Psalm 91:1 Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is
gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Soms kan het ineens donker zijn in je leven. Er gebeurt iets
ernstigs en je stort in een donkere periode. Van dag wordt het ineens nacht
voor je en je weet niet waar je het zoeken moet. Je hebt verdriet, groot
verdriet om wat er is gebeurd en je kunt er geen kant mee op. Mensen kunnen je
proberen te bemoedigen, maar het helpt niet. Dan is er nog maar één plek waar
je naartoe kunt en dat is de schuilplaats bij God. Want hoe donker de nacht ook
is, bij Hem mag je overnachten en Hij bedekt je met Zijn schaduw.
Wanneer God je bedekt met Zijn schaduw ben je niet direct
van je verdriet en ellende af. Maar God zal je wel omringen en je Zijn liefde
geven, hoe moeilijk dat op die momenten ook kan zijn. Want je kunt vragen
hebben aan God, je kunt verwijten hebben naar God en Hem niet begrijpen. Dat
zijn menselijke reacties en dat mag ook in die periode. Maar wanneer je het
doet in Zijn schaduw, dan mag je ze tegen Hem uitspreken. Je mag alles tegen
God zeggen en je hart voor Hem uitstorten en Hij zal je met Zijn Geest
bedekken. Hij zal je uiteindelijk rust geven want bij Hem alleen is de rust
voor je ziel te vinden.
God weet zelf als geen ander wat het is om door moeilijke
momenten heen te gaan. Toen de mens zich van Hem afkeerde heeft God pijn
gevoeld. Toen Jezus aan het kruis ging, toen Hij werd veracht en zelfs neer
moest dalen in de hel, zal God de pijn hebben gevoeld. De schuld van de zonde
is zwaar, dat merken wijzelf ook in ons leven. De bepakking van de zonde is een
last, dat zien we in alles wat er op aarde gebeurt. En God kent het, Hij weet
wat wij meemaken en daarom strekt Hij Zijn schaduw over ons uit en mogen wij
bij Hem schuilen.
Want ondanks de pijn, is daar het werk van de Zoon. Hij
heeft ervoor gezorgd dat de ellende niet voor altijd zo zal blijven. Toen Hij afdaalde
naar de hel en de dood overwon, is Hij in onze plaats gaan staan. Maar ook Jezus
kent de last van de zonde, Hij heeft alles op Zijn schouders gedragen. Maar Hij
deed dat uit liefde voor ons. En met Zijn liefdevolle armen wil Hij ons
omringen, vooral in tijden van verlies en zwaar verdriet. Hij is het die wonden
heelt en ons hart zalft met Zijn zaligende handen. Diepe wonden legt Hij Zijn
vingers op en zware tranen droogt Hij.
Daarom mogen wij tot Hem gaan met onze pijn, met ons
verdriet en met alles wat ons bezighoudt. De pijn zal blijven, maar Hij zal het
verzachten. En als we het soms niet meer weten waar we het zoeken moeten, dan
is daar die Schuilplaats. De Schuilplaats waar we mogen huilen, waar we ons
niet groot hoeven te houden en waar we het kunnen uitroepen tot God. Sterker nog, Hij zal uiteindelijk alles ten
beste keren. Uiteindelijk zal alles nieuw worden, zonder pijn en zonder
verdriet. Dan mogen we door de tranen heen zingen: ik mag schuilen in de schuilplaats
van de Allerhoogste en overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten