hebt. En dat kunnen we wel raden natuurlijk: een kind.

Na deze woorden, na de woorden van vrede van God en Zijn belofte om haar gebed te verhoren, is Hanna niet meer dezelfde. Haar depressieve gedrag is niet meer aanwezig, want ze heeft Gods vrede en Zijn belofte. God staat niet aan de zijkant te kijken hoe dit gaat aflopen. Nee, Hij grijpt in en zegent Hanna allereerst met Zijn vrede. Heerlijk wat God kan doen in het leven van een mens en wanneer God Zich mengt in ons leven zullen we veranderen. We zullen ons oude leven achter ons laten en Hem uitstralen in onze omgeving.

Heb jij ook Gods vrede ontvangen? Misschien heb je dat nog nooit gehad. Dan mag je net als Hanna naar Hem toe en je hart voor Hem uitstorten. Al je problemen en als je zorgen mag je bij Hem neerleggen. Als je zonden mag je voor Hem neerleggen en Hij zal ze wegdoen. Nee, het wil niet zeggen dat je zorgeloos verder door het leven zult gaan, maar je zult wel vervuld worden met Zijn vrede. En dat maakt je een ander mens. Een mens dat door God is aangeraakt en dan ben je niet meer als voorheen.


Gods kinderen ontvangen Zijn vrede dagelijks en zijn niet meer als voorheen. Je mag leven vanuit Zijn liefde, gered door het bloed van Christus. En de mensen om ons heen mogen dat zien, net als bij Hanna. Wij mogen ons spiegelen aan haar, van haar leren om ons door God te laten vervullen. Je zult in strijd komen met je oude leven, maar in die strijd is God aan je zijde. Hij is het Levende Water, dat de bron is van alle goeds. Laat je vullen met Zijn vrede! 

donderdag 24 november 2016

Verzadigd door genade

Mattheus 14:20 En zijn aten allen en werden verzadigd, en ze raapten het overschot van de stukken brood op, twaalf manden vol.

Wat is er nu bij Jezus te vinden? Waarom zou je bij Jezus horen? Daar is een antwoord op: je wordt door Hem verzadigd. Jezus vervult de behoefte van ieder mens. Dat is niet altijd makkelijk uit te leggen wanneer je dat probeert, maar aan de hand van deze tekst willen we dat proberen. Want bij Jezus is inderdaad verzadiging te vinden, Hij heeft alles wat een mens nodig heeft. En als we daar eenmaal van proeven, dan zullen we verzadigd zijn maar nooit verzadigd raken.

Het is de wonderbare spijziging waar onze tekst over gaat. Jezus heeft voor de menigte, vijfduizend mannen en daarnaast ook nog vrouwen en kinderen, gepreekt. Hij heeft ze verteld over Zichzelf, over God en over het Koninkrijk van God. En Hij genas hun zieken. De mensen hebben uren geluisterd en het is tijd om te eten. Maar ze zijn te ver van de winkels om eten te kopen en enigste eten dat aanwezig is, zijn vijf broden en twee vissen.  En Jezus neemt dat bij Zich, Hij vraagt God om het te zegenen en breekt het in stukken. En er is genoeg brood voor iedereen. Er blijft zelfs brood over: twaalf manden vol. En de vis was niet aan te slepen, want dat was allemaal op.

Dit is typerend voor Jezus. Hij weet wat de mensen nodig hebben en Hij geeft het ze. Het is laat, ze moeten eten en Jezus geeft hun te eten. En Hij geeft iedereen genoeg, niemand kan zeggen dat hij of zij zijn buik niet vol heeft, want er is zelfs over. De lege buiken van de mensen zijn nu gevuld met het brood dat Jezus hen heeft gegeven en dat door God is gezegend. En als Jezus zo met eten voor de mensen wil zorgen, als Hij dat zo belangrijk vindt, dan zal Hij zeker overvloedig uitdelen in geestelijke zin.

Want Jezus heeft iets belangrijkers om uit te delen, namelijk Zijn genade. Ieder mens heeft die genade nodig, ieder mens heeft als het ware een lege maag. En Jezus komt dan naar ons toe en biedt ons Zijn genade aan. Wij hoeven daar niets voor te doen, want Hij heeft het gedaan. Hij zorgt voor de genade, die onze geestelijke leegte zal verzadigen. En er is genoeg voor iedereen, want alzo lief heeft God de wereld gehad. Niet maar een paar mensen, maar iedereen. God heeft iedereen lief en biedt aan iedereen Zijn genade. Opdat je zalig zult worden en verzadigd door Hem. Dan zul je verzadigd zijn, je geestelijke leegte wordt opgevuld en ieder die van Zijn genade proeft, wil nooit meer iets anders.

Jezus verzadigt ons elke dag weer. Dat doet Hij door Zijn Woord, waarin Hij tot ons spreekt en Zijn rijke liefde en genade voor zondaren aanbiedt en uitwerkt. Maar Hij doet het ook door mensen om je heen, die je kunnen steunen en helpen, mensen die er voor je zijn. Het kan door geestelijke muziek, waarin je tot pure aanbidding komt en Hij je hart vervult door de teksten over Hem. Het kan door de natuur, waarin Gods almacht en majesteit is te zien. Ja, Jezus verzadigt ons elke dag. Zie jij het ook? Laat je je verzadigen door Hem?


De verzadiging door Zijn genade is wat mensen verandert. Want als we Zijn liefde ervaren en Zijn grootheid aanschouwen en op ons in laten werken, dan kunnen we alleen nog maar vervuld raken van Hem. Hij is het waard om onze aanbidding te ontvangen, Hij is het waard om ons leegte me te laten vullen. Prijs dan Zijn grote Naam en aanbid Jezus!

zondag 20 november 2016

Christus belijdt je naam voor de Vader

Openbaring 3:5 Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek de levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.

Heb je al eens nagedacht over wat belijden precies inhoudt? We spreken er vaak over: belijdenis doen van je geloof, je zonden belijden, dat je een belijdend christen bent. Maar weet je wat dat precies inhoudt? Sta je er wel eens bij stil wat dat betekent? Wanneer we belijden dat Jezus Christus de Verlosser van de wereld is, dan komen we daar openlijk voor uit. Je bent voor Christus, je bent voor God en je laat dat openlijk weten aan de mensen om je heen. Wist je trouwens dat Christus ook openlijk uitkomt voor Zijn kinderen?

Christus belijdt namelijk de namen van allen die van Hem zijn bij de Vader en Zijn engelen. Hij zit aan Gods rechterhand en staat voor de engelen en zegt: ja, hij of zij is van Mij. Ik ben voor diegene ook gestorven en die verdient de zaligheid bij God en bescherming van de engelen. Christus schaamt Zich niet voor ons, voor Zijn kinderen. Ook al doen ze zonden en doen ze dingen die bij God alleen maar toorn opwekken. Jezus schaamt Zich dan niet en draait niet Zijn hoofd weg, maar neemt het voor Zijn kinderen op bij de Vader. Christus zegt als het ware tegen God: Mijn bloed heeft ook voor hem of haar gevloeid, daar is de straf mee gedragen. U kunt in liefde naar hem om haar omzien en niet in toorn.

Wat een machtige Verlosser hebben wij dan, toch? Wat een liefdevolle Redder is Hij. Zijn werk is niet gestopt nadat Hij is opgevaren naar de hemel, maar Hij beschermt ons bij God. Hij belijdt onze namen en dat is maar goed ook. Die Jezus mogen wij dienen, we mogen ons leven op Hem richten en ons laten leiden door Zijn Geest. Wij mogen Jezus dan te allen tijde belijden en ons niet schamen voor Hem. Want Hij schaamt Zich ook niet voor ons. Kom jij openlijk uit voor Jezus?

Want in de brief aan de gemeente van Sardis, in Openbaring 3:1-6, staan ook waarschuwingen. Het geloof is daar niet levend. Een groot deel van de gemeente doen wel goede werken, maar het geloof is dood. Er wordt veel werk verzet binnen de gemeente, veel mensen zetten zich in, maar er is geen persoonlijke relatie met Christus. En die twee moeten samengaan, want anders zijn de werken nutteloos. Dat is een waarschuwing voor onze gemeentes, wij moeten namelijk niet alleen werken maar ook onze relatie met Jezus Christus vasthouden. Hij is de Bron van leven door de gemeente en dat kunnen we koppelen aan ons eigen leven. Wij hebben de relatie met Christus nodig om onze kleren niet bevlekt te hebben. Hoe is jouw relatie met Hem?


Want voor hen, die Zijn naam belijden en hun kleren niet bevlekken, voor hen ligt er een heerlijke toekomst. Ze zullen witte kleren ontvangen en met Jezus wandelen. Hun naam zal beslist niet uitgewist worden uit het boek des levens. Integendeel, Christus zal hen belijden voor de Vader. En daar mogen wij uit leven. Uit die troost, uit dat vooruitzicht en uit dat geloof. Jezus Christus, de Zoon van de Allerhoogste, zit aan Gods rechterhand en belijdt de namen van hen die in Hem geloven en Hem dienen. Heerlijk toch!

zaterdag 19 november 2016

God oordeelt in gerechtigheid

Psalm 98:8 en 9 Laten de rivieren in de handen klappen, de bergen tezamen vrolijk zingen voor het aangezicht van de Heere, want Hij komt om de aarde te oordelen. Hij zal de wereld oordelen in gerechtigheid en de volken op billijke wijze oordelen.

Je krijgt wat je toekomt. Zo is het toch altijd? Zo wordt er bij ons toch gesproken? Laatst hoorde ik het iemand zeggen: het volk krijgt de leider die het verdient. Dat was naar aanleiding van de overwinning van Trump bij de presidentsverkiezingen. Zo werkt het inderdaad bij ons mensen. Iemand die iets doet wat tegen de wet is, krijgt straf. En wij kunnen daar natuurlijk ook niet buitenom. Maar klopt het wel om te zeggen: je krijgt wat je toekomt?

Bij God krijgt de mens wel wat hij toekomt. De mens krijgt straf op de zonde en Gods straf is niet mals. Je mag niet meer in de tuin van Eden wonen. Nog erger is dat de mens zal moeten sterven en niet in de hemel kan komen. Dat is een flinke straf en het is inderdaad wat de mens verdient. Wie zijn wij om te twijfelen aan Gods wijsheid? Dat is gerechtigheid van God, Hij doet recht tot de mens. Jullie willen niet bij mij horen? Dan zul je dat ook niet. Gods oordeel wordt gedaan in gerechtigheid.

Maar bij God speelt er nog iets mee, namelijk Zijn geweldige liefde voor de mens. God wil niet dat de mens verloren gaat, ook al heeft de mens dit verdiend. God wil niet dat jij en ik verloren gaan, want Hij houdt van ons. En daarom heeft God Zijn Zoon gegeven, omdat Hij niet wil dat wij verloren gaan. Hij kan de zonde niet door de vingers zien, maar Hij heeft wel Zijn Zoon gegeven om de straf te dragen. En zo kan God oordelen in gerechtigheid, want de straf is gedragen.

Wanneer je van Christus bent, is je straf dus gedragen. En dan zal Gods oordeel straks ook in gerechtigheid zijn: vrijspraak! Het bloed heeft voor jou gevloeid en daarmee zijn je zonden bedekt. Daarom kan God oordelen in gerechtigheid en je toch vrijspreken. Er is geen veroordeling voor hen die in Christus zijn lezen we in de Bijbel en daar mogen wij ons aan vastklampen. Jij en ik, als we voor de rechterstoel van God staan, als kleine nietige mensen, zal het toch klinken: kind, kom bij me voor eeuwig. Treed binnen in de eeuwige vreugde en geniet van al het goede dat Ik ben en ook jou zal geven.

Maar dat betekent ook iets voor jou en mij hier op aarde. Er wordt gerechtigheid gevraagd, wij moeten recht doen aan de mensen om ons heen. Dat recht is niet alleen het recht van onze maatschappij, maar nog belangrijker is het recht van Gods Koninkrijk. Wij moeten omzien naar de armen en weduwen, zorgen voor de zieken en mensen die er alleen voor staan. Wij mogen ons geld niet alleen voor onszelf houden, maar moeten ook uitdelen. Maar in dat recht hoort ook eerlijkheid, trouw zijn aan je man of vrouw en aan je kinderen en de mensen om je heen, tevreden zijn met wat je hebt en niet altijd maar meer willen om in meer luxe te leven.


Wanneer wij Gods gerechtigheid kennen, mogen we die uitdelen in de wereld. Allereerst heel dichtbij ons, maar soms ook heel ver weg. Dan zal Christus gaan schijnen in deze donkere wereld, want dan zullen wij licht geven als de sterren. Eén ster maakt niet heel veel licht, maar als we vele sterren zijn dan zullen we stralen. Niet ons eigen licht, maar het licht van Christus weerkaatsen. Dat licht, dat kracht haalt uit het bloed van Golgotha, zal tot redding van velen zijn. 

vrijdag 18 november 2016

Scheur uw hart voor de genadige God

Joel 2:13 En scheur uw hart en niet uw kleren. Bekeer u tot de Heere, uw God, want Hij is genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid, en Hij heeft berouw over het kwaad.

Als je Joel 2 leest, dan wordt je bijna bang van binnen. De dag van de Heere komt eraan, dat wordt in dit gedeelte aangegeven. En voordat die dag komt, moeten alle vijanden van God vluchten, ze zullen niet weten waar ze het zoeken moeten. Er zal een ontzaglijk vuur over de aarde gaan en alles vernietigen en er zal een totale chaos zijn. Daar kunnen we openbaring naast leggen, want daar worden dergelijke gebeurtenissen ook beschreven. Het gaat dus niet alleen om die tijd, maar het is vandaag de dag ook realiteit. Deze waarschuwing telt ook nu nog.

Maar dan in vers 12 klinkt er ineens de oproep tot bekering en in vers 13 wordt het persoonlijk gemaakt. Scheur uw hart en niet uw kleren. Hoeveel mensen zien we wel niet figuurlijk hun kleren scheuren. Ze zeggen dat ze bij God horen, maar leven er totaal niet naar. Andere mensen leven volgens Bijbelse wetten, maar in hun hart is het allemaal voor de buitenkant. Ze bekeren zich niet van hun zonden, ze geven zich niet over aan Christus. Dan is dit een wake-up call! Bekeer uw hart, wij moeten onszelf allemaal voor het licht van de Bijbel zetten: is mijn berouw echt? Heb ik verdriet van mijn zonden? Wil ik echt bij Jezus horen?

Bekeer je dan tot de Heere, uw God, want Hij is genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid. Hier word ons verteld dat het niet om een God gaat, maar om uw God. Hij is je God, Hij kent je van jongs af aan en Hij heeft je als kind Zijn zegen al gegeven. En al die tijd, tot nu toe, heeft Hij Zijn belofte niet verbroken. Het is jouw God! En je moet je bekeren van je verkeerde dingen, bekeren van je innerlijke zonden en niet ermee doorgaan. Christus is voor die zonden aan het kruis gegaan, maar Hij is het niet waard dat wij blijven zondigen. Hij wil dat we rein leven.

En God zal ons steeds in genade aannemen wanneer we ons bekeren. Want Hij is barmhartig en geduldig. Hij kent ons en weet hoe wij mensen zijn. God heeft geduld met ons en dat geeft aan dat Hij ons kent. Hij straft ons niet direct voor de zonden, maar geeft ons tijd om te bekeren. Hij is rijk aan goedertierenheid. Zijn liefde gaat zo ver, dat zelfs Zijn Zoon aan het kruis moest om te sterven voor de zonde. Om de straf van de mensen te dragen en ze op die manier schoon te wassen van alle ongerechtigheid. En zo is God genadig, want wij hebben niets verdiend. Het is allemaal om niet, allemaal uit liefde en het komt allemaal alleen van Zijn kant.

Dan mogen jij en ik het belijden: Ik buig mij neer voor de God en aanbid Hem. Ik belijd niet alleen met mijn tong dat Hij de Heere is, maar ik wil ook mijn hart bekeren. Heere, wast U mij toch helemaal en laat mij gericht zijn op U. mijn ogen zijn vaak verduisterd, zodat ik U niet altijd zie. Maar wanneer U mij op deze manier oproept om mijn oog op U te vestigen, dan blijkt daaruit weer Uw onuitputtelijke bron van liefde.


Maak mij rein voor U, als gelouterd goud en zuiver zilver! 

donderdag 17 november 2016

De schat van het geloof in God

Jesaja 33:6 Hij zal zijn de vastheid van uw tijden, een rijkdom aan heil, wijsheid en kennis; de vreze des Heeren zal een schat zijn.

De tijden van Jesaja zijn heel herkenbaar. Er zijn nog maar weinig mensen trouw aan God en ieder mens leeft voor zichzelf. Door sommigen worden nog netjes offers gebracht, word de dienst van God nog gehouden, maar uiteindelijk zonder inhoud. En de rest van het volk is van God los. Daar zijn parallellen te trekken naar onze tijd. Veel mensen leiden hun eigen leven en willen niets met God te maken hebben. Of we nu in het westen leven en de welvaart zo belangrijk is, of dat men in oosterse landen leeft en bijvoorbeeld communisme het belangrijkste is. Aan God wordt niet gedacht en Hij wordt niet gediend.

Sta je daar wel eens bij stil? Kijk je ook wel eens om je heen en dan zie je alleen maar mensen leven zonder God? Misschien sommige mensen die nog wel naar de kerk gaan, maar verder niets met God hebben? Maar ook mensen die helemaal los zijn van God? Het maakt mij wel eens bang, want wat moet er nu van ons land terecht komen? Wat zal er de komende jaren allemaal gebeuren en in wat voor tijd zullen onze kinderen opgroeien? Zal er ook hier vervolging komen tegen de christenen?

Maar juist dan mogen we ons vasthouden aan de woorden van Jesaja. Hij zal zijn de vastheid van uw tijden, een rijkdom aan heil, wijsheid en kennis. Ja, dat is onze kracht en dat is waar wij op mogen vertrouwen. God is onze vastheid, Hij heeft immers alles in de hand! Wat er ook gebeurt, Hij zal niet toelaten dat anderen ons bij Hem vandaan trekken. Hij is ook onze rijkdom aan heil, aan wijsheid en aan kennis. God geeft uitkomst in donkere tijden en Hij verlost ons uit de zonde. Hij geeft ons wijsheid waardoor we staande kunnen blijven en kennis zodat we ons niet van de wijs laten brengen. 
God geeft Zichzelf aan jou en mij.

Want Hij zegt er nog iets bij: de vreze des Heeren zal een schat zijn. Als we in God geloven en leven naar Zijn wil, de vreze des Heeren, dan zijn we rijk. Misschien niet aan de buitenkant en in aardse dingen, maar we zijn rijk vanbinnen. We hebben het kostbaarste bezit dat er bestaat. God zelf wil in ons wonen en in ons werken en wij hebben Zijn genade ontvangen, waardoor we rijk zijn.

Dan kunnen we wel eens om ons heen kijken en angstig worden. We kunnen ons afvragen in wat voor tijd onze kinderen zullen leven en of er dan nog aan God wordt gedacht. We kunnen een donkere tijd aan zien komen waar we niet precies van weten hoe ermee om te gaan. Maar juist daarom mochten we vandaag deze woorden van Jesaja lezen en de volgende opdracht meenemen.

Bid voor onze kinderen, zodat ze de kracht van Christus mogen ontvangen om sterk te blijven staan in deze wereld. Bid voor de kerk van God, zodat de Heilige Geest Zijn werk kan blijven doen door het Woord te verkondigen. Bid voor de overheid, zodat zij mogen zien dat er zonder God geen toekomst is. Bid voor de ongelovigen, zodat hun ogen geopend mogen worden en dat ze mogen zien wie Jezus Christus voor hen wil zijn.


Zo krijgen we een bemoediging, maar ook een opdracht mee vanuit Jesaja. En laten we God danken, dat Hij Zijn licht nog laat schijnen in onze harten en in deze wereld. Laten we Hem aanbidden om Zijn almacht en Zijn reddende liefde. Hij is het waard om door jou en mij gediend te worden! Wat Hem zij de heerlijkheid en de kracht tot in eeuwigheid.

woensdag 16 november 2016

Heiliging tot eer van God

Romeinen 6:22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde het eeuwig leven.

Ik ben vrijgemaakt van de zonde, zegt iemand trots. Ik doe dus geen zonde meer en ben helemaal rein voor God. Ik heb dus ook geen gebed om vergeving meer nodig, want ik doe geen zonde meer. Dat zou je kunnen denken wanneer je de eerste 6 woorden van deze tekst leest  en daarna stopt en je Bijbel dichtslaat, maar er staan meer. En wat centraal staat is heiliging.

Het is altijd een moeilijk te begrijpen iets: de heiliging. Wat is dat nu precies en wat doet dat met een mens? Kun je daar zelf voor zorgen? Moet je er aan werken? Dat zijn vragen die bij je op kunnen komen wanneer het gaat over heiliging. Maar eerst moet je dan kijken naar wat de Bijbel zegt over heiliging en wat dat voor betrekking heeft op je leven. In het kort kunnen we wel stellen dat heiliging een proces is waarbij je steeds meer gaat lijken op Christus.

In onze tekst gaat het ook over heiliging, maar laten we eens een paar kernwoorden eruit pakken. Allereerst zijn we van de zonde vrijgemaakt. Dat is de rijkdom van genade, want je zonden worden niet meer toegerekend. Het betekent echter niet dat een kind van God geen zonde meer doet, het tegendeel is juist waar. Een mens blijft zonde doen totdat hij of zij sterft, maar een christen gaat steeds minder zonden doen. De zonden zijn vergeven wanneer wij Christus erom vragen, zoals Hij ons heeft geleerd in het Onze Vader: en vergeef ons onze schulden.

Maar er staat meer, namelijk dat we dienstbaar gemaakt zijn aan God. En dat vloeit voort uit de vergeving van de zonde. Iemand die tot geloof gekomen is in Jezus Christus als Verlosser en Zaligmaker, die leeft dienstbaar voor God! Je leven is immers niet meer van jezelf, maar van God door de Heere Jezus. En als dank mogen wij ons leven beschikbaar stellen aan Hem. Sterker nog: wij horen ons leven dienstbaar te maken aan Hem en aan Zijn dienst. Dat kan door dominee te worden, maar ook door behulpzaam te zijn voor anderen of door een eerlijk leven te leiden. Voor iedereen kan dit anders zijn, maar het komt uiteindelijk op hetzelfde neer: dienstbaar zijn aan God.

Wij hebben immers de vrucht ontvangen die tot heiliging leidt! De Heilige Geest werkt in Zijn kinderen en de levens van Zijn kinderen gaan steeds meer lijken op Christus. Heilig betekent apart gezet en dat zijn de kinderen van de Vader. Apart gezet om te groeien in het geloof en hun geloof in daden om te zetten. Er wordt hier niet van ons gevraagd om uren in de Bijbel te lezen, maar om Christus te volgen. Ja, zelfs om op Hem te gaan lijken door het werk van de Heilige Geest.

Wanneer wij op Christus gaan lijken, zullen wij God elke dag zoeken en met Hem praten. We zullen elke dag Zijn Woord openen en lezen wat Hij tot ons te zeggen heeft. We zullen voor de armen zorgen en de weduwen en wezen, voor de eenzamen en de zieken. We zullen er zijn voor de mensen die het moeilijk hebben in het leven en staan zonder te mopperen klaar voor ze. We liegen niet om onszelf daarmee goed te praten of om winst te maken en we haten andere mensen niet. We zijn niet op onszelf gericht, maar op God! In het kort: we passen de wet van God toe in ons leven en dat maakt ons meer en meer naar Zijn beeld.

En dat alles zal uitmonden in het eeuwige leven. Hier is het niet altijd makkelijk, maar straks zullen we ten volle mogen genieten van God en steeds meer op Hem lijken! Tot in de perfectie, want onze zondige ik blijft in het graf. Dat heerlijke vooruitzicht hebben de kinderen van God! Daar mogen wij straks deel van uit maken en nu mogen we door de Geest daar al op gaan lijken.


Weest dan heilig, want Ik ben heilig, spreekt de Heer!

dinsdag 15 november 2016

Ik ben van U

1 Korinthe 3:23 U echter bent van Christus en Christus is van God.

Bij wie hoor jij? Op die vraag kun je veel antwoorden verwachten. Ik hoor bij feyenoord roept de een en de ander zegt: ik ben van ajax. Een ander antwoord kan zijn: ik hoor bij de evangelischen en een anders zegt bij de gereformeerden. Weer een ander zegt ik hoor bij de kinderdopers en een ander bij de volwassendopers. Zo zijn er veel voorbeelden te noemen waar je bij kunt horen, van wie je kunt zijn. Maar wanneer we deze vraag ik het licht van de Bijbel stellen, mag er maar 1 antwoord klinken: ik ben van Christus.

Ieder mens, niet één uitgezonderd, heeft zich tegen God gekeerd. Ieder mens wil vanuit zichzelf niets met God te maken hebben. Ieder mens kiest vanuit zichzelf voor zichzelf en niet voor God. Waarom is dat toch? Omdat de mens niet van God wil zijn. De mens wil zelf bepalen wat hij of zij doet en eigenlijk wil ieder mens zelf god zijn. Dat is de smet die de mens heeft gelegd op de schepping van God en dat heeft diepe wonden geslagen. De hele schepping is bevlekt en doordrenkt met zonde en de aarde zal niet lang meer bestaan. God zal het wegvagen en iets nieuws ervoor terug maken. En ieder mens, die niet in Christus gelooft, zal verloren gaan.

Dat is een keiharde boodschap, of niet? Hier worden wij mensen neergezet als tegenstanders van God en dat zijn we inderdaad. Maar God heeft het daarbij niet laten zitten, want Hij heeft vanaf het eerste moment een belofte gedaan. De mens moet een kans krijgen om zich te bekeren en het weer met God in orde te maken. Daar moet de straf voor gedragen worden, er moet bloed voor vloeien. En dat bloed heeft gevloeid op Golgotha, waar Jezus Christus aan het kruis is gegaan om te sterven voor de zonde van de mens. Om de strijd met de satan te winnen en zo de weg vrij te maken om met God verzoend te worden.

En wanneer wij deel uitmaken van die mensen, die gered zijn door het bloed van Jezus Christus, dan zijn wij van Hem! Je mag dan zeggen: ik ben van Christus! Niets is mooier op deze aarde, niets maakt je meer vervuld van blijdschap dan te zijn van Jezus Christus. Wanneer je van Hem bent, dan ben je verzoend met God en mag je uit genade leven. Je leven mag gericht zijn op Hem en hoeft niet meer gericht te zijn op jezelf. Je stelt jezelf toch alleen maar teleur, maar Hij zal je nooit teleurstellen. Hij zal er altijd voor je zijn, tot in eeuwigheid.

En Jezus wil dan in je doorwerken, Hij wil je vernieuwen. Zijn bloed druppelt elke dag en bedekt onze zonden. Hij doet onze voorspraak bij God en pleit ons vrij van onze zonden. Steeds wanneer wij de zonde doen, laat Hij Zijn handen aan God zien en toont Hij het bloed aan de Vader en zegt daarmee: Ik ben voor hem of haar aan het kruis gegaan. Zie toch de zonde niet aan en laat Uw toorn niet ontbranden, want deze is van Mij.

Zo mogen wij schuilen bij Jezus Christus. We zijn van Hem en Hij is er voor ons. Hij helpt je bij je strijd tegen de zonde, want dat doet Hem pijn en beschadigd ons. Hij wil dat we vrij worden van onze zonden en daar geeft Hij Zijn Heilige Geest voor. En die wil ons leren Wie Jezus is, meer en meer.


zondag 13 november 2016

Besef van het leven

Openbaring 21:7 Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn.

Het leven gaat allemaal zo vluchtig en we hebben allemaal zoveel te doen. We hebben ons werk, onze verplichtingen thuis, verplichtingen ergens anders en we moeten zoveel tegenwoordig. De tijd raast aan ons voorbij, je knippert twee keer met je ogen en er is weer een week voorbij. We worden helemaal opgezogen door de media, door vrienden en door clubs en kringen en God schiet erbij in. We laten God zo vaak links liggen, we geven Hem zo weinig aandacht en we voeren maar heel weinig strijd. En daar moeten we voor oppassen.

Want God spreekt hier in de openbaring aan Johannes tot jou en mij. De visioenen lopen bijna op hun einde, de grote strijd is gestreden en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde dalen neer. De duivel is verslagen, de vijanden van God zijn in de poel van vuur en zwavel geworpen en God zit op de troon. En God spreekt dan de woorden van onze tekst tot Johannes: Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. God doet Zijn kinderen hier een belofte; Hij zal ze tot een God zijn.

Maar daar staat wel iets voor: Wie overwint. Zij die de boze machten van deze aarde weten te verslaan. Zij die niet met de wereld meegaan, maar staande blijven op het levende Woord van God. Zij die zich niet in allerlei zaken mee laten slepen, maar die keuzes maken op basis van het Woord. Zij die Jezus volgen in hun handel en wandel en niet alleen op zichzelf gericht zijn. Voor die mensen ligt er een grote belofte van de grote God: Ik zal je tot een God zijn en jij zult voor Mij een Zoon zijn. Die God, die vol liefde is voor de mens zal als een Vader voor je zijn.

Wat betekent dat nu, dat God een God voor je zal zijn en jij voor Hem tot een zoon zult zijn. God zal voor je zorgen en vervullen met een liefde die wij niet eens kennen. De diepte van die belofte kunnen we niet uitleggen, we kunnen het niet eens beschrijven, maar het zal ons gelukkig maken. Wij mogen zonder beperkingen met Hem spreken en met Hem leven in het ultieme geluk in de hemel, want daar is geen zonde meer.

Maar de tekst die na onze tekst komt kunnen we niet overslaan. Daar staat namelijk: Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is de poel die van vuur en zwavel brandt. Hier staan nogal een paar beschrijvingen. Dit zijn dus niet de overwinnaars en wanneer je jezelf hierin herkent, wordt het tijd om je leven aan God te geven en de strijd aan te gaan. Het is dan tijd om je te bekeren!

Nee, het Evangelie is geen zoetsappig verhaal, maar keiharde ernst. Wanneer wij niet in Jezus Christus geloven en niet de strijd aangaan met het kwaad in onszelf, dan horen wij niet tot de overwinnaars! Maar we hoeven de strijd niet alleen te voeren, want de Geest van God wil ons daarbij helpen. Hij staat ons bij en wil ons de kracht geven om te vechten. Vechten tegen de zonde, uit liefde voor Christus.


De grote strijd is gestreden en gewonnen door Christus, maar nu moet de strijd voor ieder persoonlijk gestreden worden. Maar wanneer we overwinnen, zullen we straks de eerkroon ontvangen en zonen en dochters van God worden genoemd. Hij zal ons tot een God zijn en wij mogen Zijn kind zijn. In dat vooruitzicht mogen wij leven en die toekomst verwachten.

maandag 7 november 2016

Allen één in Zijn Naam

1 Korinthe 3:7 Dus dan is noch hij die plant iets, noch hij die begiet, maar God, Die laat groeien.

Wat vinden we onszelf vaak geweldig. We kunnen sommige dingen heel goed en dat mogen we ook graag horen. Het is fijn wanneer iets over ons wordt gezegd dat positief is en dat streelt onze ego. We vinden vaak zelf ook dat we het heel goed doen. Als wij bijvoorbeeld een bepaalde tekst in de Bijbel zien en we gaan die uitleggen, dan is er vaak geen andere uitleg mogelijk dan die we zelf hebben. We hebben zelf de wijsheid in pacht en dat mogen we van onszelf zo graag weten.

In Korinthe zijn de mensen verdeeld. Sommige mensen zijn voorstander van Apollos en andere mensen van Paulus. Maar ook een groot deel heeft helemaal niets met Paulus op, ze moeten niet zoveel hebben van wat hij hun verteld. En dat brengt verdeeldheid. De gemeente raakt verdeeld en dat is absoluut niet geestelijk! De verdeeldheid in onze tijd laat ook zien dat we vleselijk zijn, want wij weten het allemaal zo goed. We kunnen andere mensen om een bepaalde mening helemaal voor blok zetten en iemand achter zijn of haar rug om bepraten omdat hij of zij een andere mening heeft. Maar dat is niet goed, het is vleselijk en niet geestelijk.

Paulus schrijft hier: noch hij die plant, noch hij die begiet is iets. Wij zijn helemaal niets! Een mens is maar 1 ding en dat is afhankelijk van de genade van Jezus Christus. Ieder mens heeft die genade nodig en ieder mens kan vanuit zichzelf niets. Zelfs Paulus is niets! Wij zijn kleine, nietige mensen die met ons kleine verstand zaken proberen te begrijpen. En als we dan iets denken te begrijpen dan is dat ook direct de waarheid. Een ander inzicht is dan verkeerd. Sterker nog, we vechten elkaar de tent uit. Wat een woede en haat kan er soms zijn, omdat we iets anders interpreteren uit de Schrift.

Maar dat is zonde! Wij mogen dat helemaal niet doen. Wij zijn niet in de positie om dat te doen. Natuurlijk hebben wij verantwoordelijkheid gekregen om trouw te zijn aan Gods Woord en die te beschermen, maar we moeten onszelf niet overschatten. We zijn helemaal niets..

Maar God is dat wel, want Hij is het die laat groeien. God zaait het zaad in een mensenleven en binnen Zijn gemeente begint Hij daar al vroeg mee. Kinderen krijgen het zaad, jongeren krijgen het zaad en ouderen krijgen het zaad. En vanuit dat zaad, het Evangelie, laat Christus Zijn kinderen groeien. Alleen Hij is het die je kan laten groeien en wij kunnen daar zelf helemaal niets aan toevoegen. God is zo groot! En Hij wil ons laten groeien, want Hij plant geen zaad om het vervolgens te laten verstikken. Dat wil God niet, maar Hij wil ons besproeien met Zijn Evangelie zodat we mogen groeien.

Laten we als christenen eens ophouden elkaar de tent uit te vechten, maar juist samen sterk te staan. We hebben elkaar nodig om staande te blijven, God wil ons op die manier gebruiken. We moeten niet arrogant zijn en onszelf boven de ander verheffen, maar ons nederig opstellen. Want wie zijn we uiteindelijk zelf?


Samen op weg gaan, dat is ons gebed. Als een volk dat juist daarvoor door Hem apart is gezet. Samen te dienen en te zien Wie God is! Dan wordt de kerk een stukje mooier en dan zullen we deze donkere wereld verlichten. Allen één in Zijn Naam.