zondag 25 december 2016

Het Kindje Jezus in je armen

Lukas 2:28 nam hij Het in zijn armen, loofde God en zei:

Simeon was een gelovige man die dicht bij God leefde. De Bijbel schrijft over hem: een man die rechtvaardig was en godvrezend en zelfs dat de Heilige Geest op hem was. Die Simeon had een openbaring van God gekregen, namelijk dat hij niet zo sterven voordat hij de Gezalfde van de Heere had gezien. Daar wachtte hij nu op, het zien van Jezus. Hij had natuurlijk geen idee hoe die eruit zo zien, maar toen de Geest van de Heere hem naar de tempel leidde wist hij het meteen: dit Kindje is de Gezalfde, de Zaligmaker en de langverwachte Messias.

En Simeon bedacht zich geen moment en nam het Kindje in zijn armen. Dat kleine Kindje van acht dagen oud, dat in de tempel kwam met Zijn ouders om besneden te worden, werd door Simeon opgetild en toen stroomde Simeon over van vreugde. Zijn hart raakte vervuld van de Geest van God en hij loofde God. Dit Kindje Jezus is een licht om de heidenen te verlichten en om het volk Israël te verheerlijken. Wat een bijzonder moment voor Simeon, dat hij dit mocht meemaken en wat sprak hij heerlijke dingen over dit Kind. Zijn ziel raakte vervuld van dit Kind en hij stroomde over van de liefde van God.

Vandaag hebben wij dit Kindje ook in onze armen mogen nemen. Toen we in de kerk waren, thuis het kerstevangelie hebben gelezen, al die mooie liederen hebben gezongen en zelfs wanneer we alleen maar stil waren en aan het Kindje van Kerst dachten. We mochten het Kindje in onze armen nemen, net als wanneer iemand een kindje krijgt en de mensen die op bezoek komen het even mogen vasthouden. Maar de grote vraag is: wat heb je gedaan toen het Kindje in je armen lag?

Simeon loofde God! Hij heeft een loflied gezongen over het Licht. Daar mogen wij van leren, daar mogen wij mee instemmen en God loven en danken om dit Kindje Jezus. We mogen het Kindje toezingen, neerknielen voor Hem en eerbiedig stil zijn. En wanneer wij stil zijn en ons verwonderen over het Kind, dan zal de Heilige Geest in ons werken en ons vervullen met Gods liefde. We zullen dan ook vervuld en God groot maken.

Maar je kunt het Kindje ook in je armen hebben gehad vandaag en eigenlijk wilde je er niets van weten. Je hield het vast uit fatsoen, uit nieuwsgierigheid of uit gewoonte. Wanneer dat voor jou geldt vandaag, dan mag je nog eens naar dat Kind gaan en het nog eens op je armen nemen. Kijk eens goed Wie dit is. Dit is Jezus, de Zoon van God, die voor jouw zonden is gestorven. Dit is Jezus, die neerdaalde uit de hemel vanaf Zijn troon om jou te dienen en te verlossen van de zonde. Hij gaf Zijn heerlijkheid op uit liefde voor ons. Neem nu het Kind nog eens in je armen en spreek je hart uit. Geef Hem de eer die Hij verdient, aanbid Hem omdat Hij het waard is.

Wanneer wij Jezus in onze armen nemen tijdens Kerst en daarna, en zien Wie Hij voor ons is, dan zullen we een heerlijk kerstfeest vieren. Dan mogen we knielen en Hem aanbidden. Neem jij Hem in je armen en verheerlijk je Zijn Naam?


O heerlijk Kind hier in mijn armen, het Licht dat schijnt in mijn duistere hart. Laat mij toch Uw Naam loven en prijzen, laat mij toch U liefhebben met heel mijn hart en leven zoals U het verlangt. Ik dank U Kindje, dat U voor mij bent gekomen naar deze aarde en voor mijn zonden wilde sterven. U zij geprezen, U heb ik lief, van nu aan tot in eeuwigheid. Amen. 

zaterdag 24 december 2016

Grote blijdschap: Jezus Christus is geboren

Lukas 2:10 En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal,

Wat een schrik bij de herders, want ineens staat daar die engel voor hun neus. Zo midden in de nacht komt de engel uit de hemel en vertelt de herders zijn boodschap van God. Wat een heerlijk gezicht zal dat zijn geweest, want de heerlijkheid van de Heere omscheen hen. Het overkomt je natuurlijk niet elke dag dat er een engel bij je komt en dan niet zomaar, maar ook nog een die je laat omschijnen door de heerlijkheid van de Heere. Toen Mozes dat had gezien staalde zijn gezicht toen hij terug kwam bij het volk. En zo is het met de herders niet zo.

Maar dat is niet het belangrijkste, want de engel heeft een boodschap! Hij heeft ze iets te verkondigen, iets heel moois te vertellen! Hij verkondigt ze grote blijdschap! Het is niet een normale boodschap uit de hemel, maar de boodschap is blijdschap. Jullie moeten niet bang zijn, want mijn boodschap is blijdschap, zegt de engel. Ik ga jullie iets vertellen waar je blij van wordt, maar de boodschap in zichzelf is ook blijdschap. Geen haken en ogen, geen gemaar, maar alleen maar blijdschap.

En wat is die blijdschap dan? Jezus Christus is geboren, de Zaligmaker. Hij die lang geleden belooft is door God is nu naar de aarde gekomen om het volk zalig te maken. De ellende is voorbij, de tijd van wachten is voorbij, de breuk met God zal weer worden geheeld en het kwade zal overwonnen worden. God komt naar de aarde als Mens en je zult Hem vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe. De Messias is zo dichtbij voor jullie, jullie kunnen Hem bezoeken en Hem Zijn eer brengen. Wees niet bang, maar wees blij!

Wij zijn vaak geneigd om hier weer het negatieve in te zien. Jezus ligt in een kribbe en is in doeken gewikkeld. Hij ligt dus in een stal en niet in een paleis. We kunnen er een hele musical van maken hoe triest dat allemaal is en hoe zielig. Maar de engel spreekt alleen maar over grote blijdschap. Hij spreekt nergens over het negatieve, maar hij spreekt over de Zaligmaker. Wees blij jullie, want ik verkondig jullie blijdschap. Jezus is blijdschap, dat is de boodschap.

En dan mogen ook wij met de herders blij worden en ons zelf klein maken. Want de grote Verlosser is naar de aarde gekomen en nu mogen wij deze blijde boodschap horen: Jezus is geboren. En ja, voor ons is Hij geboren in een kribbe en voor ons is Hij in doeken gewikkeld, maar het is pure blijdschap dat Hij uit liefde voor ons is gekomen.

Het is alleen blijdschap wanneer wij het ook geloven, wanneer wij ons hart bij de kribbe neerleggen en Jezus erover laten regeren. Het is zaligmakende blijdschap wanneer wij zien hoe groot Jezus is en hoe Hij de Koning is over heel de aarde. Het is alleen blijdschap wanneer wij Hem samen met de herders gaan zoeken en ons laten vervullen met die boodschap. Dan is het een gezegend kerstfeest. Dan mogen we ondanks alle ellende in ons leven toch die blijdschap kennen die bij Kerst hoort. Want het is nu eenmaal zo: zie, ik verkondig u grote blijdschap want u is geboren Jezus, de Zaligmaker!


Ik wens jullie allen een gezegend kerstfeest rondom de kribbe. En wees maar vervuld van blijdschap, want Hij is blijdschap!

woensdag 21 december 2016

(geen) plaats voor Jezus

Lukas 2:7 en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er geen plaats voor hen was in de herberg.

Wat wordt er vaak gesproken en geschreven over die idyllische nacht in Bethlehem. Jozef en Maria moeten na een lange reis uiteindelijk overnachten op een plek waar normaal de dieren overnachten. Een plek waar een kribbe staat, waar de dieren dus uit eten. Dat wordt dan gelijk als dieptepunt van de komst van Jezus naar de aarde beschreven. Hij is geboren in een stal, tussen de dieren en niet in een paleis. Maar het belangrijkste staat eigenlijk aan het eind van deze tekst: omdat er geen plaats voor hen was in de herberg.

Geen plaats voor Jozef en Maria en geen plaats voor Jezus in de herberg. Andere mensen hadden de plaats voor hen ingenomen en ze moesten nu naar de stal en daar zou het Kind geboren worden. Het is inderdaad een droevig verhaal en de mensen hebben het allemaal niet geweten dat Maria zwanger was van Jezus, de Zoon van God. Toch is het typerend dat juist bij Zijn geboorte de tekst staat: er is geen plek voor hen in de herberg. En toch past het in Gods plan. Het tekent hoe de wereld tegenover het Kindje staat en hoe moeilijk het is voor Jezus om als God tussen de mensen te komen. Er is geen plaats.

Is er plaats bij jou voor het Kindje? Het is bijna Kerst en dan mogen we dit onszelf afvragen. Hoe gaan wij om met de tijd van Kerst en geven wij alle ruimte aan het Kind om in onze harten te werken tijdens Kerst? Voelt Hij Zich welkom als wij het feest voor Hem vieren? Staat Hij centraal bij alles wat we doen deze dagen? Of zijn we druk met familie, vrienden, spellen, voetbal, drinken, gezelligheid en wat er ook maar te doen is tijdens Kerst? Of openen we een aantal keren per dag Zijn Woord, lezen we alle delen van het kerstevangelie, gaan we naar de kerk, zingen we heerlijke kerstliederen en staat dat centraal? Maken we plaats voor Hem?

Want je hebt gelijk wanneer je zegt dat dat immers elke dag moet. Maar elke dag is al zo druk en hebben we zoveel te doen. Laten we dan Kerst nemen om aan Hem te denken, Hem in ons te laten werken en Hem te aanbidden. Want ons hart heeft vaak geen plaats voor Jezus en alles is zo belangrijk. We kunnen overal uren mee bezig zijn en al onze tijd in het nutteloze steken, maar Christus vraagt om een plek in je hart en dat zal zich uitbetalen in tijd voor Hem en Zijn Woord.

Misschien heb jij helemaal geen plaats voor Jezus en is dat er nog nooit geweest. Kijk dan nu eens naar dat Kind, de Zoon van God. Hij kwam als Mens naar de aarde om ook voor jouw zonden te sterven en Hij vernederde Zich voor jou. Niet omdat Hij dat zo leuk vond, maar omdat de straf gedragen moest worden. Ja, ook jij bent zondig en ja, ook jij hebt vergeving nodig. Ga naar Jezus en kniel aan Zijn kribbe en Hij zal in je hart komen. Geef Hem de ruimte en je zult vervuld worden met de Heilige Geest, zodat je nog meer zult zien hoe mooi en hoe groot Jezus voor jou is.

Plaats voor Jezus, God heeft die plek voor Hem in de hemel gemaakt. Jezus zit daar nu aan Zijn rechterhand en pleit voor Zijn kinderen. Daarnaast maakt Jezus plaats voor ons gereed en dat is geen kribbe of een stal. Jezus maakt plaats in de hemel, tronen en prachtige zetels worden klaargezet. Dat belooft Hij ons, wanneer wij plaats hebben voor Hem. Heb jij plaats voor Jezus?


Aan Uw kribbe Heer, is de hoogste plaats. Daarom kniel ik neer bij U. Ja, ik wil bij U zijn en wilt U alle plek in mijn hart innemen. U bent Jezus, de Zaligmaker, U aanbid ik.  

zondag 18 december 2016

Gods reddingsplan

Mattheus 1: 21 en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Het feest van Kerst, de komst van Jezus naar deze aarde, komt er weer aan. Maar wanneer je om je heen kijkt, vervaagt het totale beeld van Kerst. Het is net alsof er een grote epidemie heerst in een land en niemand weet wat het medicijn ervoor is. Sterker nog, veel mensen weten niet eens dat ze ziek zijn of ze willen het niet weten. Dat is exact hoe het ervoor staat in deze wereld, de epidemie van de zonde woekert voort en de mensen weten het niet, willen het niet weten en kennen ook het medicijn niet.

Gods reddingsplan is zo mooi, zo vol van liefde en genade, dat wij dat nooit hadden kunnen bedenken. Zijn Zoon, Jezus Christus is immers naar de aarde gekomen en gestorven voor de zonden van de wereld. En ieder die in Hem gelooft zal zalig worden! Dat is al vanaf de zondeval Gods plan en toen God door een engel in een droom aan Jozef verscheen, maakte Hij Zijn plan bekend. Maria zal een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

En als we dan om ons heen kijken, daar barst je hart van verdriet. Want mensen buiten de kerk kennen meestal het medicijn niet meer. Kerst is voor hen een feest van lichtjes en lekker eten. Zelfs de naam Kerst wordt uit reclames geweerd en zo wordt het allemaal weggemoffeld. Gods plan wordt weggemoffeld en verstopt achter gezelligheid. En dat doet verdriet, allereerst bij God maar ook bij Zijn kinderen. Want we gunnen immers ieder mens het medicijn tegen de zonde. Ieder mens moet weten dat ze zondig zijn en dat er redding is in Jezus Christus. Anders gaan ze verloren en daarom is onze taak om het Licht van de wereld aan iedereen bekend te maken, net als de herders.

Maar ook zelfs binnen de kerken zien we de problemen. In sommige kerken horen mensen niet eens meer dat ze ziek zijn, dat ze verloren zijn. Er wordt alleen gesproken over Jezus, over het medicijn, maar men wil niet weten dat met ziek is. Wij moeten weten dat de ziekte in ons zit en dan pas kunnen we de ware liefde van God en Zijn reddingsplan ontdekken. Jezus Christus, die zalig maakt van de zonde. Maar in andere kerken wordt het medicijn niet verkondigd, en als dat wel gebeurd dan wordt het als iets onhaalbaar geacht. Als een worst voor onze neus gehangen, terwijl we er toch niet bij kunnen.

Maar we mogen juist feestvieren omdat de Verlosser op aarde is gekomen en dat Hij voor de zonden is gestorven! Dan hebben we werkelijk Kerstfeest, als we mogen geloven dat Jezus ook voor onze eigen zonden is gestorven en heeft betaald. Dan mogen we Zijn Naam lofzingen in deze tijd van het jaar, dan mogen genieten van de gezelligheid en lichtjes. Want dan is Gods plan met ons tot vervulling gekomen, namelijk dat wij gered zouden worden. En dat mogen we aan iedereen vertellen, zowel de ziekte als het medicijn, ja de grote Zaligmaker.


U zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van de zonden. Heeft Hij jou al zalig gemaakt? Niet? Dan mag je naar Hem toe met je zonden en aan Hem geven, want Hij maakt je dan zalig. Hij laat je niet buiten de stal staan, maar je mag komen bij de kribbe en knielen voor de Zoon van God. Dan wordt je leven gevuld en wordt Kerst een feest van hoop en mogen we een lichtje zijn ,al zijn we nog maar klein. Een vlammetje dat brandt in de wind. Zo’n vrolijk helder licht, dat is een mooi gezicht. Kom er maar bij, het is voor iedereen.

vrijdag 16 december 2016

De ster van de nieuwe Koning

Mattheus 2:2 en zeiden: Waar is de pasgeboren Koning van de Joden? Want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.

Als je bij helder weer in de nacht omhoog kijkt, zie je een heleboel sterren. Sommige sterren zijn heel helder en andere sterren geven minder licht. Het licht van de ster komt van binnenuit en hoe hard een ster brand, zoveel licht geeft die af en is die ook helderder te zien. En er zijn nogal wat een sterren, wat heeft God dat toch prachtig geschapen. En de wijze mannen hebben in het oosten een bijzondere ster gezien, een ster die aangeeft dat de Koning van de Joden is geboren. Wat zal die ster hebben geschitterd! Die brandde natuurlijk op volle kracht en liet aan de wijzen weten dat Christus is geboren.

De wijzen zijn op weg gegaan om het Kind te aanbidden. De Ster uit Jakob die zou sterven voor de wereld. De Zoon van God die zo gewoon naar de aarde kwam als klein mensje. Daar zijn de wijzen naartoe gegaan en hebben Hem aanbeden. Waarom zouden ze dat toch hebben gedaan? Ze hadden allerlei cadeaus bij zich en zijn met lege handen weggegaan. Ze kwamen om het Kind te aanbidden, om Hem alle eer te bewijzen. Dat is een diepe les voor ons. Ons geloof draait niet om onszelf, maar om Jezus Christus. Het Kind in de kribbe is die lange reis van de wijzen waard en niet omdat ze er zelf beter van worden, maar puur en alleen uit eerbied en respect om op hun knieen te vallen voor het Kind.

Herodes daarentegen wilde het Kind ook ‘aanbidden’. Hij heeft het Kind gezocht, maar niet gevonden. Ook daar zit een les voor ons in, namelijk dat als we het Kind zoeken uit eigenbelang en niet om Het te aanbidden, dan zullen we het niet vinden. We blijven dan leeg met een zondig hart achter en missen de zaligheid die het Kind ons wil brengen. Laten we dan niet zoals Herodes zijn en Christus gebruiken voor eigen gewin, maar kijkend naar de Ster het Kind alle eer geven.

Sterren, ze zijn er zoveel en vooral in deze tijd van het jaar krijgen ze aandacht. Ze hangen voor de ramen, ze staan op de top van een kerstboom of zelfs op daken van huizen. Maar elke ster is een boodschapper van die ene Ster, die uit Jakob is opgekomen. Elke ster wijst naar de grootheid en heerlijkheid van Christus en dan mogen we gaan om Hem te aanbidden. Waar die weg ook leidt en hoe de uitkomst ook zal zijn, we zullen Christus zeker vinden en wanneer we Hem aanbidden zullen we voor eeuwig bij Hem mogen zijn.

Een ster van hoop, de hoop op de Koning, want de nieuwe Koning is geboren. Die ster staat altijd in het zicht, het werk van de Koning wordt er belicht en Jezus Christus wil ook deze Kerst en deze Adventstijd jouw Koning zijn. Laat deze Koning zijn Ster doen stralen in je hart, stel je hart ervoor open en laat je vullen door de woorden van de Heilige Geest.

Want dan lezen we wat de wijzen doen als ze Jezus vinden in vers 11: En toen zij in het huis kwamen, vonden zij het Kind met Maria, Zijn moeder, en zij vielen neer en aanbaden Het. Zij openden hun schatkisten en brachten Hem geschenken: goud, wierook en mirre.


Laten wij het Kind ook aanbidden en Hem alles geven wat belangrijk is: ons hart.

donderdag 15 december 2016

In de schaduw van de Allerhoogste

Psalm 91:1 Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.

Soms kan het ineens donker zijn in je leven. Er gebeurt iets ernstigs en je stort in een donkere periode. Van dag wordt het ineens nacht voor je en je weet niet waar je het zoeken moet. Je hebt verdriet, groot verdriet om wat er is gebeurd en je kunt er geen kant mee op. Mensen kunnen je proberen te bemoedigen, maar het helpt niet. Dan is er nog maar één plek waar je naartoe kunt en dat is de schuilplaats bij God. Want hoe donker de nacht ook is, bij Hem mag je overnachten en Hij bedekt je met Zijn schaduw.

Wanneer God je bedekt met Zijn schaduw ben je niet direct van je verdriet en ellende af. Maar God zal je wel omringen en je Zijn liefde geven, hoe moeilijk dat op die momenten ook kan zijn. Want je kunt vragen hebben aan God, je kunt verwijten hebben naar God en Hem niet begrijpen. Dat zijn menselijke reacties en dat mag ook in die periode. Maar wanneer je het doet in Zijn schaduw, dan mag je ze tegen Hem uitspreken. Je mag alles tegen God zeggen en je hart voor Hem uitstorten en Hij zal je met Zijn Geest bedekken. Hij zal je uiteindelijk rust geven want bij Hem alleen is de rust voor je ziel te vinden.

God weet zelf als geen ander wat het is om door moeilijke momenten heen te gaan. Toen de mens zich van Hem afkeerde heeft God pijn gevoeld. Toen Jezus aan het kruis ging, toen Hij werd veracht en zelfs neer moest dalen in de hel, zal God de pijn hebben gevoeld. De schuld van de zonde is zwaar, dat merken wijzelf ook in ons leven. De bepakking van de zonde is een last, dat zien we in alles wat er op aarde gebeurt. En God kent het, Hij weet wat wij meemaken en daarom strekt Hij Zijn schaduw over ons uit en mogen wij bij Hem schuilen.

Want ondanks de pijn, is daar het werk van de Zoon. Hij heeft ervoor gezorgd dat de ellende niet voor altijd zo zal blijven. Toen Hij afdaalde naar de hel en de dood overwon, is Hij in onze plaats gaan staan. Maar ook Jezus kent de last van de zonde, Hij heeft alles op Zijn schouders gedragen. Maar Hij deed dat uit liefde voor ons. En met Zijn liefdevolle armen wil Hij ons omringen, vooral in tijden van verlies en zwaar verdriet. Hij is het die wonden heelt en ons hart zalft met Zijn zaligende handen. Diepe wonden legt Hij Zijn vingers op en zware tranen droogt Hij.


Daarom mogen wij tot Hem gaan met onze pijn, met ons verdriet en met alles wat ons bezighoudt. De pijn zal blijven, maar Hij zal het verzachten. En als we het soms niet meer weten waar we het zoeken moeten, dan is daar die Schuilplaats. De Schuilplaats waar we mogen huilen, waar we ons niet groot hoeven te houden en waar we het kunnen uitroepen tot God.  Sterker nog, Hij zal uiteindelijk alles ten beste keren. Uiteindelijk zal alles nieuw worden, zonder pijn en zonder verdriet. Dan mogen we door de tranen heen zingen: ik mag schuilen in de schuilplaats van de Allerhoogste en overnachten in de schaduw van de Almachtige. 

maandag 12 december 2016

God leert je vliegen

Psalm 103:5 Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als die van een arend.

Psalm 103 is een lofzang op God. Het begint met: Loof de Heere, mijn ziel. David, de dichter van deze psalm maakt God groot en verwoord dit in verschillende beelden. God doet zoveel voor een mens, daar gaan de eerste verzen over. Dan komt de mens aan bod en die kan eigenlijk niets. De mens is stof na een tijdje van bloei vergaat de mens weer. Het leven zit er dan weer op. Maar gelukkig eindigt de psalm daar niet mee, want God is er nog steeds. Hij heeft Zijn Koninkrijk gevestigd en Hij is het die Zijn verbond in stand houdt. God is er voor de mens en dat lezen we zo mooi in vers 5.

Voedsel, dat is wat een mens nodig heeft. Goed voedsel wel te verstaan. Een mens kan ook dingen eten die niet goed voor hem zijn en dan sterft de mens. Als iets giftig is bijvoorbeeld, dan zullen we het eten daarvan niet overleven. Maar dat is niet wat God aan Zijn kinderen geeft, Hij geeft het goede. Ja, Hij verzadigt de mond met het goede. Als we daarvan eten, van God goedheid, dan hebben we voor altijd genoeg. Zijn genade is zo krachtig, dat we verzadigd zijn en niets anders meer willen dan God.

En dan komt het prachtige beeld van de arend: Hij die uw jeugd vernieuwt als die van een arend. Hier zijn verschillende uitleggen voor beschikbaar, maar het beeld dat bovenkomt is die van een jonge arend die leert vliegen. Het leven van een gelovige is als van een arend die van uit het nest gaat en de wijde wereld in moet. Zo is het ook met een gelovige, wanneer je van Christus bent moet je de wereld in en dan is het net alsof je in een vrije val terecht komt, net als die jonge arend.

Maar daar is juist een mooie vergelijking te trekken. Want wanneer een arend zijn vleugels uitspreid, zal de wind eronder komen en het beest laten zweven. Dan zal het niet te pletter op de grond vallen, maar door kunnen vliegen. En zo is het ook bij de kinderen van God. De Wind, Gods Geest wil Zijn kinderen dragen wanneer ze de wijde wereld in gaan. Je wordt niet aan je lot overgelaten, maar de Geest wil je ondersteunen en leert je vliegen. Zo is God goed voor jou en voor mij. Loof de Heere, mijn ziel!

Dan kan het soms moeilijk zijn en er zijn ook arenden die te pletter vallen, maar God zal ons nooit laten vallen. Hij zal als een Vader onder ons gaan vliegen en ons opvangen wanneer onze vleugels niet genoeg worden gedragen door de wind. Hij zal voor je zorgen wanneer je in moeilijkheden zit, wanneer je met twijfels zit en wanneer de zonde aan je trekt. God is voor je, achter je, onder je , boven je en om je heen. Hij is er voor Zijn kinderen, wanneer wij in Hem geloven.

Daarom is het belangrijk om ook dicht bij God te blijven en niet bij Hem vandaan te vliegen. Dat kan op veel manieren hoor! Het kan zelfs zonder dat je het door hebt. We kunnen wegzinken in de wereld van het geld, porno, sport, andere hobby’s, het kerkelijk leven (zonder de liefde van Christus), jaloezie, begeerte en ga zo maar door. Voor we het weten zijn we erin gezakt en hebben we God achter ons gelaten. Maar weet dan dat Hij altijd op je wacht! Je kunt altijd bij Hem terecht, ook al doe je Hem zoveel pijn met al die zaken die net benoemd zijn. Hij is er toch voor je!


Psalm 103: God vergeeft de zonde, God geneest de ziekte, God verlost van het verderf, God kroont met barmhartigheid en goedertierenheid, God doet recht, God zal je niet altijd ter verantwoording roepen, God doet ons niet naar onze zonden, God doet onze overtredingen van ons. Ja, God is een grote God. God leert ons vliegen! Loof de Heere, mijn ziel!

zondag 11 december 2016

Mijn ziel maakt de Heere groot

Lukas 1:46 En Maria zei: Mijn ziel maakt de Heere groot,

De lofzang van Maria begint met de zin: Mijn ziel maakt de Heere groot. In eerste instantie valt dit helemaal niet op en lijkt het niet diepliggend te zijn. Een heel gewone zin en daar hoeven we verder niet zoveel aandacht aan te besteden immers. Maar toch is de tekst dieper dan je zou denken. Deze eerste zin uit de lofzang van Maria geeft de kern van ons leven weer. Want om de ziel draait het allemaal in het leven. Maar wat betekenen deze woorden dan precies?

Het woordenboek geeft als betekenis van de ziel: het niet stoffelijke gedeelte vanwaaruit de mens leeft. Het is het onsterfelijke deel van de mens en ieder mens heeft een ziel, net als dat ieder mens overigens dus een lichaam heeft. Maar Maria zingt in eerste instantie niet over haar lichaam, maar over haar ziel. Ze maakt de Heere groot met haar hart en met haar verstand, vanuit haar binnenste komt ze tot aanbidding van die grote God, die de Zaligmaker stuurt. Aanbidding kan niet dieper gaan, dan wanneer het vanuit de ziel komt. Het is je diepste ik, die niemand anders kan zien maar die je wel voelt. En daar begint Maria’s aanbidding.

Vanuit Maria mogen we dit ook verplaatsen naar ons eigen leven. Kunnen wij dit met Maria zeggen? Kunnen wij met onze ziel de Heere groot maken? Is dat het diepste dat in je leeft? Dan is de Geest ook in jou aan het werk en vormt Hij je tot Zijn eer. Je verlangens zijn dan op God gericht en je liefde voor God is niet te stuiten. Je schaamt je niet voor het Evangelie en je leven is God. Je gaat dan met hart en ziel voor Hem, want Hij is voor jou aan het kruis gegaan. Daarom is onze ziel zo belangrijk en dat is ook dat zal worden behouden.

De ziel werkt van binnenuit en dat gaat doorwerken naar buiten. Soms lijkt het net of mensen heel veel goede dingen doen en leven zoals het volgens de Bijbel hoort, maar wanneer het niet vanuit de ziel komt is het allemaal dood. Lees maar eens de brief aan Sardis in Openbaring. De gemeente leeft voorbeeldig en er is niet op aan te merken, maar diep vanbinnen mist het geloof en de liefde voor Christus. Wij zien dat niet altijd, maar God ziet het wel. We kunnen Gods geboden proberen te houden, maar als het alleen uiterlijk zo is dan is het dood. We kunnen in de kerk de hele dienst met onze handen in de lucht staan en de mooiste liederen zingen, maar als het niet vanuit je ziel komt is het dood. Harde woorden, maar het is de werkelijkheid.

Maar wanneer deze dingen wel uit onze ziel komen, als wij ons overgeven aan Jezus Christus en Hij ons binnenste bepaalt, dan wordt God ermee geprezen en groot gemaakt. Dan mogen wij net als Maria zeggen: Mijn ziel maakt groot de Heeren en daarom zing ik mooie liederen in de kerk en val ik in aanbidding, daarom probeer ik te leven naar Gods geboden en Zijn wil te doen. Dan komen wij mensen tot ons doel: God eren in ons leven.

Advent ziet uit op Kerst en er is heel veel wat we kunnen doen in deze tijd. Maar laten we het met hart en ziel doen. Alle diensten die er zijn vanuit onze ziel beleven, al het goede werk voor de armen en de zieken vanuit onze ziel doen en al het andere dat in deze tijd van het jaar gedaan wordt: doe het vanuit je ziel en de liefde voor Jezus Christus.


Dan kunnen we werkelijk zingen: Mijn ziel maakt groot de Heere en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker! 

zaterdag 10 december 2016

God doet grote dingen aan ons

Lukas 1:49 want Hij die machtig is, heeft grote dingen aan mij gedaan en heilig is Zijn Naam.

Maria is zwanger van Jezus en gaat op bezoek bij Elizabeth, haar nicht. Er gebeuren op het moment dat ze elkaar groeten bijzondere dingen. Het kindje in Elizabeth haar buik springt op van vreugde. Johannes de Doper was op dat moment al vervuld door de Heilige Geest, want anders had hij Jezus niet herkend en was hij niet opgesprongen. Bijzonder toch, dat een kindje in de buik al zijn Zaligmaker herkent. Maar met Elizabeth gebeurt iets bijzonders, want zij raakt vervuld van de Heilige Geest en spreekt bijzondere woorden over Maria en de vrucht in haar schoot. Een speciale ontmoeting tussen vier mensen, waarvan er drie verheugd zijn om het kindje in Maria’s buik.
En dat maakt Maria zo vol van geloof en genade in God dat ze een lofzang maakt. En in die lofzang staan de woorden: want Hij die machtig is, heeft grote dingen aan mij gedaan en heilig is Zijn Naam. God, want Hij is machtig, heeft grote dingen aan Maria gedaan. Maar wat heeft Hij dan precies aan Maria gedaan?

Allereerst is Maria als maagd zwanger geworden. God heeft een eicel van Maria bevrucht en zo haar tot moeder gemaakt van Zijn Zoon. Een Kind groeit in haar, dat is het grootste wonder dat een mens kan overkomen. God heeft het Kind gemaakt in haar buik en dat zal ervoor zorgen dat de mensen Maria zalig zullen spreken. Niet zomaar wat mensen, maar alle geslachten.

Daarnaast is Maria niet zwanger van zomaar een kind, maar van de Zoon van God. Het Kind dat in haar groeit, is de uitverkoren Messias. Die Messias wordt al eeuwen verwacht en nu eindelijk is het zover en ook nog in de buik van Maria. Haar Kind zal de straf van God dragen en het volk redden van de ondergang. Zou ze dat op dit moment hebben geweten? Niet alles wat er zou gebeuren natuurlijk, maar het maakt haar blij dat God omziet naar haar en naar haar volk en zo Zijn belofte houdt.

Zo brengt Maria zichzelf naar de achtergrond en stelt ze God op de voorgrond bij haar blijdschap. God krijgt alle eer van Maria en Hij wordt door haar aanbeden. Zijn Naam is heilig, Hij is de Enige en de Machtige. God is het die Zijn belofte houdt die Hij al aan Abraham had gedaan en daarna steeds aan zijn kinderen. God neemt het op voor de zwakke mens en die het van zichzelf verwachten zal Hij weg doen. God wordt geprezen en Maria werpt zich nederig voor Hem neer.

Wat heeft God allemaal wel niet voor jou en mij gedaan? Kijk eens naar je leven en beantwoord dan deze vraag. God zorgt elke dag voor je, ieder moment van de dag zelfs. God heeft je zonden weg gedaan wanneer je ze aan Jezus hebt gegeven, Hijzelf heeft voor verlossing gezorgd. God maakt Zich en de wereld gereed om er straks een einde aan te maken. Alles zal straks weer nieuw worden en daar mogen wij deel van uitmaken. Wanneer jij dat nog niet doet, dan is het nu nog de tijd om je te bekeren! Jezus liefde doorbreekt alles, laat het ook jouw hart doorbreken.


Dan mogen wij met Maria zeggen: heilig is Zijn Naam! Wij mogen God aanbidden en Hem ons loflied geven. We mogen Zijn Naam groot maken in de wereld en Zijn liefde verkondigen aan alle mensen. Te beginnen bij de mensen die dichtbij ons staan. En we mogen ons leven richten op Hem en leven naar Zijn wil. Niet onze eigen ik voorop stellen, maar God wil boven alles laten zijn. Hij regeert, de Machtige wil ons Zijn kinderen noemen. Heilig is Zijn Naam!

donderdag 8 december 2016

Het teken van hoop: Immanuel

Jesaja 7:14 Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven.

Wat een donkere tijd voor het volk van God, voor Juda. De koning van Syrie staat op het punt om Juda aan te vallen en het land te verdelen. En de koning, Achaz, weet niet meer wat hij moet doen. De donkere wolken hangen boven het land, er is een invasie op komst en er is maar één ding dat ze kan redden: geloof in God.

Jesaja wordt naar de koning gestuurd en moet woorden van hoop spreken. De vijand zal jullie niet verslaan, maar je moet het wel geloven. Je moet niet bang zijn, want ze kunnen eigenlijk niets doen. God kan ze tegenhouden, Hij zal ervoor zorgen dat er niets gebeurd, maar dan moet je wel geloven dat God dat zal doen. Je krijgt zelfs een teken van God, zodat je zeker weet dat God Zijn Woord zal houden. Maar Achaz bedankt voor het teken, met mooie woorden zegt hij dat hij God niet op de proef wil stellen. En dat is nu juist niet wat God wil horen. Er moet vertrouwen zijn in God, maar niet mooie woorden. Daar prikt God doorheen en als wij niet open zijn naar God, dan houden we onszelf voor de gek. Want God kent ons door en door.

Maar dan komt Jesaja met de woorden van God: Ik zal een teken geven. De maagd zal zwanger worden en een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. En juist dat teken is de redding voor de mensheid. Niet alleen voor Juda, maar voor alle volken op aarde. Maar dan is Juda allang ingenomen door andere volken, wanneer dit teken uit zal komen. Het zal namelijk pas 700 jaar later komen en dit is niet alleen een teken voor de koning, maar voor heel de wereld.

God heeft ons 2000 jaar geleden dit teken gegeven. Jezus werd geboren uit de maagd Maria en Jezus is de Zoon van God en tegelijk ook God zelf. Immanuel, God met ons. En dat teken was niet alleen voor de mensen uit die tijd, maar is ook voor jou en mij een teken. De belofte uit Jesaja, zo’n 700 jaar voordat Christus werd geboren, is ook voor ons een belofte die al vervuld is. Want hierin kunnen wij zien hoe trouw God is, Hij doet wat Hij belooft en heeft zo een Redder gestuurd om ons van de grote vijand te verlossen. Dit teken mag ons zekerheid geven in tijden van twijfel en aan dit teken mogen we ons vastklampen. God met ons en Hij heeft de strijd voor ons gestreden.

De hoop die we hieruit mogen putten, kunnen we lezen in Openbaring 12 en de hoofdstukken daarna. De strijd is zwaar, de kosten zijn hoog, maar de overwinning is zeker. Het Kind heeft de dood verslagen, het Kind heeft de zonde overwonnen en de straf betaald en het Kind zal uiteindelijk de doodsteek geven aan de draak. Jezus regeert! En niets en niemand kan daar iets aan veranderen. Het kwaad vecht totdat het uiteindelijk helemaal weggevaagd zal worden, wanneer Jezus terugkomt. Maar het kwaad kan niet meer winnen. Wij staan sterk door de kracht van het bloed.


Zo mogen wij in het leven staan, zo mogen wij in Advent leven. Ja, zo mogen wij straks Kerst vieren, want het Kind heeft overwonnen en zal ons nooit uit Zijn hand laten pakken. De strijd is zwaar, de zonde trekt steeds zwaarder aan ons, de duivel wil ons in zijn bezit, maar Christus staat aan onze zijde. Hij vraagt geloof in Zijn woorden, in Zijn werken en Hij is met ons: Immanuel!

dinsdag 6 december 2016

Salomo en Jezus: tussen God en het volk

1 koningen 8:22 Toen ging Salomo voor het altaar van de Heere staan, tegenover heel de gemeente van Israël, en hij spreidde zijn handen uit naar de hemel.

Ook Salomo staat in de lijn van Jezus, uit het geslacht van David. En dat is opzienbarend, want deze Salomo is de zoon van Bathseba, de vrouw die David van Uria had afgepakt. Dit is weer zo’n onverwacht persoon in het rijtje dat het geslacht van Jezus is. We zouden bijna zeggen dat hij is geboren uit de zonde, maar als we zien hoe God heeft gewerkt in het leven van Salomo, dan is dat een teken van Zijn trouw. Want Salomo was wijs, leefde dicht bij God en stond zelfs tussen God en het volk in.

Want toen Salomo net koning was kwam God in de nacht bij hem en vroeg hem wat hij van God verlangde. Hij vroeg toen om wijsheid en dat heeft God hem gegeven. Niet alleen de wijsheid voor zichzelf, maar de wijsheid om zijn volk te leiden en zelfs een wijsheid waar wij vandaag de dag nog onderwijs uit ontvangen. Salomo had een bevoorrechte positie, hij mocht namelijk de tempel van God bouwen en zo het huis van God hier op aarde vormgeven. Zo gebruikte God Salomo om een prachtige plaats te creëren waar God aanwezig kon zijn bij Zijn volk.

Bij de inwijding van de tempel maakte Salomo zijn plek tussen God en het volk duidelijk. Hij ging voor het altaar van de Heere staan, tegenover het volk, en spreidde zijn handen uit naar de hemel. En Salomo bad voor zijn volk, hij aanbad God en vroeg God om vergeving. Hij bad voor de heidenen, dat ze ook God mochten leren kennen en zo werd deze koning, een soort priester die voorbede deed en de lijn werd tussen God en het volk.

Jezus was ook die lijn tussen God en het volk en Hij kwam naar de aarde om de breuk tussen God en Zijn volk te repareren. En niet alleen het volk Israël, maar voor al de volken op aarde. Jezus werd geboren uit een maagd, anders dan Salomo. Hij had niet de last van de zonde op zich, maar droeg wel de zonde van de mensheid. Jezus, die zo puur en rein naar de aarde kwam, zonder ook maar een vlekje zonde, deed het gebed van Salomo vervullen en kwam om zonden te vergeven.

Dat is de kracht van God, Hij werkt op manieren waarop wij het niet verwachten. Zijn hoogheid en majesteit en wijsheid gaan ons verstand en kennis te boven. Wie had ooit kunnen denken dat uit het huwelijk tussen David en Bathseba de troonopvolger geboren zou worden en later zelfs de grote Koning, Jezus. Wie is toch deze God? Dat Hij hopeloze mensen inschakelt voor Zijn werk en zelfs Zijn Zoon als nederig Mens naar de aarde stuurde om te sterven voor jou en mij. Dan kunnen wij toch alleen maar klein worden en ons verwonderen over Zijn goedheid.

Met Kerst mogen wij daarbij stilstaan, Gods grote daden voor ons mensen. En dat Hij werkt door het onverwachtse. Dan mogen we in deze Adventstijd ons hart en leven openstellen voor deze machtige God en samen een loflied aanheffen:

Komt laten wij aanbidden, die Koning!

maandag 5 december 2016

David en Jezus: gezalfd tot koning en Koning

1 Samuel 16:13 Toen nam Samuel de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broers. En de Geest van de HEERE werd vervaardigd over David vanaf die dag en voortaan. Daarna stond Samuel op en ging naar Rama.

De bekendste persoon in de lijn van Jezus is David. Want Hij wordt immers de Zoon van David genoemd of ook wel de ster uit David. Jezus de Messias, de Koning die de wereld zal verlossen is een nazaat van de koning David, die Israël verloste van haar vijanden. Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen beiden, maar er is ook een zeer belangrijke overeenkomst: beiden zijn gezalfd.

David was eigenlijk niet aan gedacht toen Samuel naar het huis van Isaï kwam om de nieuwe koning van Israël te zalven. Nee, er waren wel grotere en sterkere mannen in dat huis en David was nog maar een jongen. Hij was nog in het veld toen de oudere broers voor Samuel moesten verschijnen. En toch was God het die de onverwachte gebruikt voor Zijn plan. David, die jonge en rossige jongen, hij zou de nieuwe koning worden tegen ieders verwachting in. En vanaf het moment dat David werd gezalfd kwam de Geest van de Heere op hem en dat resulteerde in een bijzondere jongen en later man, want door Gods Geest deed David bijzondere dingen.

Zo schreef David prachtige psalmen over de goedheid van God en over zijn eigen zondige leven. De Geest van de Heere gaf hem die woorden en daar mogen wij nog van genieten en troost uit putten. Maar David werd ook een machtige krijgsheer. Zo versloeg hij de reus Goliath en behaalde als jongen daarmee de overwinning voor het volk Israël. Later voerde hij oorlogen en hij wist er vele, zo niet alles te winnen. En dat niet allemaal omdat David zo goed was of dat hij zo bijzonder was. Nee, want David had ook zijn tekortkomingen, hij kende ook liegen en zelfs vreemdgaan. Sterker nog, hij vermoorde zijn buurman omdat hij zijn vrouw wilde. Maar toch week de Geest van de Heere niet van David en mocht hij sterk staan in Gods kracht.

Net zo onverwacht als het koningschap van David, want het Koningschap van Jezus. Wie had er nu verwacht dat Gods eigen Zoon naar de aarde zou komen? Wie had er ooit bedacht dat de Koning ook nog tussen de dieren geboren zou worden en als eerste begroet zou worden door herders? Dat is toch helemaal niet koningswaardig? Zo kan een koning toch niet geboren worden en door het leven gaan? En dan ook nog eens sterven aan een kruis, zonder ook maar enige vorm van strijd tegen zijn tegenstanders. Maar ook deze Koning was gezalfd met de Geest van de Heere en deze Koning heeft op deze manier de grote strijd gestreden voor Zijn volk.

De Geest van de Heere wil ook in jou en in mij werken en ons laten zien hoe groot Hij is. Deze tijd van Advent laat ons zien dat Jezus nederig voor ons op aarde kwam om te dienen en toch de grote Koning is. Laten wij dan deze periode ook gebruiken om ons te laten vullen door de Geest van de Heere en om op te zien naar het Kind in de kribbe en later aan het kruis en God zal dan in ons gaan werken. En denk nu niet: het is niet voor mij. Want dat dachten ze bij David ook en bij Jezus ook, maar God werkt ondanks alles door Zijn Geest.


Wanneer wij gezalfd worden door de grote Koning, mogen wij leven tot Zijn eer. Niet alleen nu, niet alleen in de tijd van Advent en Kerst, maar voor eeuwig. Want dat staat ons te wachten, een tijd dat we als koningen mogen regeren, samen met Hem! Halleluja.

zondag 4 december 2016

Ruth en Jezus: de weg van God

Ruth 1:16 Maar Ruth zei: Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God.

Ruth is de volgende heiden in de bloedlijn van Jezus. Een bijzonder verhaal van een vrouw uit het land Moab, dat nota bene een vervloekt land was. En die Ruth is door God in het geslacht geplaatst van de Messias, Jezus Christus. God werkt op een bijzondere manier, op Zijn manier, en dat begrijpen wij niet altijd. Maar als we erachter staan dan zien we dat Gods plan uiteindelijk goed uitwerkt.

Want wat was er allemaal wel niet gebeurd met Ruth en Naomi. Beiden zijn hun mannen verloren en het leven in een hongersnood zal ze de nodige zorgen hebben gegeven. Naomi besluit terug te gaan naar haar land en Ruth gaat mee. Wat Naomi in eerste instantie ook probeert, Ruth is niet van haar gedachten af te krijgen. Ze volgt haar schoonmoeder naar het land van haar volk en haar God. Zo Ruth met haar mee en niet alleen dat, ze wil zelfs deel uitmaken van dat volk en die God. Ja, de levende God, de God van Israël, die wil Ruth ook als haar God.

En zo werkt God in het leven van heidenen. Hij roept en geeft iedereen de gelegenheid om zich tot Hem te keren. Want ook Orpa heeft die kans gehad, maar die keerde om en ging terug naar haar eigen land en eigen goden. Maar Ruth luistert naar de stem van God en wil Hem volgen. En dat Ruth dat met volle overtuiging doet lezen we in hoofdstuk 3, dat wanneer Ruth aan de voeten van Boaz blijft liggen ze hem niet verleidt, maar zich kuis gedraagt. Zo is de duidelijke wil van Ruth te zien, om naar de geboden van God te leven en naar Zijn stem te luisteren.

Die gehoorzaamheid zien we terug bij Gods eigen Zoon, Jezus. Hij zat in de hemel op Zijn troon en God gaf Hem de opdracht op de straf voor de mensen te dragen. Jezus moest naar de aarde en zou daar als een vreemdeling worden ontvangen. Hij zou zelfs haat en tegenstand krijgen, maar dat weerhield Jezus er niet van om Zijn opdracht te vervullen. Hij kwam als Koning, maar werd geboren in een stal en gelegd in een kribbe. Maar Jezus was gehoorzaam en volbracht Zijn taak. Zo laat ook Jezus zien dat Hij gehoorzaamd aan God en wat doen wij?

Want ook wij mogen net als Ruth geënt worden aan de stronk van Gods verbondsvolk. Jezus kwam naar de aarde om dat mogelijk te maken en Zijn Evangelie wil doorwerken in ieder van ons. Zo mogen wij ook de weg gaan die God voor ons heeft weggelegd. Dat is allereerst Zijn kind te worden en vervolgens te leven voor Hem. Daar mogen wij deze Adventstijd mee bezig zijn. Niet alleen met gezelligheid, met lichtjes en kaarsjes, maar juist met God! Advent leeft toe naar het feest van het Licht en laten we onze harten dan laten verlichten, zodat we mogen leven tot Zijn eer en glorie.


Dan staan we wel eens als buitenbeentjes bekend hier op aarde, want wie volgt nu die God en Zijn Zoon Jezus? Maar wij hebben een toekomst, een toekomst in het Licht van het kerstkind dat ons zal omstralen als we straks in de hemel zullen zijn. We mogen ons daarop voorbereiden en ons vasthouden aan de woorden van Ruth: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Laten we opstaan en in Gods wegen gaan, de wereld verlichten door de geboorte van het Licht!