vrijdag 27 februari 2015

Ik bid wel?

Daniel 6:11 Toen Daniel te weten kwam dat dat bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters naar Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, precies zoals hij voordien had gedaan.

Een voorbeeld voor ons allemaal, Daniel. We kennen allemaal de verhalen over hem en zijn vrienden. Daniel kon dromen uitleggen en heeft koningen voor zich gewonnen. Hij ervoer de kracht van God en mocht door die kracht bijzondere taken verrichten. Daniel was afhankelijk van God, maar leefde zo’n mooi leven dat hij best voor zichzelf had kunnen leven. Hij was immers ook slim en wijs, hij kreeg van alle koningen aanzien. Toch stelde Daniel zich afhankelijk van God op en dat werd door God gezegend. Niet altijd zoals Daniel had gedacht misschien, maar wel wat God met Daniel als plan had.

God was voor Daniel het belangrijkste in zijn leven, hij had zelfs zijn leven over voor God. Toen het bevel kwam dat niemand meer tot een andere god mocht bidden dan tot de koning, stopte Daniel niet met bidden. Nee, hij bleef God zoeken en zo zijn God aanbidden en kracht zoeken bij God. De enige en ware God. Dat deed hij niet uit gewoonte, maar omdat hij God nodig had. Het gebed was de communicatie tussen Daniel en God, en zo mocht Daniel voor God leven.

Dat is gelijk een les voor ons allemaal, de communicatie met God is heel belangrijk en het is goed om dat op vaste momenten te doen. Het is geen wet van Meden en Perzen, maar het is van levensbelang. Daniel ging drie keer per dag in zijn huis om God te zoeken en zo is ook bij de meeste christen de gewoonte om een aantal keren per dag te bidden. Daniel geeft ons hier het goede voorbeeld en zo mogen wij ook een aantal keren per dag tot God komen.

Maar het moet niet alleen uit gewoonte gaan, zul je zeggen. Nee, dat is ook zo. Maar toch mogen we er een gewoonte van maken. Het hoeven niet steeds mooie woorden te zijn, er mogen ook vaste gebeden tussen zitten. Bijvoorbeeld bij het eten kun je een vast gebed doen, al ligt het gevaar snel op de loer dat je er niet meer bij nadenkt. Toch zal Daniel ook vaste zaken in zijn gebed hebben gehad. Hij bidt tot God en dankte in zijn gebeden. Dat mogen wij ook doen, God bidden om hulp en voor anderen, maar ook danken voor alles wat we ontvangen. Tot aan het kleinste detail aan toe.

De Heere Jezus is het grote Voorbeeld in het Nieuwe Testament. Als het moment daar komt dat Zijn sterven nadert, bidt Hij tot God. Hij legt alles voor God neer, maar belijdt ook dat Gods wil moet geschieden. Zo mogen wij ook in ons gebed tot God komen. Alles voor Hem neerleggen en het ook aan Hem overlaten. Hij weet wat het beste is, al begrijpen wij dat allemaal niet.


Daniel stopte niet met bidden toen het gevaarlijk werd, laten wij ook niet stoppen met bidden als we daar de ruimte voor krijgen. Stop je met bidden, dan raak je je geloof kwijt. Houd vast door het gebed en leg al je moeiten voor de Koning neer. Zoals het kinderliedje gaat: ik bid wel, ik bid wel, zei Daniel. Hij hield vol, want hij kon niet zonder God. Houd vol! 

1 opmerking:

  1. Mooi. Hier heb ik pas een film van gekeken. Over Daniël. En een preek gehoord over Daniëls gebedsleven. Dat maakt veel indruk op mij.

    BeantwoordenVerwijderen