Genesis 22:8 Abraham zei: God zal Zichzelf voorzien van het
lam voor het brandoffer, mijn zoon. Zo gingen zij beiden samen.
Een immense opdracht voor Abraham. Zijn zoon Izak moest hij
offeren van God. Samen zijn ze op weg gegaan en Abraham heeft er al die tijd
over gezwegen tegen zijn zoon. Izak wist absoluut niet dat hij zou worden
geofferd en dat zijn vader de opdracht had om Izak te slachten en als
brandoffer te gebruiken. Zo komen ze vlak bij de berg Moria, ze laten de
knechten achter en samen gaan ze verder. En dan komt de vraag van Izak: vader,
wat gaan we dan offeren? En Abraham antwoord in geloof: God zal Zichzelf
voorzien van het lam voor het brandoffer.
Izak zal misschien al onraad hebben geroken, maar als we
verder lezen dan zien we toch dat hij op het altaar ligt. Hoe is het mogelijk? Izak
heeft zich door Abraham op het altaar laten leggen en we lezen nergens over een
gevecht. Hij heeft zijn lot aanvaard en laat zijn vader zijn gang gaan. In
gehoorzaamheid naar zijn vader, maar vooral naar God. Dat Abraham zijn zoon zou
gaan offeren getuigt van gehoorzaamheid, maar dat Izak zich liet offer getuigt
daar net zoveel van. Gehoorzaamheid aan God: hoe gehoorzaam zijn wij aan God?
Stel je jezelf die vraag wel eens?
Maar God geeft uitkomst, want uiteindelijk houdt God Abraham
tegen. De Engel van de Heere roept hem een halt toe. Je hoeft dit niet te doen
Abraham, Izak hoeft niet geofferd te worden. Jouw zoon mag blijven leven, want
Ik heb een plan met jouw nageslacht. Izak moet blijven leven, want er moet een
ander offer worden gebracht en die zal uit jou nageslacht voortkomen en dat
Nageslacht zal alle volken tot een zegen zijn. En zo ontvangen ze een ram en
die werd aan God geofferd in de plaats van Izak. Gelukkig maar, want je eigen
zoon offeren doe je immers niet?
Wat met Izak niet hoefde te gebeuren, moest wel met Jezus
gebeuren. Het offer van Zijn leven moest wel gebracht worden. Abraham hoefde
niet te offeren, maar God offerde wel Zijn Zoon op. En Jezus liet Zich offeren
in gehoorzaamheid. Dat was absoluut niet makkelijk, dat zien we aan de
geschiedenis als Hij spreekt met Zijn Vader in Gethsemane. Hij voelt de diepe
angst voor het offer, zelfs zo erg dat Jezus bloed zweet. Maar Hij draagt de
straf en brengt zo genade voort voor alle volken. De belofte uit Genesis 22:18
wordt hier vervuld.
Dat is waar we in Advent aan mogen denken. Jezus daalde af
uit de hemel om dat offer te brengen. De Vader zond Zijn Zoon niet in een
paleis, maar in een stal. Niet in een hemelbed, maar in een voerbak. En
uiteindelijk moest Hij Zijn Zoon overgeven aan de handen van de dood. De
drinkbeker moest volledig leeg, de straf moest tot in de hel gedragen. Dat is
Gods liefde waar wij uit mogen putten.
Een dankbaar Advent, dat mogen de komende weken voor ons
zijn. Een uitzien naar de viering van het Kerstfeest, dat het Licht in de
wereld kwam. Maar daar overheen het vieren van het Licht dat van de duisternis
wint en uiteindelijk het uitzien naar het leven met het Licht! Als wij zo de Adventstijd
beleven en toeleven naar Kerst, dan zal de Geest ons vervullen en zullen we rijk
worden gezegend.
Heere Jezus, dank U voor Uw offer! Dank U voor het volmaakte
offer dat U hebt gebracht. Zonder Uw offer was het leven zinloos, maar nu door
het offer hebben wij reden om te leven. Want U hebt het leven gegeven. Uw Naam
zij geprezen voor eeuwig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten