vrijdag 9 september 2016

Eten tot Zijn gedachtenis

Lukas 22:19 En Hij nam het brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.

Tijdens het lezen van Lukas 22 zijn we aanwezig bij het laatste avondmaal van Jezus en Zijn discipelen. Het is het Pesachfeest en ze eten met elkaar. Maar het is niet zomaar een avondmaal, het is het laatste eten en drinken dat Jezus tot zich zal nemen in de tijd totdat Hij aan het kruis gaat sterven voor de zonden van de wereld. Het laatste moment samen, totdat het ultieme moment komt waar Jezus voor naar de aarde is gekomen. Het redden van zondaren.

En als Jezus het Avondmaal instelt, draait het maar om één Iemand en dat is Jezus zelf. Het is Zijn lichaam dat gegeven wordt. Niet zomaar een lichaam, maar het lichaam van de Zoon van God! Hij heeft Zijn lichaam aan het kruis gegeven en daarom breekt Hij het brood en deelt het uit. Het brood dat wij aan tafel mogen eten, dient als het lichaam van Christus. Zijn zondeloze lichaam, geschonden door de mensen, maar weer opgewekt door God. Daar mogen we aan denken als we het brood eten. En dat is niet om verdrietig te worden, het ziet namelijk niet op onszelf, maar we mogen daardoor worden opgewekt want het ziet op Christus! Hij heeft de zonde verslagen en teniet gedaan.

Het lichaam is voor ons gegeven. Christus is niet zomaar gestorven, Hij is voor jou en mij gestorven. Hij heeft zichzelf gegeven om jou en mij zalig te maken. Laat dat eens op je inwerken. God houdt zoveel van jou, dat Hij Zijn Zoon heeft laten sterven. Christus houdt zoveel van jou, dat Hij Zijn lichaam heeft gegeven. Hij is afgedaald in de hel en is gestorven, maar ook weer opgestaan. Het heeft Hem veel gekost en het was echt niet makkelijk. Dat kunnen zien aan de angst die Hij heeft in de tuin van Gethsémané, als Jezus zelf bloed zweet. En toch heeft Hij het gedaan, zoveel liefde heeft Hij voor jou.

En nu mogen wij eten tot Zijn gedachtenis. Dat is het Avondmaal. Door het Avondmaal worden wij niet behouden, door het Avondmaal worden wij niet zondiger. Nee, het is tot Zijn gedachtenis. Waarom zouden wij daar nu aan moeten denken? Zodat we niet vergeten wat Hij heeft gedaan. Niet alleen de liefde die Hij voor ons heeft, maar ook de zonde in onszelf. Want alleen kunnen wij God niet behagen, alleen kunnen wij niet eens voor God staan. Maar nu Jezus de straf heeft gedragen, kunnen wij voor God verschijnen.

Dan mogen we ons diep verwonderen over het werk dat Hij heeft gedaan. Nee, niet uit gewoonte Avondmaal vieren. Niet aanschuiven, eten en weer in de bank gaan zitten zonder dat het iets met je doet. Je moet terugdenken aan Zijn werk, aan het lichaam dat voor jou gebroken is. Dan wordt je klein, dan weet je dat je zelf niets voorstelt, maar je weet ook hoe groot Jezus Christus is en dat je bij Hem hoort. Dan mag je hart opspringen van vreugde en dan mag je met een loflied opstaan van de tafel, ja zelfs een overwinningslied!



Komt eet en ziet dat de Heere goed is!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten