2 koningen 5:17 Naäman zei daarop: Zo
niet, laat dan toch aan uw dienaar een last aarde
gegeven worden, zoveel
als een span
muildieren dragen kan, want uw dienaar zal geen
brandoffer of slachtoffer meer brengen aan andere goden, dan alleen aan de HEERE.
Naäman, de machtige generaal van de Syriërs,
wordt ziek. Zijn hele huid wordt wit, dat betekent dat hij melaats is geworden.
Hij is ten dode opgeschreven. Hij heeft waarschijnlijk veel veldslagen gevoerd
en vaak gewonnen, want hij staat hoog in aanzien bij de mensen van zijn land.
Maar nu is hij ineens ziek geworden en hij kan normaal gesproken niet meer
beter worden. Wat een drama!
Een klein meisje geeft hem de weg naar het
leven. Zij weet dat de profeet Elia in het land Israël woont, hij kan hem beter
maken want hij is een knecht van God en bij God kan alles. Wat een vast geloof
van het meisje, zo simpel maar daarin draagt ze zoveel uit. Ze kent God en weet
wat Hij kan doen. Naäman gaat vervolgens op weg, nadat hij toestemming heeft van
de koning. In Israël schrikt men zich eerst een hoedje.
Hoe kunnen ze nu iemand
van zijn melaatsheid afhelpen, de koning is toch God niet?
Maar de profeet hoort ervan en laat Naäman
bij zich komen. Hij geeft hem opdracht om zich in de rivier de Jordaan te
wassen en na enig treuzelen en wat overredingskracht van zijn knechten gaat Naäman
overstag en hij wordt na de zevende keer onder water gezond. Wat een machtig
wonder van God! Hij werkt op vele manieren en in dit geval door het water van
de Jordaan, wat overigens niet het schoonste water is.
Als Naäman terugkomt bij Elia spreekt hij
zijn geloof uit. Hij is bekeerd door het wonder van de genezing. Hij heeft
gezien dat God de machtigste is op aarde en dat er geen andere goden zijn. Hij
heeft alleen nog maar verlangen naar God, de God van de Israëlieten en hij wil
alleen die God dienen. Dat zal niet makkelijk worden voor Naäman in een land
waar niemand die God dient, behalve zijn dienstmeisje, maar waar verder alleen
maar afgoden worden vereerd met veel alcohol en verkeerde middelen en
verschrikkelijke uitspattingen.
Naäman heeft verlangen naar God en de vraag
die daarop naar ons toekomt is: verlangen wij ook naar God? Naäman wil geen
andere God meer dienen, want deze God is de ware God en al het andere heeft
geen waarde. Dat is wat wij vaak nog moeilijk vinden, God boven alles te
plaatsen. We praten onze andere goden zo vaak goed, we weten er altijd wel een
draai aan te geven. Maar God laat door Naäman zien dat we zijn bedoeld om Hem
te dienen en Hem alleen.
Dat verlangen naar God, dat is toch
eigenlijk heel normaal? Als iemand je heeft genezen dan ben je diegene toch
dankbaar en God heeft ons van de zonde verlost, dat wekt toch een verlangen om
steeds dichter bij Hem te komen. Hij heeft ons lief en wij mogen Hem
liefhebben. Andere goden, welke bij iedereen heel verschillend zijn, leiden je
alleen maar van God af. We mogen deze goden met hulp van de Geest uit ons leven
wegdoen en ons steeds meer richten op God!
Dank U Vader voor uw genezing. U hebt onze
zonden vergeven en wij willen U daarvoor danken en prijzen. Wilt U mij steeds
meer op U richten, zodat ik mag leven tot U eer. Ik en mijzelf moeten minder
worden, en U moet groter worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten