woensdag 18 februari 2015

In zak en as

Jona 3: 8 Mens en dier moeten in rouwgewaden gehuld zijn en met kracht tot God roepen. Zij moeten zich bekeren, ieder van zijn slechte weg en van het geweld dat aan zijn handen kleeft.
We kennen allemaal het verhaal van Jona. Hij moest van God naar Nineve, maar hij wilde niet. Hij ging een andere weg. Vervolgens werd hij overboord gegooid en opgeslokt door een grote vis, die hem vervolgens aan land spuugde. Jona trok toch op naar Nineve. Een prachtig verhaal om op school voor de klas te vertellen. De kinderen zitten ademloos aan je lippen. Iedereen vindt het bijzonder. Mijn kleine dochter wil ook elke dag dat verhaal lezen. Jona, zegt ze dan en de grote vis.
Maar zoals ik het verhaal hiervoor heb geschetst, ben ik het meest bijzondere van dit verhaal vergeten. Misschien was het je wel of niet opgevallen, maar er staat niets over Nineve. Het bijzondere aan dit verhaal is eigenlijk wat er gebeurt met Nineve. Want het ging als volgt: Jona ging naar de stad en hij vertelde de mensen dat ze op het verkeerde spoor zaten. Ze moesten tot God keren en hun zonden belijden, want anders zou God de stad omkeren. Hij zal de stad verwoesten om de zonden van de mensen.
En nu komt het bijzonderste van dit verhaal: En de mensen geloofden God. De mensen bekeerden zich tot God en ze trokken rouwgewaden aan als teken dat ze in rouw waren. Ze hadden berouw over hun zonden. Iedereen deed mee en zo kwam ook de koning tot de ontdekking. Hij riep een bevel uit dat iedereen, of je nu een volwassene was of kind, rund of schaap, iedereen moest zich in rouwgewaden kleden. Dat was niet alles, want dan had het geen effect, nee ze moesten met kracht tot God roepen. Ze moesten aan God belijden dat ze zondig waren en dat ze daar berouw van hadden.

Vandaag is het Aswoensdag. Deze dag is de eerste van een vasten in de veertig dagen vooraf aan Pasen. Veel mensen lezen dit stuk nu niet omdat ze vasten van Social Media. Dat is een mooi initiatief, maar het gaat erom dat er tot God wordt geroepen. Daar roept deze tekst ons toe op. Roep tot God, alle mensen, misschien ben je wel Zijn kind of misschien niet. Ik wil je toch vragen roep Hem aan!
Deze tijd maakt ons bewust van onze zonden en vervolgens ook op het werk van Christus. Onze zonden doen God zoveel pijn en zoveel verdriet, dat kunnen we eigenlijk niet beseffen. Gebruik deze tijd tot aan Pasen dan ook om je zonden te belijden voor God. Laat zien dat je er berouw van hebt en dat je Zijn wil doen wilt. Daar is de vastentijd ook voor, je laat zien aan God en aan je medemensen, dat je berouw hebt.
Maar je mag je ook verheugen, want dat is voor ons een andere situatie dan die van de inwoners van Nineve. Zij hoopten op verlossing, terwijl wij mogen weten dat Christus ons heeft verlost. Dat is toch een heerlijke boodschap die we uit deze tekst mogen halen. Je mag bij God komen met al je tekortkomingen en je mag ze aan Hem voorleggen. Hij wil ze vergeven en je helpen om ze niet meer te doen en te gaan leven tot Zijn eer. Dan leef je naar Pasen toe, in de wetenschap dat Hij voor jou is gestorven, daar jij anders voor eeuwig zou moeten sterven.
O God, wat een heerlijk evangelie. Laat ons de komende tijd gericht zijn op U. Dat we alles aan U voorleggen en vergeving mogen vragen. We mogen weten dat U zult luisteren en ons zult vergeven. Wij prijzen Uw grote naam!

1 opmerking: