zondag 15 januari 2017

Een groot geloof

Lukas 7:9 Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich over hem, en Hij keerde Zich om en zei tegen de menigte die hem volgde: Ik zeg u:Ik heb zelfs in IsraĆ«l zo’n groot geloof niet gevonden.
Een groot geloof, wat is dat nu eigenlijk? Wanneer zou Jezus over ons zeggen dat we een groot geloof hebben? Hoe zou ons geloof eruit moeten zien om benoemd te worden tot een groot geloof? De hoofdman in Kapernaum had het wel en Jezus zei het over hem. Niet zomaar tussen neus en lippen door of tegen Zijn discipelen, maar tegen de menigte. Hij keerde Zich er zelfs voor om. Laten we eens kijken wat zo’n groot geloof nu inhoud.
Allereerst was daar natuurlijk het feit dat de hoofdman Jezus om hulp vroeg. De dokters hadden geen oplossing meer en de knecht van de hoofdman lag doodziek op bed. Toen stuurde de hoofdman een aantal oudsten van het volk naar Jezus toe om Hem te vragen zijn knecht beter te maken. De hoofdman verwachtte het van Jezus, hij kon nergens ander terecht. Jezus was zijn hoop en in Jezus was zijn verwachting. De hulp en redding moest bij Jezus vandaan komen en daar was zelfs deze Romein zich van bewust.
Dan komt Jezus naar hem toe om zijn knecht te genezen. Maar wanneer Jezus in de buurt van zijn huis komt stuurt hij een paar vrienden van hem naar Jezus toe om te zeggen: ik ben het niet waard dat U in mijn huis komt. De belangrijke Romein vernedert zichzelf tegenover Jezus. Hij kon Jezus laten halen onder dwang, hij kon iedere Jood met een knip in zijn vingers laten onthoofden, maar hij vernederde zich door Jezus te belangrijk en te heilig te vinden om zijn huis te betreden. Nu hoeven wij niet Jezus buiten de deur te houden, maar we mogen Hem juist in onze huizen welkom heten. Maar onze houding naar Jezus, een houding van nederigheid tegenover de Zoon van God, dat is een onderdeel van het grote geloof van deze Romein. Staan wij ook zo tegenover Jezus? Of vinden wij onszelf belangrijker?
En als klap op de vuurpijl komt daar het zien van Gods almacht in Jezus Christus bij. De hoofdman weet dat Jezus alleen maar hoeft te spreken en dat het gebeurt. Wanneer Jezus maar zal zeggen: word genezen, dan zal dat ook gebeuren. Hij denkt groot van Jezus en gelooft in Zijn macht. Hoe staan wij daarin? Geloven wij in de Almacht van Christus? Dat Hij onze zonden kan en wil vergeven? Dat Hij de satan heeft overwonnen en zijn macht heeft ontnomen?
En deze Romein was ook nog eens goed voor de Joden. Hij had ze lief en hielp ze zelfs om een synagoge te bouwen. Hij was niet een heerser en vond zichzelf zo belangrijk. Nee, hij wilde liefde uitdelen aan de mensen om hem heen. Ook dat is onderdeel van het geloof: goed doen voor onze naaste. En hoe doen wij dat? Wat doen wij voor onze naaste?
Jezus zegt: de mensen die stand houden en in Mijn naam blijven geloven, die zal Ik de kroon des levens geven in de hemel. Het geloof van de Romein is een voorbeeld voor ons. Wanneer wij dat voorbeeld volgen en zo ons volledige vertrouwen op Jezus stellen, nederig voor Hem buigen en Gods almacht zien in Hem, zullen ook wij die kroon ontvangen. Strijd daarom de goede strijd en werk aan een groot geloof. Niet om uzelf beter te voelen of om beter te zijn dan de rest, maar omdat Jezus Christus het waard is om door een groot geloof gediend te worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten