Johannes 6:68 Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar
wie zullen wij heengaan? U hebt woorden van eeuwig leven.
Jezus had net onderwijs gegeven over het Brood des Levens,
dat Hijzelf het Brood is dat uit de hemel is neergedaald. God had in de woestijn
manna gegeven, maar nu was Jezus naar de aarde gekomen en wie van dit Brood zou
eten, zal eeuwig leven ontvangen. Maar veel discipelen van Jezus begrepen Hem
niet en keerden zich van Hem af, ze verlieten Hem. Daarmee verlieten ze de
zaligheid, hun enige hoop in dit leven om eeuwig bij God te kunnen zijn. Triest
eigenlijk, want zien we het ook niet om ons heen gebeuren? Mensen gaan niet
meer naar de kerk en willen niets meer met God te maken hebben.
En Jezus vraagt vervolgens aan Zijn twaalf discipelen: willen
jullie ook niet weggaan? Dit tekent Jezus. Hij verplicht niemand om Hem te
geloven en Hem te volgen. De keuze om te volgen is volledig vrij, of je wilt
wel of je wilt niet. We lezen hier niet dat Jezus ze smeekt om terug te komen.
Nee, Hij legt zelfs deze keus bij de twaalf neer. De keus wordt ook aan jou en
mij voorgelegd. Wil jij ook niet weggaan? Als je niet wilt, dan hoeft het niet.
Welke keuze maken wij?
En het antwoord van Petrus mag ook onze belijdenis zijn:
Heere, waar moet ik dan naartoe? U hebt woorden van eeuwig leven. En wij hebben
geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.
Bij Jezus is eeuwig leven te vinden, Hij is het Brood des
levens. En wie Zijn lichaam eet en Zijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en zal
Hij doen opstaan op de laatste dag. Deze Jezus is de Zoon van God, gekomen uit
de hemel om te wereld te redden. Hij heeft Zichzelf vernederd en overgeleverd
aan de boze om Hem te doden. Maar ook heeft Hij de dood overwonnen en het kwade
overwonnen zodat wij bij God weer kunnen komen. Dat heeft Hij gedaan uit pure
liefde, uit liefde voor Zijn Vader maar ook voor ons mensen.
Die Jezus, die Zijn arm om je heen slaat als je het moeilijk
hebt en je troost wanneer je verdriet hebt. Die Jezus, die elke dag voor je
zorgt en elke dag en elke minuut aan je denkt. Hij zit aan de rechterhand van
God en pleit je vrij bij de Vader. Hij is er voor je en geeft je kracht om te
leven hier op aarde. Hij is het waard om gediend te worden, Hij is immers de
Christus!
En dan weer die vraag: wil jij ook niet weggaan? Wil je deze
Jezus volgen? Dan vraagt Hij je hele leven en heel je hart. Niet uit dwang,
maar uit liefde. En dan mag ook je leven iets laten zien van het leven met Hem
en mag je samen met Petrus belijden: U bent de Christus. Dat mogen we aan
iedereen kenbaar maken, het laten zien door te leven naar Zijn geboden en om te
zien naar onze medemens.
Dat Zijn woorden van eeuwig leven en wij mogen die horen en
door laten werken in ons hart. Want dat zal ons brengen naar die laatste dag en
we mogen er zeker van zijn dat we dan voor altijd bij Hem horen. God heeft het
oordeel aan Zijn Zoon gegeven, dat lezen we in Johannes 5:22. En dan zullen wij
niet geoordeeld worden, maar opgenomen in de heerlijke schare die niemand
tellen kan. We zullen dan staan voor de troon van God, in witte kleren die
gewassen zijn in het bloed van Christus. Hij is de heerlijke, de Zoon van de
Allerhoogste! Hij zij geprezen, nu en tot in alle eeuwigheid.