zaterdag 19 november 2016

God oordeelt in gerechtigheid

Psalm 98:8 en 9 Laten de rivieren in de handen klappen, de bergen tezamen vrolijk zingen voor het aangezicht van de Heere, want Hij komt om de aarde te oordelen. Hij zal de wereld oordelen in gerechtigheid en de volken op billijke wijze oordelen.

Je krijgt wat je toekomt. Zo is het toch altijd? Zo wordt er bij ons toch gesproken? Laatst hoorde ik het iemand zeggen: het volk krijgt de leider die het verdient. Dat was naar aanleiding van de overwinning van Trump bij de presidentsverkiezingen. Zo werkt het inderdaad bij ons mensen. Iemand die iets doet wat tegen de wet is, krijgt straf. En wij kunnen daar natuurlijk ook niet buitenom. Maar klopt het wel om te zeggen: je krijgt wat je toekomt?

Bij God krijgt de mens wel wat hij toekomt. De mens krijgt straf op de zonde en Gods straf is niet mals. Je mag niet meer in de tuin van Eden wonen. Nog erger is dat de mens zal moeten sterven en niet in de hemel kan komen. Dat is een flinke straf en het is inderdaad wat de mens verdient. Wie zijn wij om te twijfelen aan Gods wijsheid? Dat is gerechtigheid van God, Hij doet recht tot de mens. Jullie willen niet bij mij horen? Dan zul je dat ook niet. Gods oordeel wordt gedaan in gerechtigheid.

Maar bij God speelt er nog iets mee, namelijk Zijn geweldige liefde voor de mens. God wil niet dat de mens verloren gaat, ook al heeft de mens dit verdiend. God wil niet dat jij en ik verloren gaan, want Hij houdt van ons. En daarom heeft God Zijn Zoon gegeven, omdat Hij niet wil dat wij verloren gaan. Hij kan de zonde niet door de vingers zien, maar Hij heeft wel Zijn Zoon gegeven om de straf te dragen. En zo kan God oordelen in gerechtigheid, want de straf is gedragen.

Wanneer je van Christus bent, is je straf dus gedragen. En dan zal Gods oordeel straks ook in gerechtigheid zijn: vrijspraak! Het bloed heeft voor jou gevloeid en daarmee zijn je zonden bedekt. Daarom kan God oordelen in gerechtigheid en je toch vrijspreken. Er is geen veroordeling voor hen die in Christus zijn lezen we in de Bijbel en daar mogen wij ons aan vastklampen. Jij en ik, als we voor de rechterstoel van God staan, als kleine nietige mensen, zal het toch klinken: kind, kom bij me voor eeuwig. Treed binnen in de eeuwige vreugde en geniet van al het goede dat Ik ben en ook jou zal geven.

Maar dat betekent ook iets voor jou en mij hier op aarde. Er wordt gerechtigheid gevraagd, wij moeten recht doen aan de mensen om ons heen. Dat recht is niet alleen het recht van onze maatschappij, maar nog belangrijker is het recht van Gods Koninkrijk. Wij moeten omzien naar de armen en weduwen, zorgen voor de zieken en mensen die er alleen voor staan. Wij mogen ons geld niet alleen voor onszelf houden, maar moeten ook uitdelen. Maar in dat recht hoort ook eerlijkheid, trouw zijn aan je man of vrouw en aan je kinderen en de mensen om je heen, tevreden zijn met wat je hebt en niet altijd maar meer willen om in meer luxe te leven.


Wanneer wij Gods gerechtigheid kennen, mogen we die uitdelen in de wereld. Allereerst heel dichtbij ons, maar soms ook heel ver weg. Dan zal Christus gaan schijnen in deze donkere wereld, want dan zullen wij licht geven als de sterren. Eén ster maakt niet heel veel licht, maar als we vele sterren zijn dan zullen we stralen. Niet ons eigen licht, maar het licht van Christus weerkaatsen. Dat licht, dat kracht haalt uit het bloed van Golgotha, zal tot redding van velen zijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten