zondag 24 januari 2016

Een vitaal geloof

Daniel 6:12 Toen kwamen zij eensgezind bij zijn huis en troffen Daniel aan, terwijl hij bad en smeekte om genade voor het aangezicht van zijn God.

Het is een lastige positie waar Daniel in verkeerd. In het rijk van de Meden, waar koning Darius koning was, is een wet aangenomen waarin staat dat niemand tot een andere god mag bidden dat tot de koning. Hij moet de god zijn in het rijk en niemand anders. Het lijkt een wet die de koning alle eer geeft en zo heeft hij het ook aangenomen, maar bij het indienen van de wet is iets anders gaande. Er zijn hogere machten in het spel die het aanbidden van de ware God willen tegengaan. Uit jaloezie is deze wet ontstaan en bovenal om Daniel erin te luizen.

De hoge heren weten precies hoe Daniel is: wat er ook gebeurt, hij zal zijn God niet verloochenen. Al zetten ze er tien wetten op, Daniel zal God altijd trouw blijven. En daarom hebben ze die wet gemaakt, ze weten dat Daniel zich er niet aan zou houden. Ze kunnen hem hier zeker te weten mee pakken en er zo voor zorgen dat ze van hem afkomen. Wat zou jij doen in de positie van Daniel? Maar in een achterkamertje gaan bidden? Stiekem om momenten dat niemand het ziet? En wat zien de mensen aan ons? Zien ze ook een volgeling van de ware God en waar blijkt dat uit? Mooi vragen om onszelf te stellen!

Eigenlijk zijn de mooiste twee woorden van deze tekst de laatste twee: zijn God. Daniel bidt niet zomaar tot iemand, Hij bidt tot God. Zijn God is de Allerhoogste, zijn God is de Trouwe en de enige ware God. Daniel weet het zeker, hij zet zelfs zijn leven ervoor op het spel. God is de God van Daniel en daarom weet Daniel dat hij niet moet zwichten voor het gevaar. Als hij zwicht en toegeeft aan de wetten in het land, zal het hem uiteindelijk duur komen te staan. Wanneer hij toegeeft zal hij steeds verder van God afdwalen en uiteindelijk zal zijn geloof opdrogen.

Daniel is hierin een prachtig voorbeeld voor ons. Hij leert ons hoe we ons geloof vitaal houden, hoe we ons geloof niet laten opdrogen en hoe we stand kunnen houden in onze tijd. Want er komt ook heel wat op ons af. Ook in onze tijd zijn er hogere machten aan het werk die er alles aan doen om ons van God af te houden. In onze westerse cultuur misschien niet zozeer met wetten, maar in sommige oosterse landen wel. En voor die mensen is Daniel een voorbeeld om sterk te staan en hierin laat God zien dat we altijd om Hem mogen en moeten vertrouwen.

Maar in het westen wordt het op een andere manier gespeeld. Onze tijd wordt volledig opgezogen door materialisme. Kijk maar eens in je eigen leven, wanneer heb je nu daadwerkelijk alle tijd om God te zoeken en Hem te aanbidden? Om steeds weer om genade te smeken? Onze telefoons, laptops, televisies, radio’s en tablets nemen zo veel tijd in beslag. Daarnaast onze hobby’s, werk en andere bezigheden. Het kan zelfs het kerkelijk werk zijn. Maar laten we samen met Daniel vaste momenten nemen om God te zoeken en daar tijd voor vrij te maken. Alleen zo kunnen we de hogere machten weerstaan en sterk staan in ons geloof. In contact met God blijft ons geloof vitaal!

God is het waard om onze aandacht te krijgen, om onze tijd te krijgen en onze aanbidding te ontvangen. Wij mogen steeds tot Hem komen en dat is pure genade. Hij heeft die weg gebaand door Zijn Zoon te sturen en voor ons te sterven en de blokkade op te heffen om helemaal in contact met Hem te komen. We moeten daar gebruik van maken, elke dag weer.

donderdag 21 januari 2016

Gebed om verdieping

Efeze 3:19 en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God.

Het gebed is een krachtig middel. God luistert naar het gebed en wil daar gehoor aan geven. Met die gedachte zou je eens Efeze 3:14 -21 moeten lezen. Paulus bidt voor jou en voor mij. Hij bidt voor de gemeente van Efeze, maar tegelijk bidt hij voor de gemeente van God. Wij gaan Paulus aan het hart, hij geeft om ons en heeft het beste met ons voor. Paulus wordt wel eens gezien als een fanatiekeling, maar hier nemen we een kijkje in zijn hart voor de kerk. Hij schrijft dat hij zijn knieën buigt in vers 14, hij knielt voor God, de Vader van Jezus Christus. Voor onze Vader.

Hij bidt voor ons dat we gesterkt worden door Zijn Geest. Niet dat we een sterk lichaam krijgen, maar dat we innerlijk sterk worden. Dat de Geest ons de wapenrusting aandoet die hij in Efeze 6 beschrijft. Dat we ons niet meer zo snel laten leiden door alles om ons heen, maar alleen door de Geest van God. Die Geest is krachtig tot vernieuwing en versterking, we krijgen als het ware geestelijke spieren.

Dat bidt hij met als doel dat Christus door het geloof in onze harten woont en dat we diep geworteld zijn in de liefde. Paulus bedoelt daarmee dat we sterk staan in Christus, door het geloof. Dat we niet alleen maar met de mond belijden dat Hij onze Verlosser is, maar ook vooral met ons hart belijden. En dat we dat uitstralen naar de wereld om ons heen, dat we leven tot de eer van God.

Zodat we de liefde van Christus zullen begrijpen, met alle heiligen, hoe onmetelijk het werk van Christus voor ons is. We kunnen het nergens aan meten, we kunnen het niet beschrijven of bepalen. Die liefde gaat ons verstand te boven, wij kunnen Gods liefde niet begrijpen. Maar Paulus bidt dat we toch de liefde van Christus mogen kennen. Een kennis die alle andere kennis te boven gaat, maar die wij toch stukje bij beetje mogen leren kennen. Ja, dat is een leerschool en ook niet een makkelijke leerschool. Maar we mogen het leren van Christus, door Zijn Geest.

En dat we vervolgens vervuld worden tot heel de volheid van God. Wauw! Dat Paulus dat schrijft! Als wij ons hart openzetten voor Hem, dan zal Hij ons hart vullen. En niet met onnozele zaken, maar met Gods zaken zodat we vervuld worden tot Zijn volheid. Die volheid kunnen wij niet beseffen, die is ook niet te begrijpen of aan te raken, maar als ik bedenk hoe God is, hoe groot en hoe heerlijk, en dat wij daar dan ook naartoe mogen groeien. Daar wordt ik stil van..

Christus zij alle heerlijkheid, daar sluit Paulus mee af. Dat is o zo waar, Christus zij al de heerlijkheid. In Hem is alles heerlijk en daar mag je van proeven wanneer je Hem toebehoort. Laten wij Efeze 3:14-21 nog eens lezen en op alle plaatsen waar u en uw nu staan, dat we ik, mij en mijn lezen. Dat komt dit gebed echt binnen en worden we bewust van Wie Hij is! Bid je mee?

maandag 18 januari 2016

Jezus opent je ogen

Lukas 18:42 En Jezus zei tegen hem: Word ziende. Uw geloof heeft u behouden.
Yes, yes! Wat een wonder! Een man die blind was, kan weer zien! Wat is hij blij en wat is dat een waardevol geschenk van Jezus. Jaren heeft hij daar waarschijnlijk bij de Jericho aan de weg gezeten en dagelijks moest hij zijn hand ophouden om een paar centen te krijgen om wat te eten. Maar dat is nu voorbij, de man kan gaan en staan waar hij wil, hij heeft niemand meer nodig. Hij kan nu werken, hij kan een reis maken, hij kan alles. Maar wat doet hij? Hij volgt Jezus en verheerlijkt Hem. Zo heeft Jezus gewerkt in het leven van de man. Zijn geloof heeft Hem behouden en hij is van zijn blindheid verlost. Jezus heeft zijn ogen in meerdere opzichten geopend.
Jezus wil ook onze ogen openen. Van nature zijn we blind voor Hem en voor wat Hij voor ons heeft gedaan. We zijn blind voor wie wijzelf zijn tegenover God en zien onze zonden niet. Maar Jezus kan dat veranderen, Hij wil ons ziende maken zodat we zien wie wij zijn tegenover God. Wij zijn namelijk blinde zondaars, mensen die niets van God willen weten. Mensen die zelf eigenlijk God willen zijn en onszelf ook zo behandelen. Ik ben de baas en niemand heeft daar iets over te zeggen, ook God niet. En daar wil Jezus onze ogen voor openen. Hij wil ons ook laten zien dat we zonder Hem verloren gaan en dat we Zijn bloed nodig hebben tot vergeving van onze zonden. Jezus laat ons allereerst de weg tot bekering zien!
Hij laat ons zien op het kruis, op het werk dat Hij heeft volbracht. We hoeven dat zelf niet te volbrengen, dat heeft Hij gedaan. Hij laat ons ook zien dat we dat zelf helemaal niet kunnen, al zouden we het willen. Alleen Zijn werk is genoegzaam voor God. Hij laat ons dus Zijn liefde zien en opent zo onze ogen voor Wie Hij is en voor ons wil zijn. Dat is toch geweldig! Maar misschien zie jij dat nog niet, dan mag je net als de blinde aan Hem vragen om je ogen te openen. Zodat je kunt zien en echt kunt gaan leven. Nu leef je in het donker, maar als Hij je ogen opent leef je in het licht.
Maar Jezus opent onze ogen ook voor onze zonden. Niet alleen dat we zondig zijn, maar ook de zonden die we doen. De zonden die jij en ik steeds weer doen en waar we misschien helemaal niets verkeerds in zien. Daar moeten we ons voor openstellen en Jezus vragen naar de schadelijke weg in ons. Jezus vragen om door Zijn Geest ons te laten zien welke dingen we niet meer moeten doen en wat we juist wel moeten doen. Hij zal je dat ook laten zien, maar je moet we voor openstaan. En als je er voor openstaat dan geloof je straks je ogen niet. Want er zijn dingen in je leven die niet zondig lijken en door Hem toch zonde voor je zullen worden. Ze staan in de weg in je relatie met Hem.
Het is een hele openbaring wanneer God zo in ons werkt, wanneer Hij ons laat zien. Dat doet Hij vooral door Zijn Woord. Daarin staat wat we nodig hebben en hoe we moeten leven. Wanneer we Zijn Woord trouw en zuiver lezen, dus niet in ons eigen straatje, dan zullen je ogen steeds meer open gaan. Niet zomaar elke dag lezen hoor, maar Christus vragen of Hij je de teksten wil laten zien. Want alleen dan zal dat gebeuren. Zonder Hem begrijp je de Bijbel niet en lees je wat je zelf wilt lezen, maar
Hij legt het uit in je hart.
Heer, wijs mij uw weg
en leid mij als een kind
dat heel de levensweg
slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt
om door te gaan,
troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.
Heer, leer mij uw weg,
die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg
als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt,
het donker is,
leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is.
Heer, leer mij uw wil
aanvaarden als een kind
dat blindelings en stil
U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt
uw weg te gaan,
spreek door uw Woord en
Geest mijn hart en leven aan.
Heer toon mij uw plan;
maak door uw Geest bekend
hoe ik U dienen kan
en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet,
de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel
mijn weg gelopen heeft.

zondag 17 januari 2016

Eén Kerk

Handelingen 2:11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken.

Wat is nu de ware kerk en in welk land en bij welke gemeente wordt er nu de juiste boodschap verkondigd en is men op de juiste manier bezig? Dat is een vraag die we allemaal veel stellen en ondertussen vinden we allemaal dat we het wel goed doen en de anderen niet. We zijn natuurlijk allemaal aangesloten bij een gemeente en dat vinden we de juiste gemeente. Maar is dat ook zo? Ben jij, ben ik lid van de juiste gemeente?

Een goeie vraag om over na te denken en alles eens naast elkaar te leggen. Want hoe dient onze gemeente God? Op welke manier staat onze gemeente in dienst van God en wat kan daarin beter? Dat is goed om als gemeente over na te denken en als ieder individu van die gemeente. Een andere vraag is natuurlijk: wat is mijn plek binnen die gemeente? En hoe geef ik binnen de gemeente handen en voeten aan mijn geloof?

Op de eerste pinksterdag, de uitstorting van de Heilige Geest, waren er veel mensen bijeen uit veel verschillende landen. Ieder heeft zo zijn eigen gewoontes en eigenaardigheden, maar ze waren allemaal in Jeruzalem bijeen. En nu hoorden ze de discipelen spreken in hun taal. Dat was bijzonder, want ze hadden eigenlijk helemaal geen opleiding daarvoor gehad. Maar nu ontstaat daar Gods gemeente, een wereldwijde gemeente die niet verbonden is door muren maar verbonden is in het Woord van God en Zijn grote werken.

Gods kerk bestaat uit veel verschillende mensen met verschillende meningen en verschillende denkwijzen. Een cultuur in een bepaald land bepalen veelal hoe het gemeenteleven eruit ziet en wat wel en wat niet mag en wij zijn het met sommige zaken absoluut niet eens, soms kunnen we daar zelfs veroordelend over zijn. Maar wanneer Gods Woord centraal staat en het zuiver wordt gebracht is het een gemeente van God! Er kunnen verschillen zijn in uiterlijk, maar het Woord geeft de verbinding. Er is niet één gemeente die superieur is aan de andere, we zijn allemaal zondige mensen met onze gebreken, maar we hebben ook allemaal de Heere Jezus nodig als Verlosser.

En ieder die Hem aangenomen heeft als Zaligmaker, die is een lid van de Gemeente. De kinderen van God zijn allemaal aan elkaar verbonden, of ze nu dansen in de kerk of op hele noten zingen, of ze nu in tongen spreken of Statenvertaling lezen, het gaat God om het hart. En wanneer ons hart van God is, dan zijn wij lid van Zijn Kerk. Die kerk is dus een bonte verzameling van gelovigen, van mensen die God nodig hebben. Ieder op zijn of haar eigen wijze is daar deel van.

Daarom mogen wij God groot maken, omdat Hij Zijn kinderen overal vandaan haalt en ieder een plekje geeft. Alles stoelt op Zijn Zoon en alles draait om Hem, niet om de mensen. God staat centraal en als dat daadwerkelijk zo is in ons leven, dan hebben we al onze broeders en zusters lief. Ook die in die kerk zit die jij eigenlijk maar niet vind. Het is familie van je, of heb jij Christus meer of minder nodig? Nee, ieder die Hem liefheeft heeft Hem nodig. We horen daarom allemaal bij de Kerk van het Kruis, of de Kerk dat gewassen is door het bloed van Christus.

Zo kunnen we met onze medechristenen in liefde leven en kunnen we verschillen accepteren. Dat zal iets uitstralen naar de wereld, liefdesband waar veel mensen jaloers op zullen worden. We kennen elkaar, want we kennen Christus. We houden van elkaar, want Christus houdt van ons.

vrijdag 15 januari 2016

Heere, U weet dat ik U liefheb

Deuteronomium 10:12 Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God te vrezen, in zal Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en heel uw ziel.

Het volk Israël heeft de 10 geboden gekregen van God, de geboden die hen zal helpen om God te dienen en hun naaste lief te hebben. Als ze tenminste die geboden houden en daarnaar leven. Mozes daarna houdt Mozes een toespraak voor het volk en dat lees je in Deuteronomium 10 vanaf vers 12. Het is een oproep van Mozes om te leven naar de wil van God en om God te dienen. Niet alleen maar Gods geboden te houden, maar Hem te dienen met hart en ziel.

De boodschap van Mozes is gericht aan het hele volk van Israël. Nu dan, Israël! Dat maakt heel duidelijk aan wie deze boodschap is gericht. Aan het volk Israël, aan de kinderen van Abraham, Izak en Jacob. Aan het nageslacht en het beloofde zaad van Abraham, alleen aan hen. Of toch niet? Zijn wij, christenen, niet aan die boom geënt? Zijn wij niet bij dat volk gaan horen? Zijn wij niet door het bloed van Christus deel gaan uitmaken van het volk van God? Ja, dat zijn we inderdaad. Wij, heidenen, zijn door het werk van Gods Zoon deel gaan uitmaken van Zijn volk. En dus geldt deze boodschap ook aan jou en mij. We kunnen er niet omheen, en dat moeten we ook absoluut niet willen. Want Gods boodschap is voor jou en mij van levensbelang.

We moeten God vrezen, Hem respecteren als God! Hij is degene met het gezag en naar Hem moeten we luisteren. Hij is de Allerhoogste en wij gaan dan niet lekker onze eigen weg, maar horen naar wat Hij ons te zeggen heeft. Dat is het vrezen van God. Het is niet bang zijn voor Hem, maar Hem als hoogste gezag stellen. Dat gezag toont God in Zijn Woord, wat in de Bijbel staat is waar en daar hebben wij ons aan te houden. Wil je dat niet of doe je dat niet, dan vrees je de HEERE niet. Dan kun je Hem ook niet liefhebben, al kun je dat misschien mooi zeggen met je mond. Maar het gaat erom wat er in je hart leeft. Houdt je van God? Dan leef je naar Zijn geboden!

Wij mogen in Gods wegen gaan, luisteren naar Zijn Woord. Maar ook  zien wat Hij voor ons heeft uitgestippeld en die weg gaan. De belangrijkste weg voor ieder mens is langs het kruis, om daar onze zonden af te leggen. Dat is de enige weg die bij iedereen hetzelfde is, daar kunnen we niet omheen. Maar vervolgens kan het een moeilijke weg zijn, een weg door dalen of over bergen, een positieve of negatieve weg, maar het is Gods weg met ons.

Ja, we mogen God dienen met heel ons hart en heel onze ziel. Hem zo liefhebben, dat er niets is dat we meer liefhebben en dat te tonen door Hem te dienen. Heb jij je leven zo ingericht? Is het God die centraal staat in jouw leven? En heb je Hem lief met heel je hart? Jezus vroeg het ook aan Petrus: Heb jij Mij lief? En Petrus antwoordde: Heere, U weet dat ik U liefheb. Petrus kon dat zeggen, zelfs nadat Hij Jezus had verloochend. Zeggen wij het met Petrus na? Heere, U weet dat ik U liefheb.

woensdag 13 januari 2016

Een schat in de hemel

Lukas 12:34 Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

We hebben ze allemaal wel: schatten. Zo zijn mijn vrouw en kinderen voor mij schatten, maar ook mijn werk is soms een schat waar ik heel voorzichtig mee ben. Jij hebt zo vast ook je schatten, dat kan bijna niet anders. Ieder mens heeft schatten, dingen of zaken die hij of zij waardevol vindt. Dat is in sommige gevallen natuurlijk heel goed, maar wat is je belangrijkste schat?

Jezus geeft les over bezorgd zijn en over het druk maken om allerlei zaken op aarde. Een bijzondere les over vogels die niet zaaien en over lelies die groeien, ondanks dat ze niet werken. God geeft dat dit allemaal gebeurd en Hij zorgt voor de planten en de dieren. Maar als Hij dit allemaal geeft, zal Hij dan niet aan ons mensen denken? Wij kleingelovigen! Ja, dat moeten we bekennen: ons geloof is vaak maar zo klein. We denken zo klein van God, terwijl Hij het beste met ons voorheeft. Wij willen alles zelf doen, maar vergeten vaak dat God er is.

Daarna gaat Jezus verder met Zijn preek en spreekt over ons hart en onze schatten. Waar zijn onze schatten? Is onze schat in de hemel of hier op de aarde? Dat is een vraag op leven en dood, een vraag tussen vergeving en voor eigen zonden staan, een vraag tussen God en de aarde. Heb jij daar een keus in gemaakt? Je moet kiezen, je moet kleur bekennen en de schat die het meeste waarde heeft overhouden.

Weet je, Jezus kent ons door en door. Hij kent ons hart en weet waar vanuit onszelf onze schatten liggen. Die liggen natuurlijk hier op aarde en dat vinden wij maar al te fijn. Denk erom dat je aan mijn schat komt! Ja, op die manier beschermen we onze schatten en het liefst praten we die schatten ook nog goed. Dat staat nergens in de Bijbel of we halen teksten aan als: ja maar ik ben vrij. Nou gefeliciteerd als dit het geval is, maar wanneer je hart nog aan de aardse schatten vastzit, ben je niet vrij. Je bent in de ban van die schat! En daar moeten we mee stoppen.

We moeten daarmee stoppen omdat ons hart is waar onze schat is. En voor onze eeuwige zaligheid is het nodig om ons hart in de hemel te hebben. Daar zit God immers, met aan Zijn rechterhand Zijn Zoon. Als daar ons hart is, dan zijn we in Jezus Christus en dan zijn we waarlijk vrij. Dan mogen we leven tot zijn eer en die schat met ons leven bewaken. Die kan trouwens niemand van ons afnemen, die kan door niets en niemand worden aangetast, want in de hemel is die schat veilig.

Het is ook nog eens de mooiste en waardevolste schat die er ook maar te krijgen is. Het is gekocht met het bloed van de Zoon van God, Jezus Christus en dat is de duurste prijs die ooit ergens voor is betaald. Maar wel een prijs uit liefde, uit liefde voor jou en mij.

k Heb een beurs die niet oud wordt
'k Heb een schat die nooit opraakt
'k Heb een schat in de hemel
En 'k heb Jezus in mijn hart
Hij is Koning, Hij is Koning
Hij is het die ons bevrijdt
Hij is Koning, Hij is Koning
Koning in eeuwigheid

zondag 10 januari 2016

Onderwezen door Christus

Markus 2:13 En Hij vertrok naar weer naar de zee; en heel de menigte kwam naar Hem toe, en Hij onderwees hen.
Jezus heeft weer een wonder gedaan. Een man werd naar Hem toegebracht door zijn vrienden. Ze konden het huis niet in en lieten hem vervolgens door het dak zakken, recht voor Jezus voeten. Toen Jezus het geloof van hun zag zei Hij: Uw zonden zijn vergeven. De Schriftgeleerden die erbij stonden waren verbolgen; hoe durft Hij dit te zeggen? Hoe durft Hij iemand zijn zonden te vergeven. Als antwoord daarop zei Jezus: is het makkelijk om tegen iemand te zeggen dat zijn zonden zijn vergeven of dat iemand weer kan lopen. En direct erop zegt Hij tegen de man: sta op en neem uw ligmat op en ga naar huis.
Vervolgens stond de man op en liep naar huis.
Een groot wonder wat Jezus hier heeft gedaan, maar dat was niet het belangrijkste. Er zijn twee belangrijkere zaken in deze geschiedenis dan het wonder van de genezing. Allereerst natuurlijk dat de zonden van de man zijn vergeven. Jezus vergeeft de man zijn zonden, puur en alleen om het geloof. De man heeft zijn geloof nog niet eens uitgesproken naar Jezus en dan heeft Jezus hem al vergeven. Dat is Christus en dat is hoe Zijn hart eruit ziet. Hij wil dat onze zonden vergeven worden en Hij wil dat we schoon worden, gewassen door Zijn bloed. Dat mogen wij ook geloven, al kunnen we soms met onszelf in de knoop liggen. Jezus wil jou en mij vergeven.
Maar wat ook belangrijk is, is wat er na het wonder gebeurt. Iedereen praat er natuurlijk over en de mensen die het wonder hebben gezien waren buiten zichzelf en verheerlijkten God. Ze konden hun mond niet houden en vertelden anderen ook over Christus. Dat is voor ons een mooie leerschool, zo mogen wij ook anderen bij Christus brengen. Want dat is wat ze deden, de mensen werden nieuwsgierig en wilden Hem ook zien en horen. Is de manier waarop wij ons geloof leven ook een uitnodiging voor anderen om bij Hem te komen? Die vraag mogen we onszelf steeds weer stellen.
Jezus ging naar de zee en de mensen wisten dat. Een aantal zullen Hem zijn gevolgd, want ze wilden meer zien. Zo vaak zie je natuurlijk geen wonderen. Maar Jezus had met dat wonder niet alleen bereikt dat de mensen God gingen aanbidden, Hij had er ook mee bereikt dat ze aan Zijn voeten gingen zitten en luisterden naar wat Hij hen leerde. De mensen kwamen in een menigte naar Hem toe! Ze wilden leren van Hem en luisteren naar wat Hij hen zou vertellen.
Dat is de plaats waar Christus ons wil hebben, dicht bij Hem en al luisterend naar Zijn onderwijs. Hij geeft Zijn onderwijs in de Bijbel, daar heeft Hij het allemaal op laten schrijven. Als wij in de Bijbel lezen, zitten we ook aan de voeten van Christus. Dan mogen we ons hart openstellen voor alles wat Hij ons wil leren. Het Woord moet ingang hebben tot ons hart en niet alleen ons verstand. En als we dan aan Zijn voeten zitten, of het nu in de kerk is of thuis, dan wil Hij ons over Zichzelf leren. Hij leert ons Wie Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan. Dan wordt het wonder voor ons steeds groter. Maar Hij leert ons ook hoe we ons staande kunnen houden in deze wereld.
Ik kniel neer aan Zijn voeten en open mijn hart voor wat Jezus tegen mij te zeggen heeft. Wat doe jij? Laat jij je ook onderwijzen en stel je daar je hart bij open? Of ga je lekker je eigen gang en wordt je alleen maar verontwaardigd over wat er in de Bijbel staat, net als die Schriftgeleerden?
Jezus leert ons zo ook vandaag weer een les, Hij leert ons dat Hij onze zonden wil vergeven maar ook dat we bij Hem moeten Zijn om zowel Christus als Zijn Vader te leren kennen. Ja, van Hem wil ik leren en door Hem laat ik me onderwijzen. Jij ook?

zaterdag 9 januari 2016

Een feest tot Gods eer

Psalm 126:3 De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan, daarom zijn wij verblijd.
Je viert een feestje meestal bij een bijzondere gebeurtenis. Bij een geboorte of een huwelijk, bij een verjaardag, als je bent geslaagd of als je promotie hebt gehad. Ja, dat zijn gebeurtenissen die gevoerd mogen en moeten worden. Er is iets bijzonders gebeurd en daar mag je blij om zijn en wanneer je blij bent mag je feest vieren.
Het volk van Israel was ook in een feeststemming en dat beschrijft de dichter van psalm 126. Het is een danklied na de ballingschap, een lied om God te danken voor Zijn verlossing uit Babel. Het volk kan het bijna nog niet geloven, maar toch is het daadwerkelijk zo. Ze zijn niet meer in gevangenschap van Babel, maar ze zijn in de vrijheid van hun eigen land. Waar ze weer vrij kunnen gaan en staan, maar bovenal weer in vrijheid God kunnen dienen en Zijn dienst houden. De psalmschrijver zegt het zo: Toen werd onze tong vervuld met lachen en onze tong met gejuich. Ja, met gejuich tot Gods eer en met diepe dankbaarheid voor Zijn daden. Ze willen weer tot Zijn eer leven, wat een heerlijke tijd zal dit geweest zijn in Israël, ondanks alle moeiten van de wederopbouw.
Wat de psalmist verwoord, geldt ook voor ons. Het geldt voor ieder die Jezus heeft aangenomen als Verlosser en Redder. Voordat we onszelf overgeven aan Hem, zijn we ook opgesloten in de ballingschap. Een ballingschap die we over onszelf hebben uitgestort in het paradijs. De ballingschap van de zonde en van verdorvenheid. We zijn niet vrij, al lijkt dat vaak wel zo, maar we zijn juist gebonden aan de wereld en alle verleidingen die daar bij horen. Maar dat verandert als Jezus in ons leven komt, dan worden de kettingen van de ballingschap verbroken en mogen we vrij zijn. Niet maar voor een dagje, maar voor eeuwig! Ben jij al vrij?
En dan mogen we ook met de psalm meezingen, we mogen een feest vieren in ons hart en in ons leven. We mogen vieren dat God grote dingen bij ons heeft gedaan. Hij heeft ons verlost en Hij heeft ons vrijgemaakt. Hij heeft ons uit de ballingschap geleid en als we dat beseffen, dan zingt ons hart een loflied tot Zijn eer. Ons leven wordt, ondanks de zonde die er nog is en de tegenslagen die we kennen, een feest tot Zijn eer. We zijn vervuld met Zijn liefde en leven door Zijn Geest. Die doet in ons een goed werk, Die leidt ons op Zijn weg.
Want het volk had het niet makkelijk tijdens de wederopbouw van het land. Ze waren wel vrij en terug in hun eigen land, maar er lag veel gevaar op de loer. Ze moesten werken met in de ene hand een troffel en de andere een speer. Zo is het bij ons ook geen gesneden koek wanneer we bij Jezus horen, er ligt ook veel gevaar op de loer. Wij moeten ons ook staande houden in dit leven en dat kunnen we doen met in de ene hand de Bijbel en in de andere hand gebed. Als we dat zo bij ons dragen, en ons leven zo inrichten dat God centraal staat, dan zullen we staande blijven. Dat is niet eenvoudig, want er wordt ons zoveel moois voorgeschoteld, zoveel dingen kunnen toch wel, dingen die we deden toen we gevangenen waren. Maar daar moeten we nu tegen vechten, ondanks het feestgedruis.
Maak een feest van je leven, een feest ter ere van God! Dan zullen we een voorproefje hebben van de eeuwigheid bij Hem. Dan kan niets ons scheiden van Zijn liefde en zullen we steeds meer vervuld raken door de Geest! Want een heilig feest ter ere van God is een lust voor Zijn oog. Ik vier het feest, vier je mee?

donderdag 7 januari 2016

Ik ben de baas!

Efeze 5:25 Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven.
De man is de baas in huis en de vrouw moet naar de man luisteren. Het is een veelbesproken thema en sommige mannen zijn trots op dit soort zinnen. Ze zijn er inderdaad, die mannen die het voor het zeggen hebben in huis. Zij bepalen wat er gebeurt en niet goedschiks, dan kwaadschiks. Zij zijn degene die de regels opstellen en de vrouwen hebben niets in te brengen. Ja, ze mogen hard werken in huis maar verder niet met te veel zaken bemoeien.
Zo lijkt het in dit tekstgedeelte van Efeze ook te staan. De vrouw moet de man onderdanig zijn en ze moet luisteren. Deze tekst zet bij veel mensen kwaad bloed. Hoe kun je dat nu in de Bijbel schrijven en dan staat het ook nog eens in het huwelijksformulier. Maar toch staat het er en wat er in de Bijbel staat, daar moeten we ons aan houden.
Maar we mogen dit niet uit het verband trekken, want de volgende tekst is onze tekst. De man moet zijn vrouw en zijn gezin liefhebben. Hij moet leidinggeven en hij mag inderdaad de lijnen uitzetten. Vooral in de tijd van de Bijbel was dat natuurlijk aan de orde van de dag en niet alleen bij het volk Israel. Dat was het geval in de meeste culturen. De man moet dus vanuit de liefde zijn gezin leiden en op die manier toont hij zijn liefde voor zijn gezin. Doe jij dat?
En dat leidinggeven moet hij doen vanuit een bepaald perspectief: zoals Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven. Een man moet dus het beeld zijn van Christus. Zowel voor zijn vrouw als voor zijn kinderen. Christus offerde Zichzelf op voor Zijn gemeente, voor Zijn kinderen. Zo dient een man zichzelf ook op te offeren voor zijn gezin. Dan staat niet zijn hobby bovenaan of zijn eigen zaak of erger nog: een andere vrouw. Nee, wanneer een man het beeld van Christus wil zijn, moet hij zijn gezin liefhebben en daar komt niets tussen. Zij staan op nummer 1! Alle andere zaken die zo belangrijk zijn, staan allemaal plaatsen daaronder. Dan gelijk maar de vraag: hoeveel tijd besteed jij aan je gezin? En hoeveel tijd besteed je aan andere zaken?
Maar dit geldt niet alleen voor mannen, dit geldt voor iedereen. Tegenwoordig vinden vrouwen ook heel veel andere zaken belangrijk. Vroeger was ze boven alles de moeder van het gezin. Maar tegenwoordig zijn er veel vrienden, uitgaan, soaps en noem maar op. Vrouwen: wie staat er daadwerkelijk bij jullie bovenaan?
En tot slot kunnen we de vraag ook doorschuiven naar het gemeente-zijn. Wij als gemeente van God, wie staat er bij ons bovenaan? Bij de ouderlingen en diaken: wat drijft je bij het werk dat je doet? Wat drijft je bij de beslissingen die je neemt? Bij de gemeenteleden: Leef je voor Christus? Hoe leef jij dan voor Christus? En voor ons allemaal: proberen wij op Christus te gaan lijken? Willen we net als Hem worden? Hij heeft immers het voorbeeld gegeven!
Een heerlijke les van God, door Paulus aan de gemeente van Kolosse. Maar ook een heerlijke les aan ons. Wij mogen leven tot Zijn eer, omdat Hij ons heeft liefgehad. Dan wil je toch niet anders meer. We mogen alle andere zaken aan de kant gooien, alles wat schadelijk is voor onze relatie met Christus vernietigen en misschien moeten we ook onze prioriteiten weer ordenen. Maar alles tot Zijn eer en glorie! Jezus houdt van jou en mij, dat is toch heerlijk nieuws!

maandag 4 januari 2016

Dit is de wil van God

Johannes 6:40 En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.

Vaak hebben we vragen over God en meestal zijn dat negatieve vragen. Hoe kan het nu dat God die of dat toestaat? Had God het niet anders kunnen laten lopen? Weet God hier dan niet vanaf? Dat zijn menselijke vragen die we aan God stellen en natuurlijk heel begrijpelijk. Wanneer we deze vragen aan God stellen, is het ook goed. Maar Jezus leert ons hier op aarde God kennen. Hij leert ons Wie God is en wat Hij wil. Christus is God in mensenvlees en op die wijze laat God Zijn binnenkant zien, Zijn hart.

Want Jezus zegt over God: En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft. God heeft Jezus dus gezonden, dat staat als een paal boven water. God heeft Hem Mens laten worden en op die manier moest Christus, de Zoon, Zichzelf vernederen. Niet alleen het mens zijn is een vernedering, maar Hij ging nog dieper. Hij stierf zelfs, juist datgene wat de mens over zichzelf heeft afgeroepen door de zonde, daarin is Jezus gestapt. En puur en alleen voor ons, ja voor jou en voor mij. Dat tekent de Vader, dat laat zien wie God is.

En we hoeven alleen maar in de Zoon te geloven. That’s it! Meer is het niet, meer hoeven we niet te doen. Sterker nog: meer kunnen we niet doen. Wij kunnen zelf helemaal niets toevoegen aan het volbrachte werk van Jezus. Alles wat we daarvoor proberen breekt alleen maar af. Wij mogen zien op de Zoon en dan ook in Hem geloven. Ja, zo eenvoudig is het. Jezus zegt het zelf en dan kunnen wij daar niets tegenin brengen. Machtig mooi toch, dat alles al is gedaan!

En wie dan gelooft in Hem, die heeft eeuwig leven en Jezus zal hem doen opstaan op de laatste dag. Stel je eens voor! De laatste dag is aangebroken en Jezus komt als Vorst naar de aarde terug en wat gebeurt er: het graf gaat open! We zullen voor eeuwig bij Hem zijn. Christus zelf zal ons doen opstaan, Hij belooft het. Hij staat dan aan ons graf en roept ons eruit. Net zoals bij Lazarus, noemt Hij onze naam en zegt: kom uit de aarde en kom naar Mij! Het is tijd, je zult weer leven en nu voor eeuwig. Ik geef je gelijk een nieuw lichaam, een nieuwe naam en nieuwe kleren. Je mag voor altijd bij mij zijn.

Dat is God en dat is er voor ieder die in de Zoon gelooft. Is God boosaardig? Is God negatief? Heeft God het slechte met ons voor? Absoluut niet! Er gebeuren dingen, ingrijpende dingen die wij niet begrijpen. Maar we mogen nu zien Wie God is, een en al liefde voor Wie gelooft in Zijn Zoon. Kom, doe je mee en vallen we in aanbidding voor Hem neer! Laten we Hem prijzen, ondanks onze zorgen, pijn en verdriet. Laten we Hem groot maken, ook al
begrijpen we niet alles. Want God is goed!

Lieve God, dank U voor Uw liefde. Dank U dat U Jezus hebt gestuurd voor onze zonden en leer ons U en Hem meer een meer lief te hebben. Wat een heerlijk Evangelie als we lezen Wie U bent en voor ons wilt zijn. O Heere, hoe heerlijk is Uw Naam!

zondag 3 januari 2016

God zal de Enige zijn

Zacharia 14:9 De Heere zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de Heere de Enige zijn en Zijn Naam de enige.
Een wereld waarin God de Enige is, de Heerser over de volken. Wat een heerlijke tijd zal dat zijn. Een tijd waarin we ons geen zorgen hoeven maken, een tijd waarin alles gericht is op Hem alleen. Hij die goed is en die Zich over Zijn kinderen ontfermt. Een tijd waarin er geen licht meer nodig is, want God is het Licht. Hij straalt als de zon en zal ieder mens bestralen met Zijn liefde, ieder mens die Zijn Zoon als Verlosser kent. Ik krijg het warm vanbinnen als ik daaraan denk, jij ook?
Het is een periode in na de ballingschap. Een deel van het volk is weer teruggekeerd uit Babel en beginnen het leven weer op te pakken in Israël. Dat is natuurlijk niet makkelijk, want veel is verwoest en ze zijn jarenlang in een godloze omgeving geweest. Een land waar andere goden werden aanbeden en waar vooral de koning aanbeden werd. Een land waar astrologie belangrijk was en mensen met tovenarij bezig waren. Een donkere tijd voor het volk, een tijd waarin God niet centraal stond en Hij niet de koning was van vele joden.
Dat heeft God ook gezien en nu geeft Hij door middel van Zacharia Zijn volk te kennen dat er een andere tijd zal komen. Een tijd waarin God de enige Koning zal zijn, een tijd dat de boze verslagen wordt en niet meer zal heersen. Dat is natuurlijk gebeurd aan het kruis van Golgotha, toen de macht van satan werd gebroken en Jezus de dood en de hel heeft overwonnen. Zacharia spreekt hier in eerste instantie over, zo rond 500 jaar voor Christus komst. God belooft de Messias en vanuit Zijn werk zal God de Koning zijn.
Maar Zacharia ziet ook nog over die tijd heen, ja zelfs over onze tijd heen. Want nu is satan wel verslagen, maar veel mensen erkennen God niet als hun Koning. Ze willen niets met Hem te maken hebben en leven hun leven voort. Dat doet God pijn, Hij wil het liefst dat alle mensen Hem als Koning dienen en voor Hem leven. Maar de dag komt dat er voorgoed wordt afgerekend met satan, als Jezus terugkomt naar de aarde. Als Hij komt met macht en majesteit en ieder bij Zich zal roepen om voor eeuwig met Hem te leven. Dan breekt de tijd aan dat God de Enige is en dat wij alleen tot Zijn eer mogen leven. Dat is niet beangstigend, want God is goed en Hij weet wat het beste voor ons is. Dat zal geweldig zijn!
Misschien heb jij je leven nog niet aan Hem overgegeven en heb jij andere koningen in je leven. Dan mag je naar Hem toe en je leven overgeven en Hem als Koning gaan eren. Dat kost je gegarandeerd je eigen koningen en dat zal niet altijd makkelijk zijn, maar je krijgt de grote Koning ervoor in de plaats en Hij maakt dat we in Hem zoveel geluk zullen vinden dat we geen andere koningen meer nodig hebben.
Wachten op die dag, op die heerlijke dag waarop alles zal veranderen. Biddend uitzien naar het leven in Zijn nabijheid en een leven waarin God ons beschijnt met Zijn liefde. Die dag verwacht ik, daar kijk ik naar uit. Kijk jij daar ook naar uit? Krijg jij als je deze tekst zo leest ook dat warme gevoel vanbinnen dat we straks alleen Hem als Koning hebben? Dat zal heerlijk zijn.
Maar het blij vooruitzicht dat mij streelt!